maandag 13 juni 2016

Minister Dodson doorbreekt sinds februari eindelijk stilzwijgen over scalians ('barges') op Marowijnerivier ('Maroni')

Halfslachtig pappen en nathouden gedoogbeleid regering leidt tot aantasting biodiversiteit grensrivier

Dodson stelt met Frans-Guyana commissie samen om 'kwestie te bespreken', maar goudpontons lijken gewoon te mogen blijven

13-06-2016  De Surinaamse Krant


Minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen doorbreekt eindelijk sinds februari zijn hardnekkige stilzwijgen over de aanwezigheid van diverse scalians op de Marowijnerivier ter hoogte van Maripasoula. De redactie van De Surinaamse Krant was het die de bewindsman in februari van dit jaar, en onlangs weer, informeerde over de scalians, na verkregen van de Frans-Guyanese non-gouvernementele organisatie Hurleurs de Guyane, met foto's, over de goudpontons. Overigens zijn Assembleeleden ook niet happig om te reageren op vragen over de scalians op de grensrivier en het stilzwijgen, tot vandaag, van Dodson, met uitzondering van DOE-Assembleelid Carl Breeveld - de partij van Dodson - die vanmiddag, maandag 13 juni 2016, De Surinaamse Krant via e-mail slechts laat weten 'De minister moet hierop antwoorden. Ik heb hem gevraagd dat te doen.'



De Surinaamse Krant heeft de bewindsman een paar keren via e-mail benaderd met de vraag of hij op de hoogte is van de aanwezigheid van de scalians op de grensrivier en zo ja, of en welke actie hij tegen de pontons zou ondernemen. Maar, Dodson heeft geen enkele keer gemeend te moeten reageren. Gedogen en zwijgen gaan kennelijk hand in hand bij de minister van Natuurlijke Hulpbronnen.

Dodson laat dan echter eindelijk vandaag, maandag 13 juni 2016, via de Ware Tijd weten dat binnenkort, samen met Frans-Guyana, een commissie wordt ingesteld om de kwestie te bespreken.

'Ook dorpen van Frans-Guyana zetten deze goudmachines in op de Marowijnerivier, en de Fransen juichen de ordening toe', aldus Dodson. Het zou volgens hem nu gaan om twaalf scalians en tien kleine goudpontons. Mogelijk zullen deze goudactiviteiten gedoogd, maar wel aan regels gebonden worden, zoals het niet extreem vervuilen van de rivier. Het wordt waarschijnlijk het oplossingsmodel dat wordt toegepast in Lebi Doti in Brokopondo, waar een deel van de opbrengsten van de scalians in de kas van het dorp vloeit om projecten voor die gemeenschap uit te voeren.

'Dat model werkt daar heel goed en we kunnen dat ook toepassen in bijvoorbeeld het Langatabikigebied', zegt de minister.

Het heeft er dus alle schijn van dat, zoals De Surinaamse Krant eerder al berichtte, de regering weer de biodiversiteit vernietigende scalians gaat gedogen, met alle gevolgen van dien. Dit is een halfslachtig beleid van pappen en nathouden. Overigens is het vanzelfsprekend, dat de Fransen de (vermeende) 'ordening' toejuichen, zoals Dodson stelt. Immers, de Fransen treden al langere tijd wel daadkrachtig tegen scalians op hun wateren op. Zij worden zonder pardon vernietigd. Pontonhouders aan de Franse zijde van de Marowijnerivier die op de hoogte zijn van de komst van gendarmerie en het leger, nemen de benen, en verplaatsen hun scalians naar de Surinaamse zijde van de rivier, omdat zij weten dat Suriname niet optreedt....

Dat Dodson als een van de regels waaraan scalianhouders stelt, dat de rivier 'niet extreem' vervuild mag worden is natuurlijk absurd. Hij zou juist een beleid moeten voeren waarin helemaal geen sprake is van vervuiling van de Marowijnerivier. Immers, het vervuilen van de grensrivier heeft ook gevolgen van de bewoners van inheemse dorpen die aan de oevers van de rivier zijn gelegen....

Hoofdkapitein Albert Kamil van Paramacca juicht de zogenoemde ordening, waar duss feitelijk geen sprake van is, toe. Hij zegt dat ongeveer tien goudpontons actief zijn in het Langatabikigebied. Door hun activiteiten worden zand en grind opgehoopt in de rivier, waardoor vaargeulen dichtgaan. Kamil herinnert zich dat enkele maanden geleden twee boten waren vastgelopen op de rivier en de mensen genoodzaakt waren om daar te overnachten. Hij vreest dat zich hierdoor ongelukken, met als gevolg de dood, kunnen voordoen.

(Red. De Surinaamse Krant)

Minister Dodson doorbreekt sinds februari eindelijk stilzwijgen over scalians ('barges') op Marowijnerivier ('Maroni')

Halfslachtig pappen en nathouden gedoogbeleid regering leidt tot aantasting biodiversiteit grensrivier

Dodson stelt met Frans-Guyana commissie samen om 'kwestie te bespreken', maar goudpontons lijken gewoon te mogen blijven

13-06-2016  De Surinaamse Krant


Minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen doorbreekt eindelijk sinds februari zijn hardnekkige stilzwijgen over de aanwezigheid van diverse scalians op de Marowijnerivier ter hoogte van Maripasoula. De redactie van De Surinaamse Krant was het die de bewindsman in februari van dit jaar, en onlangs weer, informeerde over de scalians, na verkregen van de Frans-Guyanese non-gouvernementele organisatie Hurleurs de Guyane, met foto's, over de goudpontons. Overigens zijn Assembleeleden ook niet happig om te reageren op vragen over de scalians op de grensrivier en het stilzwijgen, tot vandaag, van Dodson, met uitzondering van DOE-Assembleelid Carl Breeveld - de partij van Dodson - die vanmiddag, maandag 13 juni 2016, De Surinaamse Krant via e-mail slechts laat weten 'De minister moet hierop antwoorden. Ik heb hem gevraagd dat te doen.'



De Surinaamse Krant heeft de bewindsman een paar keren via e-mail benaderd met de vraag of hij op de hoogte is van de aanwezigheid van de scalians op de grensrivier en zo ja, of en welke actie hij tegen de pontons zou ondernemen. Maar, Dodson heeft geen enkele keer gemeend te moeten reageren. Gedogen en zwijgen gaan kennelijk hand in hand bij de minister van Natuurlijke Hulpbronnen.

Dodson laat dan echter eindelijk vandaag, maandag 13 juni 2016, via de Ware Tijd weten dat binnenkort, samen met Frans-Guyana, een commissie wordt ingesteld om de kwestie te bespreken.

'Ook dorpen van Frans-Guyana zetten deze goudmachines in op de Marowijnerivier, en de Fransen juichen de ordening toe', aldus Dodson. Het zou volgens hem nu gaan om twaalf scalians en tien kleine goudpontons. Mogelijk zullen deze goudactiviteiten gedoogd, maar wel aan regels gebonden worden, zoals het niet extreem vervuilen van de rivier. Het wordt waarschijnlijk het oplossingsmodel dat wordt toegepast in Lebi Doti in Brokopondo, waar een deel van de opbrengsten van de scalians in de kas van het dorp vloeit om projecten voor die gemeenschap uit te voeren.

'Dat model werkt daar heel goed en we kunnen dat ook toepassen in bijvoorbeeld het Langatabikigebied', zegt de minister.

Het heeft er dus alle schijn van dat, zoals De Surinaamse Krant eerder al berichtte, de regering weer de biodiversiteit vernietigende scalians gaat gedogen, met alle gevolgen van dien. Dit is een halfslachtig beleid van pappen en nathouden. Overigens is het vanzelfsprekend, dat de Fransen de (vermeende) 'ordening' toejuichen, zoals Dodson stelt. Immers, de Fransen treden al langere tijd wel daadkrachtig tegen scalians op hun wateren op. Zij worden zonder pardon vernietigd. Pontonhouders aan de Franse zijde van de Marowijnerivier die op de hoogte zijn van de komst van gendarmerie en het leger, nemen de benen, en verplaatsen hun scalians naar de Surinaamse zijde van de rivier, omdat zij weten dat Suriname niet optreedt....

Dat Dodson als een van de regels waaraan scalianhouders stelt, dat de rivier 'niet extreem' vervuild mag worden is natuurlijk absurd. Hij zou juist een beleid moeten voeren waarin helemaal geen sprake is van vervuiling van de Marowijnerivier. Immers, het vervuilen van de grensrivier heeft ook gevolgen van de bewoners van inheemse dorpen die aan de oevers van de rivier zijn gelegen....

Hoofdkapitein Albert Kamil van Paramacca juicht de zogenoemde ordening, waar duss feitelijk geen sprake van is, toe. Hij zegt dat ongeveer tien goudpontons actief zijn in het Langatabikigebied. Door hun activiteiten worden zand en grind opgehoopt in de rivier, waardoor vaargeulen dichtgaan. Kamil herinnert zich dat enkele maanden geleden twee boten waren vastgelopen op de rivier en de mensen genoodzaakt waren om daar te overnachten. Hij vreest dat zich hierdoor ongelukken, met als gevolg de dood, kunnen voordoen.

(Red. De Surinaamse Krant)