zondag 3 november 2013

Kritische afstudeerthesis over ordening goudsector in Brownsweggebied

Commissie Ordening Goudsector niet blij met afstudeerrapport Mujenca Pinas

03-11-2013


Paramaribo - De vele botsingen op de goudvelden liegen er niet om, het is niet altijd en niet overal koek en ei tussen de goudzoekers, verspreid over de goudvelden in het binnenland enerzijds en de commissie Ordening Goudsector (COG) anderzijds. Terecht of onterecht, de grootscheepse actie van de autoriteiten om het binnenland te doorkruisen, goudzoekers te registreren, criminelen op te pikken en het overheidsgezag te herstellen zoals COG-coördinator Gerold Dompig het noemt, betekent soms een regelrechte confrontatie met dorpsstructuren en het normale leven van alle dag.

De West bericht zaterdag 2 november 2013 dat Mujenca Pinas (24) op 5 juli 2013 afstudeerde als Bachelor in de Sociologie aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Voor haar afstudeerthesis deed zij onderzoek naar de visie van kleinschalige goudzoekers over de implementatie en de effecten van de commissie in het Brownsweggebied (Brokopondo). Daarvoor verbleef ze in 2011 een maand lang onder de goudzoekers en vervolgens ging ze nog enkele malen terug voor observatie.

Ze plaatste tijdens haar onderzoek het werk van de ordeningscommissie onder een vergrootglas. Pinas deelde haar onderzoeksresultaten donderdag 31 oktober als inleider met het publiek tijdens een discussieavond van Projecta in het Lalla Rookh Conference Center. De titel van haar inleiding luidde ‘Ordening van de Goudsector te Brownsweg: Traditie vs Verandering’.


Tijdens haar inleiding ging Pinas in op onder meer de geschiedenis van de goudwinning in het gebied en de culturele betekenis van goudwinning voor de lokale bevolking. Ook beschreef zij factoren, die mogelijk een rol spelen bij de spanningen tussen de commissie en de goudzoekers.

Aan het einde van haar inleiding, kwam Pinas tot de conclusie dat, zowel het traditioneel gezag als de goudzoekers ontevreden is, omdat zij niet goed op de hoogte zouden zijn gebracht van de ordening; het traditioneel gezag eerst het grondenrechtenvraagstuk had willen oplossen voordat de goudordening aangepakt werd; het door de commissie beloofde tweemaandelijks overleg is uitgebleven; een groot deel van de goudzoekers ondanks alles, toch voorstander is van ordening van de sector.

Ze concludeerde verder dat de communicatie mank loopt bij de implementatie van de ordening en dat veel goudzoekers, die verwijderd worden van werklocaties omdat ze er illegaal zouden zijn, geen nieuwe plek krijgen aangewezen om te werken. Ten tijde van het onderzoek van Pinas raakte zeker 83,5% van de verwijderde goudzoekers werkloos, ook zou de ordening direct of indirect een negatieve invloed hebben gehad op de geldstroom in het gebied en op de gezinssituatie in de dorpen, en extra hebben aangezet tot criminaliteit.

Aan het einde van haar betoog heeft zij de autoriteiten onder meer aanbevolen meer te gaan praten met de dorpsgemeenschappen teneinde te komen tot alternatieven; het traditioneel gezag regelmatig op de hoogte houden over de ontwikkelingen. Des temeer omdat de mening van dorpelingen en de autoriteiten verschilt over het begrip ‘ontwikkelingen’.

Daarnaast denkt ze dat de overheid mogelijk beter zijn opgeschoten als zij in kleine groepen over de materie had gediscussieerd met dorpelingen in plaats van uit te gaan van de bevindingen afkomstig van een massale goudconferentie. In kleine groepen zouden zaken naar voren zijn gekomen die de dorpen direct raken en hadden partijen alle gelegenheid om knelpunten weg te werken.

Ze beveelt de overheid casu quo de COG aan om de beschikbare informatie verteerbaar te maken, voor de veelal ongeschoolde goudzoekers en iemand die affiniteit heeft met het binnenland te betrekken bij het plannen van de uitvoering. De inleiding bracht levendige discussies tot stand tussen de nieuwbakken sociologe en onder meer vertegenwoordigers van de COG in de zaal, prikkelde daarenboven aanwezigen tot scherpe stellingen en lokte volksvertegenwoordiger Ronny Asabina (BEP) uit om zijn eerdere parlementaire standpunten op de goudordening bij deze gelegenheid opnieuw van stal te halen.

Pinas trapte de commissie en de autoriteiten tegen de schenen, getuige de felle reacties van de COG in een niet-officieel verweer. De COG-vertegenwoordigers voerden onder meer aan, dat de situatie thans veel is veranderd in positieve zin in vergelijking met de periode waarin Pinas haar onderzoek heeft gedaan, een ontwikkeling die werd verwelkomd door de inleidster.

Noot:
Eindelijk een publieke kritische noot over het functioneren van de commissie Ordening Goudsector. En zoals altijd blijkt ook nu weer, dat Gerold Dompig en de zijnen van de commissie niet echt gediend zijn van opbouwende kritiek. Dat bevestigt ook weer mijn stellingname, dat deze commissie haar langste tijd heeft gehad en dient te worden opgeheven en vervangen te worden door een permanent 'ordeningsbureau' waar uiteenlopende deskundigen uit het veld van de kleinschalige goudwinning werkzaam kunnen zijn. Alles onder een (1) dak en los van de regering en dus volledig onafhankelijk!

Kritische afstudeerthesis over ordening goudsector in Brownsweggebied

Commissie Ordening Goudsector niet blij met afstudeerrapport Mujenca Pinas

03-11-2013


Paramaribo - De vele botsingen op de goudvelden liegen er niet om, het is niet altijd en niet overal koek en ei tussen de goudzoekers, verspreid over de goudvelden in het binnenland enerzijds en de commissie Ordening Goudsector (COG) anderzijds. Terecht of onterecht, de grootscheepse actie van de autoriteiten om het binnenland te doorkruisen, goudzoekers te registreren, criminelen op te pikken en het overheidsgezag te herstellen zoals COG-coördinator Gerold Dompig het noemt, betekent soms een regelrechte confrontatie met dorpsstructuren en het normale leven van alle dag.

De West bericht zaterdag 2 november 2013 dat Mujenca Pinas (24) op 5 juli 2013 afstudeerde als Bachelor in de Sociologie aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Voor haar afstudeerthesis deed zij onderzoek naar de visie van kleinschalige goudzoekers over de implementatie en de effecten van de commissie in het Brownsweggebied (Brokopondo). Daarvoor verbleef ze in 2011 een maand lang onder de goudzoekers en vervolgens ging ze nog enkele malen terug voor observatie.

Ze plaatste tijdens haar onderzoek het werk van de ordeningscommissie onder een vergrootglas. Pinas deelde haar onderzoeksresultaten donderdag 31 oktober als inleider met het publiek tijdens een discussieavond van Projecta in het Lalla Rookh Conference Center. De titel van haar inleiding luidde ‘Ordening van de Goudsector te Brownsweg: Traditie vs Verandering’.


Tijdens haar inleiding ging Pinas in op onder meer de geschiedenis van de goudwinning in het gebied en de culturele betekenis van goudwinning voor de lokale bevolking. Ook beschreef zij factoren, die mogelijk een rol spelen bij de spanningen tussen de commissie en de goudzoekers.

Aan het einde van haar inleiding, kwam Pinas tot de conclusie dat, zowel het traditioneel gezag als de goudzoekers ontevreden is, omdat zij niet goed op de hoogte zouden zijn gebracht van de ordening; het traditioneel gezag eerst het grondenrechtenvraagstuk had willen oplossen voordat de goudordening aangepakt werd; het door de commissie beloofde tweemaandelijks overleg is uitgebleven; een groot deel van de goudzoekers ondanks alles, toch voorstander is van ordening van de sector.

Ze concludeerde verder dat de communicatie mank loopt bij de implementatie van de ordening en dat veel goudzoekers, die verwijderd worden van werklocaties omdat ze er illegaal zouden zijn, geen nieuwe plek krijgen aangewezen om te werken. Ten tijde van het onderzoek van Pinas raakte zeker 83,5% van de verwijderde goudzoekers werkloos, ook zou de ordening direct of indirect een negatieve invloed hebben gehad op de geldstroom in het gebied en op de gezinssituatie in de dorpen, en extra hebben aangezet tot criminaliteit.

Aan het einde van haar betoog heeft zij de autoriteiten onder meer aanbevolen meer te gaan praten met de dorpsgemeenschappen teneinde te komen tot alternatieven; het traditioneel gezag regelmatig op de hoogte houden over de ontwikkelingen. Des temeer omdat de mening van dorpelingen en de autoriteiten verschilt over het begrip ‘ontwikkelingen’.

Daarnaast denkt ze dat de overheid mogelijk beter zijn opgeschoten als zij in kleine groepen over de materie had gediscussieerd met dorpelingen in plaats van uit te gaan van de bevindingen afkomstig van een massale goudconferentie. In kleine groepen zouden zaken naar voren zijn gekomen die de dorpen direct raken en hadden partijen alle gelegenheid om knelpunten weg te werken.

Ze beveelt de overheid casu quo de COG aan om de beschikbare informatie verteerbaar te maken, voor de veelal ongeschoolde goudzoekers en iemand die affiniteit heeft met het binnenland te betrekken bij het plannen van de uitvoering. De inleiding bracht levendige discussies tot stand tussen de nieuwbakken sociologe en onder meer vertegenwoordigers van de COG in de zaal, prikkelde daarenboven aanwezigen tot scherpe stellingen en lokte volksvertegenwoordiger Ronny Asabina (BEP) uit om zijn eerdere parlementaire standpunten op de goudordening bij deze gelegenheid opnieuw van stal te halen.

Pinas trapte de commissie en de autoriteiten tegen de schenen, getuige de felle reacties van de COG in een niet-officieel verweer. De COG-vertegenwoordigers voerden onder meer aan, dat de situatie thans veel is veranderd in positieve zin in vergelijking met de periode waarin Pinas haar onderzoek heeft gedaan, een ontwikkeling die werd verwelkomd door de inleidster.

Noot:
Eindelijk een publieke kritische noot over het functioneren van de commissie Ordening Goudsector. En zoals altijd blijkt ook nu weer, dat Gerold Dompig en de zijnen van de commissie niet echt gediend zijn van opbouwende kritiek. Dat bevestigt ook weer mijn stellingname, dat deze commissie haar langste tijd heeft gehad en dient te worden opgeheven en vervangen te worden door een permanent 'ordeningsbureau' waar uiteenlopende deskundigen uit het veld van de kleinschalige goudwinning werkzaam kunnen zijn. Alles onder een (1) dak en los van de regering en dus volledig onafhankelijk!