vrijdag 27 november 2015

Dompig (Commissie Ordening Goudsector) reageert gepikeerd op uitspraken Brunswijk (ABOP)

'Brunswijk heeft 12 concessies plus aantal illegale'

'Als je plotseling geen deel meer uitmaakt van de regering, ga je dan nu schoppen?'


'Brunswijk is toch goudzoeker? Naast zijn parlementariër status heeft hij twaalf concessies plus nog een aantal illegale, waar hij nog opereert. Misschien is hij boos, dat wij dat onderzoeken. Als je plotseling geen deel meer uitmaakt van de regering, ga je dan nu schoppen?' Woorden van Gerold Dompig, voorzitter van het managementteam in de Commissie Ordening Goudsector (COG), vandaag, vrijdag 27 november 2015, in het Dagblad Suriname.

Dompig is niet onder de indruk van de recente poging van het ABOP-Assembleelid Ronnie Brunswijk om middels stemmingmakerij in de media te proberen de COG in een kwaad daglicht te plaatsen door te stellen, dat er ook een onderzoek moet komen naar het reilen en zeilen van de commissie.

Hij benadrukt dat Brunswijk als volksvertegenwoordiger alle mogelijkheden en kennis heeft om zich tot de juiste instanties te wenden om zijn klacht te deponeren. In plaats dat hij dat gaat doen, gaat hij juist aan stemmingmakerij doen. Dompig stelt, dat het een duidelijk signaal is dat bepaalde figuren bang zijn voor ordening, omdat zij ook onder de ordening komen te vallen. 'Er komt een organisatie in 2011 namens de president met een presidentiële resolutie, die speciaal in het leven wordt geroepen om orde op zaken te stellen vanwege de chaos in het binnenland. Wie, die deel is van de chaos, gaat dat prettig vinden? Het is precies als een criminele organisatie, die niets wil horen van het arrestatieteam van de politie. Hun belangen komen in gevaar.'

De COG-woordvoerder zegt, dat hij gezien de geschiedenis van Brunswijk eerder naar rechtgeaarde Surinamers luistert, wanneer bepaalde kwesties over de commissie worden aangehaald. 'De naam die u net noemt, ik weet niet of ik moet luisteren. Ik heb in de politiedienst gezeten in de tijd dat Brunswijk andere dingen deed. Iedereen is nu bezig met een soort witch hunt om te kijken waar zaken niet kloppen. Ik vind het echter belangrijker dat wij de rust in het land behouden door de productie omhoog te trekken. Mensen die onze organisatie willen aanvallen, moeten eerst kijken naar hun eigen blazoen.' Hij zegt ook, dat hij mensen niet persoonlijk wil aanvallen en dat de organisatie naar alle Surinamers luistert. Het gaat echter om een kwestie van ‘wie de schoen pas, trekt hem aan’.

Dompig stelt, dat de commissie zoals elke andere organisatie ook gevallen heeft gekend, waarbij leden bezig zijn geweest met ongewenste praktijken. Deze rotte appels zijn volgens hem terstond verwijderd. In geval iemand in zijn organisatie wel over een concessie beschikt, is hij de eerste die het desbetreffende lid hierover zal aanspreken en indien nodig maatregelen zal treffen. In geval er duidelijke aanwijzingen zijn dat de COG mensen weghaalt en haar eigen leden op concessies plaatst, nodigt hij deze uit om dit aan de commissie door te geven. Volgens Dompig is dit iets waarvan de organisatie al jaren wordt beschuldigd. 'Bij mij gaan zij in ieder geval niets vinden', aldus Dompig.

Dompig zegt verder, dat commissie niet zomaar een groep van mensen is die op kantoor zit en geld opmaakt. Haar taak is om haar twaalf posten in het binnenland dusdanig te onderhouden dat zij voor de orde kan zorgen. De grootste uitgaven van de organisatie betreft de kosten voor brandstof, voeding en mobiliteit. Dit, omdat zij volgens hem in het binnenland zitten. De organisatie is vanaf de oprichting in december 2010 verplicht elke maand een bestedingsverantwoording te sturen naar het ministerie van Financiën.

De COG-voorzitter benadrukt, dat zij vanaf haar oprichting verschillende plaatsen heeft geordend. Enkele voorbeelden zijn de ontruiming van 2.500 mensen uit de Meriangoudmijn in 2011 voor Surgold en de ontruiming van 2.000 mensen uit Maripaston voor Grassalco. Dompig benadrukt dat deze daden kennelijk niet bekend zijn bij bepaalde mensen. De commissie heeft volgens hem gewerkt aan de scholing van de mijnbouwers en het terugdringen van het kwikgebruik.

Dompig (Commissie Ordening Goudsector) reageert gepikeerd op uitspraken Brunswijk (ABOP)

'Brunswijk heeft 12 concessies plus aantal illegale'

'Als je plotseling geen deel meer uitmaakt van de regering, ga je dan nu schoppen?'


'Brunswijk is toch goudzoeker? Naast zijn parlementariër status heeft hij twaalf concessies plus nog een aantal illegale, waar hij nog opereert. Misschien is hij boos, dat wij dat onderzoeken. Als je plotseling geen deel meer uitmaakt van de regering, ga je dan nu schoppen?' Woorden van Gerold Dompig, voorzitter van het managementteam in de Commissie Ordening Goudsector (COG), vandaag, vrijdag 27 november 2015, in het Dagblad Suriname.

Dompig is niet onder de indruk van de recente poging van het ABOP-Assembleelid Ronnie Brunswijk om middels stemmingmakerij in de media te proberen de COG in een kwaad daglicht te plaatsen door te stellen, dat er ook een onderzoek moet komen naar het reilen en zeilen van de commissie.

Hij benadrukt dat Brunswijk als volksvertegenwoordiger alle mogelijkheden en kennis heeft om zich tot de juiste instanties te wenden om zijn klacht te deponeren. In plaats dat hij dat gaat doen, gaat hij juist aan stemmingmakerij doen. Dompig stelt, dat het een duidelijk signaal is dat bepaalde figuren bang zijn voor ordening, omdat zij ook onder de ordening komen te vallen. 'Er komt een organisatie in 2011 namens de president met een presidentiële resolutie, die speciaal in het leven wordt geroepen om orde op zaken te stellen vanwege de chaos in het binnenland. Wie, die deel is van de chaos, gaat dat prettig vinden? Het is precies als een criminele organisatie, die niets wil horen van het arrestatieteam van de politie. Hun belangen komen in gevaar.'

De COG-woordvoerder zegt, dat hij gezien de geschiedenis van Brunswijk eerder naar rechtgeaarde Surinamers luistert, wanneer bepaalde kwesties over de commissie worden aangehaald. 'De naam die u net noemt, ik weet niet of ik moet luisteren. Ik heb in de politiedienst gezeten in de tijd dat Brunswijk andere dingen deed. Iedereen is nu bezig met een soort witch hunt om te kijken waar zaken niet kloppen. Ik vind het echter belangrijker dat wij de rust in het land behouden door de productie omhoog te trekken. Mensen die onze organisatie willen aanvallen, moeten eerst kijken naar hun eigen blazoen.' Hij zegt ook, dat hij mensen niet persoonlijk wil aanvallen en dat de organisatie naar alle Surinamers luistert. Het gaat echter om een kwestie van ‘wie de schoen pas, trekt hem aan’.

Dompig stelt, dat de commissie zoals elke andere organisatie ook gevallen heeft gekend, waarbij leden bezig zijn geweest met ongewenste praktijken. Deze rotte appels zijn volgens hem terstond verwijderd. In geval iemand in zijn organisatie wel over een concessie beschikt, is hij de eerste die het desbetreffende lid hierover zal aanspreken en indien nodig maatregelen zal treffen. In geval er duidelijke aanwijzingen zijn dat de COG mensen weghaalt en haar eigen leden op concessies plaatst, nodigt hij deze uit om dit aan de commissie door te geven. Volgens Dompig is dit iets waarvan de organisatie al jaren wordt beschuldigd. 'Bij mij gaan zij in ieder geval niets vinden', aldus Dompig.

Dompig zegt verder, dat commissie niet zomaar een groep van mensen is die op kantoor zit en geld opmaakt. Haar taak is om haar twaalf posten in het binnenland dusdanig te onderhouden dat zij voor de orde kan zorgen. De grootste uitgaven van de organisatie betreft de kosten voor brandstof, voeding en mobiliteit. Dit, omdat zij volgens hem in het binnenland zitten. De organisatie is vanaf de oprichting in december 2010 verplicht elke maand een bestedingsverantwoording te sturen naar het ministerie van Financiën.

De COG-voorzitter benadrukt, dat zij vanaf haar oprichting verschillende plaatsen heeft geordend. Enkele voorbeelden zijn de ontruiming van 2.500 mensen uit de Meriangoudmijn in 2011 voor Surgold en de ontruiming van 2.000 mensen uit Maripaston voor Grassalco. Dompig benadrukt dat deze daden kennelijk niet bekend zijn bij bepaalde mensen. De commissie heeft volgens hem gewerkt aan de scholing van de mijnbouwers en het terugdringen van het kwikgebruik.

Commissie Ordening Goudsector: Binnen paar dagen wordt Roma Pit van Rosebel/IAmGold ontruimd

Verwijdering illegale goudzoekers gebeurt door Commissie Ordening Goudsector, politie en leger

 
De ontruiming van de Roma Pit van de Rosebel Gold Mines/IAmGold, waar illegale goudzoekers uit Nieuw Koffiekamp bezig zijn met mijnbouwactiviteiten, vindt binnen enkele dagen plaats. Dit zegt Gerold Dompig, voorzitter van het managementteam in de Commissie Ordening Goudsector (COG), vandaag, vrijdag 27 november 2015, in het Dagblad Suriname. 

De ontruiming zal volgens Dompig in samenwerking met zowel het Nationaal Leger als de politie plaatsvinden.

'Vandaag de dag staat de organisatie aan de vooravond van de ontruiming van Roma Pit. Anderhalf jaar lang heeft IAmGold gezeten en hierdoor 10% van zijn workforce moeten afvloeien, omdat er een aantal mensen daar zit in die put die vinden dat zij het goud eruit moeten halen, omdat zij uit de omgeving komen. Dit, terwijl er een mineralenovereenkomst is tussen de Staat Suriname en de multinational', stelt de COG-manager.

Rosebel Gold Mines NV heeft de regering gevraagd dit gebied, dat aan de multinational in concessie is uitgegeven, te ontruimen van de illegale goudzoekers. De ontruiming is volgens Rosebel noodzakelijk, omdat het bedrijf in zwaar weer verkeert en geen inkomsten meer wenst mis te lopen. Vanwege de slechte financiële bedrijfssituatie is de goudmultinational ertoe overgegaan om 10%, zo'n 165 werknemers, van haar personeelsbestand in te krimpen. Als de Roma Pit wordt ontruimd, kan het verder afvloeien van werknemers worden beperkt.

De personen die bezig zijn in het gebied vinden dat de Roma Pit in het district Brokopondo niet tot de concessie van Rosebel Gold Mines/IAmGold behoort. Dit wordt tegengesproken door de overheid en de goudmaatschappij. Rosebel heeft te kennen gegeven dat gebied nodig te hebben voor mijnactiviteiten. De regering heeft in verschillende gesprekken geprobeerd deze kwestie middels dialoog op te lossen.

De commissie wil een einde aan het conflict brengen. Volgens Dompig zal de commissie de mijnbouwers van Nieuw Koffiekamp verder begeleiden naar hun alternatief werkgebied.

Commissie Ordening Goudsector: Binnen paar dagen wordt Roma Pit van Rosebel/IAmGold ontruimd

Verwijdering illegale goudzoekers gebeurt door Commissie Ordening Goudsector, politie en leger

 
De ontruiming van de Roma Pit van de Rosebel Gold Mines/IAmGold, waar illegale goudzoekers uit Nieuw Koffiekamp bezig zijn met mijnbouwactiviteiten, vindt binnen enkele dagen plaats. Dit zegt Gerold Dompig, voorzitter van het managementteam in de Commissie Ordening Goudsector (COG), vandaag, vrijdag 27 november 2015, in het Dagblad Suriname. 

De ontruiming zal volgens Dompig in samenwerking met zowel het Nationaal Leger als de politie plaatsvinden.

'Vandaag de dag staat de organisatie aan de vooravond van de ontruiming van Roma Pit. Anderhalf jaar lang heeft IAmGold gezeten en hierdoor 10% van zijn workforce moeten afvloeien, omdat er een aantal mensen daar zit in die put die vinden dat zij het goud eruit moeten halen, omdat zij uit de omgeving komen. Dit, terwijl er een mineralenovereenkomst is tussen de Staat Suriname en de multinational', stelt de COG-manager.

Rosebel Gold Mines NV heeft de regering gevraagd dit gebied, dat aan de multinational in concessie is uitgegeven, te ontruimen van de illegale goudzoekers. De ontruiming is volgens Rosebel noodzakelijk, omdat het bedrijf in zwaar weer verkeert en geen inkomsten meer wenst mis te lopen. Vanwege de slechte financiële bedrijfssituatie is de goudmultinational ertoe overgegaan om 10%, zo'n 165 werknemers, van haar personeelsbestand in te krimpen. Als de Roma Pit wordt ontruimd, kan het verder afvloeien van werknemers worden beperkt.

De personen die bezig zijn in het gebied vinden dat de Roma Pit in het district Brokopondo niet tot de concessie van Rosebel Gold Mines/IAmGold behoort. Dit wordt tegengesproken door de overheid en de goudmaatschappij. Rosebel heeft te kennen gegeven dat gebied nodig te hebben voor mijnactiviteiten. De regering heeft in verschillende gesprekken geprobeerd deze kwestie middels dialoog op te lossen.

De commissie wil een einde aan het conflict brengen. Volgens Dompig zal de commissie de mijnbouwers van Nieuw Koffiekamp verder begeleiden naar hun alternatief werkgebied.

Den Blauwvinger: De vergeten Surinaamse ramp – Uniek Brownsberg Natuurpark dreigt verloren te gaan

COLUMN: Natuurbeschermings- organisaties, autoriteiten en een milieuactivist ontlopen hun verantwoordelijkheid

Illegale goudzoekers mogen al jarenlang werken aan vernietiging Brownsberg – Het failliet van de natuurbeschermingsorganisaties

27-11-2015  Den Blauwvinger/De Surinaamse Krant


Je kunt dan wel als Wereldnatuurfonds in Suriname nu en dan een fotorapportje en een inhoudelijk rapport met veel gevoel voor drama en publiciteit uitbrengen over de voor de biodiversiteit vernietigende werkzaamheden van vele honderden illegale goudzoekers, maar daarmee is het Brownsberg Natuurpark niet echt geholpen. Vele jaren hebben natuurbeschermingsorganisaties en een verdwaald vermeend milieuactivist – die ooit een aantal jaren heeft gewerkt bij de Stichting Natuurbehoud Suriname (Stinasu, 'beheerder' van Brownsberg) – toegekeken hoe zoetjesaan het natuurgebied werd en nog steeds wordt verwoest. Beetje bij beetje verdwijnt het van de aardbodem.

Het gaat om een vergeten Surinaamse ramp. Even kwam het natuurgebied weer in het nieuws, op 13 november, toen de Ware Tijd met het bericht kwam, dat nog steeds zo'n 1.500 illegale goudzoekers bezig zijn om het gebied nog meer te vernietigen. De krant schreef zelfs, dat de goudzoekers op weg zijn om het plateau te bereiken en een van de ministers, Steven Relyveld van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer, adviseerde om de Ireneval niet te bezoeken, omdat de grond niet meer stabiel is.

Krankzinnig plan Commissie Ordening Goudsector
Diezelfde minister is gelukkig ook geen voorstander van het al op zaterdag 8 september 2012 gepresenteerde krankzinnige plan van de presidentiële Commissie Ordening Goudsector om 1.200 hectare grond in de omgeving van het natuurgebied ter beschikking te stellen aan de illegale goudzoekers. De autoriteiten wilden dit gebied conform de wettelijke regelingen ter beschikking stellen van de dorpsgemeenschap in het gebied. ‘Maar, daar zijn er natuurlijk voorwaarden aan verbonden’, zo liet Gerold Dompig, het gezicht en spreekbuis van de commissie, via de media weten. De goudzoekers zouden zich moeten organiseren en zich houden aan een aantal criteria voor de bescherming van de natuur. Maar, het plan van de commissie leek eerder op het belonen van illegale porknokkers die een natuurpark hadden vernietigd, dan het beboeten of veroordelen van die goudzoekers voor hun gedrag. Anno november 2015 wachten de goudzoekers nog steeds op een nieuw werkgebied. Overigens zou in ruil voor dat stuk gebied het natuurpark uitgebreid worden met grond die grenst aan het park.

Die ene vermeende milieuactivist was overigens voorstander van het plan en werkte zelfs met de commissie mee door het plaatsen van 'OGS grensbordjes' in het natuurgebied (Ordening Goudsector Suriname). Trots werden hiervan foto's op een Facebookpagina geplaatst. Hij was het milieubeschermingsspoor volledig bijster en nog steeds.

Ook het WWF Guianas toonde zich destijds positief over dat plan. WWF-woordvoerster Karin Spong zei in mei 2014 deze aanpak als een duurzame en een realistische oplossing te zien. Vooral, zo zei ze, omdat die ruim 1.000 hectare toch al helemaal vernietigd was door goudzoekersactiviteiten. En het feit dat er in het zuiden van het park vierduizend hectare bij zou komen is ook positief, aldus Spong.
‘Dat stuk uit de officieel beschermde zone halen en een stuk in het zuiden toevoegen geeft het park de potentie zich weer in zijn oude glorie te herstellen. Het is een gebied met een ongelooflijke biodiversiteit waar bezoekers uit de hele wereld naar toe trekken om van te genieten’, zo liet Spong op 17 mei 2014 weten.

Geen echte actie, alleen mediaoptredens met kritische beschouwingen, rapportjes en foto's
Het is het typerende beeld de afgelopen jaren. Zogenoemde milieubeschermingsorganisaties en een verdwaalde milieuactivist, welke activist net zoveel weet over de natuur en de gang van zaken rond het Brownsberg Natuurpark als een doorsnee Surinamer, verschijnen in de media met hun kritische beschouwingen, rapportjes en foto's, maar daar blijft het bij, tot de dag van vandaag. Echte actie, die je zou verwachten van dergelijke organisaties en figuren, blijven echter achterwege.
Overigens geldt dat ook voor de overheid, de regeringen, de afgelopen jaren.

De mislukte 'Cean Sweep'
De regering Venetiaan voerde in het gebied in september 2007 een zogenoemde 'Clean Sweep' operatie uit. Toenmalig verantwoordelijk minister Michael Jong Tjien Fa van het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer was al in juli 2007 over de misstanden in het natuurpark geïnformeerd. Volgens hem was de toestemming die aan inwoners van de gemeenschap Brownsweg was gegeven om op kleine schaal goud in het natuurreservaat te winnen, misbruikt voor meer grootschalige commerciële goudwinning.
Gedurende drie dagen werd het gebied uitgekamd door militairen, politie, bosopzichters van ’s Lands Bosbeheer en medewerkers van Stinasu. De aanwezige illegale goudzoekers werden gesommeerd het natuurpark onmiddellijk te verlaten. Enkele kampen van de goudzoekers werden vernield en er werd beslag gelegd op hun bezittingen. De autoriteiten hoopten hiermee te voorkomen dat de goudzoekers hun activiteiten toch weer zouden voortzetten.

Goudzoekers verwijderen is nu dweilen met kraan open
De acties van de regering Venetiaan om een einde te maken aan het mijnen van goud in het beschermde Brownsberg Natuurpark, bleken echter vruchteloos te zijn geweest. Eind 2010 waren gewoon weer goudzoekers aan het mijnen in het gebied. En dat is zo gebleven tot de dag van vandaag.
Het gebied is zo lek als een mandje. Constant zijn goudzoekers in het natuurgebied aan het werk. Nu en dan is een handjevol verwijderd, maar de volgende dag zijn ze weer terug. Het zijn ad hoc acties vanuit de overheid, maar zonder enig aangestuurd en gecoördineerd beleid. Zowel de regering als natuurbeschermingsorganisaties ondernemen nauwelijks actie om het gebied te beschermen. Men kijk naar en wacht op elkaar. Er is geen toezicht. De organisatie die feitelijk het gebied behoort te beschermen, de Stichting Natuurbehoud Suriname (Stinasu), heeft zelfs de aanwezigheid van illegale goudzoekers gedoogd en de directeur werd hiervoor zelfs door goudzoekers betaald. De grote organisatie Conservation International en haar Surinaamse tak zijn in geen velden of wegen te bekennen.

Noodkreet van Amerikaanse primatologe niet gehoord...
Op 28 december 2014 plaatste de Amerikaanse primatologe Marilyn Norconck, verbonden aan de Kent State Universiteit in Ohio, nog een noodkreet in Suriname media. 'In mijn werk als primatoloog heb ik zojuist een 3-weekse onderzoeksreis naar het Brownsberg Natuurpark afgerond. Ik kom al sinds 2003 naar deze magische plek, maar ik ben verontrust en ontmoedigd over de tol die de goudwinning van het park eist. Het begon als winning 'op kleine schaal', meestal door mannen uit Brownsweg, en de activiteiten waren tien jaar geleden nog relatief gering (maar wel al verstorend). Nu is de goudwinning hier diep geworteld. De berg wordt van drie of meer kanten belaagd en de onophoudelijke zoektocht naar goud heeft geresulteerd in de vernietiging van honderden hectaren bebost parkland', zo schreef zij.

'Sinds deze week banen mijnwerkers en zwaar materieel zich een weg stroomopwaarts door de bedding naar de iconische Ireneval. Dit is niet alleen een tragedie voor het land en de dieren die worden verwoest op het pad van bulldozers en graafmachines, maar het is ook een symbolische belediging aan het volk van Suriname. Ja, het zou jammer zijn om de Ireneval te verliezen. Eerdere inspanningen van verzet hebben er nooit toe geleid dat de mijnwerkers met hun machines de berg definitief verlieten. Tenzij er onmiddellijk iets gebeurt, gaat de Ireneval verloren. Dat zou op zich al tragisch genoeg zijn, maar er staat meer op het spel dan de waterval, want de Brownsberg vormt een hele gemeenschap van leven', aldus Norconk eind december 2014.

En ze schreef ook deze zeer kritische woorden: 'De Brownsberg is een van die plekken, bekend bij alle Surinamers, ongeacht of u er geweest bent of niet. Mogelijk hebt u zich niet gerealiseerd hoe bijzonder het is. Maar laat me u zeggen dat ik nog nooit een plek als deze heb gezien, en dat terwijl ik in diverse tropische bossen in Centraal- en Zuid-Amerika, in Afrika en Azië ben geweest. Van de omvang en de diversiteit van de bomen, de heldere kleuren en het uitstekende klimaat, de vele diersoorten die met slechts een beetje moeite te zien zijn, tot de zee van aaneengesloten boomkruinen helemaal tot aan het Brokopondomeer...de Brownsberg is het waard om gered te worden. En dit alles, een ongelofelijk geschenk, behoort toe aan de bevolking van Suriname, met de verantwoordelijkheid om deze te beschermen.'

Maar, haar woorden maakten geen indruk. Er werd door niemand op gereageerd. Ook op het recente artikel in de Ware Tijd is door niets en niemand gereageerd. Wie interesseert zich nog voor een uniek stuk biodiversiteit in de wereld? In Suriname werkelijk niemand. Immers, zou dat wel het geval zijn, dan zou er vandaag geen enkele goudzoeker meer te vinden zijn in het Brownsberg Natuurpark.

Een uniek stukje Suriname bloedt dood
Inmiddels is het november 2015 en iedereen die het zou moeten aangaan kijkt duimendraaiend naar elkaar en onderneemt geen enkele actie tegen de goudzoekers en voor de bescherming van het gebied. De toekomst van het natuurgebied ziet er somber uit. De wijze waarop de autoriteiten het Brownsberg Natuurpark en haar unieke biodiversiteit al jaren aan haar lot overlaten staat haaks op de wijze waarop het groene en waterrijke Suriname door diezelfde autoriteiten in de wereld wordt uitgedragen. En de vermeende (internationale) natuurbeschermingsorganisaties en die ene Brownsberg-activist? Die kijken vooral een andere richting uit, laten zich nu en dan horen en zien via de media ter eigen glorie en egostreling en nemen geen verantwoordelijkheid door zich in te spannen voor de daadwerkelijke bescherming van een in de wereld uniek stukje Suriname. Zij zouden zich diep moeten schamen. Een uniek stukje Suriname is aan het doodbloeden en geen enkele serieuze donor laat zich zien of horen.

Hoogachtend,
Den Blauwvinger
27 november 2015
Amterdam-Paramaribo

Den Blauwvinger: De vergeten Surinaamse ramp – Uniek Brownsberg Natuurpark dreigt verloren te gaan

COLUMN: Natuurbeschermings- organisaties, autoriteiten en een milieuactivist ontlopen hun verantwoordelijkheid

Illegale goudzoekers mogen al jarenlang werken aan vernietiging Brownsberg – Het failliet van de natuurbeschermingsorganisaties

27-11-2015  Den Blauwvinger/De Surinaamse Krant


Je kunt dan wel als Wereldnatuurfonds in Suriname nu en dan een fotorapportje en een inhoudelijk rapport met veel gevoel voor drama en publiciteit uitbrengen over de voor de biodiversiteit vernietigende werkzaamheden van vele honderden illegale goudzoekers, maar daarmee is het Brownsberg Natuurpark niet echt geholpen. Vele jaren hebben natuurbeschermingsorganisaties en een verdwaald vermeend milieuactivist – die ooit een aantal jaren heeft gewerkt bij de Stichting Natuurbehoud Suriname (Stinasu, 'beheerder' van Brownsberg) – toegekeken hoe zoetjesaan het natuurgebied werd en nog steeds wordt verwoest. Beetje bij beetje verdwijnt het van de aardbodem.

Het gaat om een vergeten Surinaamse ramp. Even kwam het natuurgebied weer in het nieuws, op 13 november, toen de Ware Tijd met het bericht kwam, dat nog steeds zo'n 1.500 illegale goudzoekers bezig zijn om het gebied nog meer te vernietigen. De krant schreef zelfs, dat de goudzoekers op weg zijn om het plateau te bereiken en een van de ministers, Steven Relyveld van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer, adviseerde om de Ireneval niet te bezoeken, omdat de grond niet meer stabiel is.

Krankzinnig plan Commissie Ordening Goudsector
Diezelfde minister is gelukkig ook geen voorstander van het al op zaterdag 8 september 2012 gepresenteerde krankzinnige plan van de presidentiële Commissie Ordening Goudsector om 1.200 hectare grond in de omgeving van het natuurgebied ter beschikking te stellen aan de illegale goudzoekers. De autoriteiten wilden dit gebied conform de wettelijke regelingen ter beschikking stellen van de dorpsgemeenschap in het gebied. ‘Maar, daar zijn er natuurlijk voorwaarden aan verbonden’, zo liet Gerold Dompig, het gezicht en spreekbuis van de commissie, via de media weten. De goudzoekers zouden zich moeten organiseren en zich houden aan een aantal criteria voor de bescherming van de natuur. Maar, het plan van de commissie leek eerder op het belonen van illegale porknokkers die een natuurpark hadden vernietigd, dan het beboeten of veroordelen van die goudzoekers voor hun gedrag. Anno november 2015 wachten de goudzoekers nog steeds op een nieuw werkgebied. Overigens zou in ruil voor dat stuk gebied het natuurpark uitgebreid worden met grond die grenst aan het park.

Die ene vermeende milieuactivist was overigens voorstander van het plan en werkte zelfs met de commissie mee door het plaatsen van 'OGS grensbordjes' in het natuurgebied (Ordening Goudsector Suriname). Trots werden hiervan foto's op een Facebookpagina geplaatst. Hij was het milieubeschermingsspoor volledig bijster en nog steeds.

Ook het WWF Guianas toonde zich destijds positief over dat plan. WWF-woordvoerster Karin Spong zei in mei 2014 deze aanpak als een duurzame en een realistische oplossing te zien. Vooral, zo zei ze, omdat die ruim 1.000 hectare toch al helemaal vernietigd was door goudzoekersactiviteiten. En het feit dat er in het zuiden van het park vierduizend hectare bij zou komen is ook positief, aldus Spong.
‘Dat stuk uit de officieel beschermde zone halen en een stuk in het zuiden toevoegen geeft het park de potentie zich weer in zijn oude glorie te herstellen. Het is een gebied met een ongelooflijke biodiversiteit waar bezoekers uit de hele wereld naar toe trekken om van te genieten’, zo liet Spong op 17 mei 2014 weten.

Geen echte actie, alleen mediaoptredens met kritische beschouwingen, rapportjes en foto's
Het is het typerende beeld de afgelopen jaren. Zogenoemde milieubeschermingsorganisaties en een verdwaalde milieuactivist, welke activist net zoveel weet over de natuur en de gang van zaken rond het Brownsberg Natuurpark als een doorsnee Surinamer, verschijnen in de media met hun kritische beschouwingen, rapportjes en foto's, maar daar blijft het bij, tot de dag van vandaag. Echte actie, die je zou verwachten van dergelijke organisaties en figuren, blijven echter achterwege.
Overigens geldt dat ook voor de overheid, de regeringen, de afgelopen jaren.

De mislukte 'Cean Sweep'
De regering Venetiaan voerde in het gebied in september 2007 een zogenoemde 'Clean Sweep' operatie uit. Toenmalig verantwoordelijk minister Michael Jong Tjien Fa van het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer was al in juli 2007 over de misstanden in het natuurpark geïnformeerd. Volgens hem was de toestemming die aan inwoners van de gemeenschap Brownsweg was gegeven om op kleine schaal goud in het natuurreservaat te winnen, misbruikt voor meer grootschalige commerciële goudwinning.
Gedurende drie dagen werd het gebied uitgekamd door militairen, politie, bosopzichters van ’s Lands Bosbeheer en medewerkers van Stinasu. De aanwezige illegale goudzoekers werden gesommeerd het natuurpark onmiddellijk te verlaten. Enkele kampen van de goudzoekers werden vernield en er werd beslag gelegd op hun bezittingen. De autoriteiten hoopten hiermee te voorkomen dat de goudzoekers hun activiteiten toch weer zouden voortzetten.

Goudzoekers verwijderen is nu dweilen met kraan open
De acties van de regering Venetiaan om een einde te maken aan het mijnen van goud in het beschermde Brownsberg Natuurpark, bleken echter vruchteloos te zijn geweest. Eind 2010 waren gewoon weer goudzoekers aan het mijnen in het gebied. En dat is zo gebleven tot de dag van vandaag.
Het gebied is zo lek als een mandje. Constant zijn goudzoekers in het natuurgebied aan het werk. Nu en dan is een handjevol verwijderd, maar de volgende dag zijn ze weer terug. Het zijn ad hoc acties vanuit de overheid, maar zonder enig aangestuurd en gecoördineerd beleid. Zowel de regering als natuurbeschermingsorganisaties ondernemen nauwelijks actie om het gebied te beschermen. Men kijk naar en wacht op elkaar. Er is geen toezicht. De organisatie die feitelijk het gebied behoort te beschermen, de Stichting Natuurbehoud Suriname (Stinasu), heeft zelfs de aanwezigheid van illegale goudzoekers gedoogd en de directeur werd hiervoor zelfs door goudzoekers betaald. De grote organisatie Conservation International en haar Surinaamse tak zijn in geen velden of wegen te bekennen.

Noodkreet van Amerikaanse primatologe niet gehoord...
Op 28 december 2014 plaatste de Amerikaanse primatologe Marilyn Norconck, verbonden aan de Kent State Universiteit in Ohio, nog een noodkreet in Suriname media. 'In mijn werk als primatoloog heb ik zojuist een 3-weekse onderzoeksreis naar het Brownsberg Natuurpark afgerond. Ik kom al sinds 2003 naar deze magische plek, maar ik ben verontrust en ontmoedigd over de tol die de goudwinning van het park eist. Het begon als winning 'op kleine schaal', meestal door mannen uit Brownsweg, en de activiteiten waren tien jaar geleden nog relatief gering (maar wel al verstorend). Nu is de goudwinning hier diep geworteld. De berg wordt van drie of meer kanten belaagd en de onophoudelijke zoektocht naar goud heeft geresulteerd in de vernietiging van honderden hectaren bebost parkland', zo schreef zij.

'Sinds deze week banen mijnwerkers en zwaar materieel zich een weg stroomopwaarts door de bedding naar de iconische Ireneval. Dit is niet alleen een tragedie voor het land en de dieren die worden verwoest op het pad van bulldozers en graafmachines, maar het is ook een symbolische belediging aan het volk van Suriname. Ja, het zou jammer zijn om de Ireneval te verliezen. Eerdere inspanningen van verzet hebben er nooit toe geleid dat de mijnwerkers met hun machines de berg definitief verlieten. Tenzij er onmiddellijk iets gebeurt, gaat de Ireneval verloren. Dat zou op zich al tragisch genoeg zijn, maar er staat meer op het spel dan de waterval, want de Brownsberg vormt een hele gemeenschap van leven', aldus Norconk eind december 2014.

En ze schreef ook deze zeer kritische woorden: 'De Brownsberg is een van die plekken, bekend bij alle Surinamers, ongeacht of u er geweest bent of niet. Mogelijk hebt u zich niet gerealiseerd hoe bijzonder het is. Maar laat me u zeggen dat ik nog nooit een plek als deze heb gezien, en dat terwijl ik in diverse tropische bossen in Centraal- en Zuid-Amerika, in Afrika en Azië ben geweest. Van de omvang en de diversiteit van de bomen, de heldere kleuren en het uitstekende klimaat, de vele diersoorten die met slechts een beetje moeite te zien zijn, tot de zee van aaneengesloten boomkruinen helemaal tot aan het Brokopondomeer...de Brownsberg is het waard om gered te worden. En dit alles, een ongelofelijk geschenk, behoort toe aan de bevolking van Suriname, met de verantwoordelijkheid om deze te beschermen.'

Maar, haar woorden maakten geen indruk. Er werd door niemand op gereageerd. Ook op het recente artikel in de Ware Tijd is door niets en niemand gereageerd. Wie interesseert zich nog voor een uniek stuk biodiversiteit in de wereld? In Suriname werkelijk niemand. Immers, zou dat wel het geval zijn, dan zou er vandaag geen enkele goudzoeker meer te vinden zijn in het Brownsberg Natuurpark.

Een uniek stukje Suriname bloedt dood
Inmiddels is het november 2015 en iedereen die het zou moeten aangaan kijkt duimendraaiend naar elkaar en onderneemt geen enkele actie tegen de goudzoekers en voor de bescherming van het gebied. De toekomst van het natuurgebied ziet er somber uit. De wijze waarop de autoriteiten het Brownsberg Natuurpark en haar unieke biodiversiteit al jaren aan haar lot overlaten staat haaks op de wijze waarop het groene en waterrijke Suriname door diezelfde autoriteiten in de wereld wordt uitgedragen. En de vermeende (internationale) natuurbeschermingsorganisaties en die ene Brownsberg-activist? Die kijken vooral een andere richting uit, laten zich nu en dan horen en zien via de media ter eigen glorie en egostreling en nemen geen verantwoordelijkheid door zich in te spannen voor de daadwerkelijke bescherming van een in de wereld uniek stukje Suriname. Zij zouden zich diep moeten schamen. Een uniek stukje Suriname is aan het doodbloeden en geen enkele serieuze donor laat zich zien of horen.

Hoogachtend,
Den Blauwvinger
27 november 2015
Amterdam-Paramaribo

donderdag 26 november 2015

Goudzoeker (32) dodelijk verongelukt in Roma Pit van Rosebel/IAmGold

Gavy Pryor komt in een draaiende crusher terecht en overlijdt ter plaatse


De 32-jarige goudzoeker Gavy Pryor is gisterochtend tijdens illegale werkzaamheden in de zogenoemde Roma Pit van Rosebel Gold Mines NV/IAmGold dodelijk verongelukt. Dit meldt de afdeling Public Relations van het Korps Politie Suriname vandaag, donderdag 26 november 2015.


Bij aankomst ter plekke vonden agenten uit Brokopondo, na een melding, het lichaam van de goudzoeker.

Uit het voorlopig politieonderzoek is gebleken, dat Gavy en zijn broer bezig waren te werken met een crusher. Op een bepaald moment moet Gavy zijn uitgegleden en in de draaiende crusher terecht zijn gekomen.

Gavy liep daarbij dusdanige verwondingen op, dat hij ter plaatse is overleden. Het lichaam werd na afstemming met een lid van het Openbaar Ministerie afgestaan aan de familie voor zijn begrafenis.

Goudzoeker (32) dodelijk verongelukt in Roma Pit van Rosebel/IAmGold

Gavy Pryor komt in een draaiende crusher terecht en overlijdt ter plaatse


De 32-jarige goudzoeker Gavy Pryor is gisterochtend tijdens illegale werkzaamheden in de zogenoemde Roma Pit van Rosebel Gold Mines NV/IAmGold dodelijk verongelukt. Dit meldt de afdeling Public Relations van het Korps Politie Suriname vandaag, donderdag 26 november 2015.


Bij aankomst ter plekke vonden agenten uit Brokopondo, na een melding, het lichaam van de goudzoeker.

Uit het voorlopig politieonderzoek is gebleken, dat Gavy en zijn broer bezig waren te werken met een crusher. Op een bepaald moment moet Gavy zijn uitgegleden en in de draaiende crusher terecht zijn gekomen.

Gavy liep daarbij dusdanige verwondingen op, dat hij ter plaatse is overleden. Het lichaam werd na afstemming met een lid van het Openbaar Ministerie afgestaan aan de familie voor zijn begrafenis.

dinsdag 10 november 2015

WWF slaat met recent rapport alarm over het effect van goudwinning op waterwegen en bossen in Guyanaschild

5.000 Kilometer aan wateren in Suriname door goudwinning aangetast

10-11-2015 De West/De Surinaamse Krant


Het World Wildlife Fund (WWF) Guianas luidt in haar enkele dagen geleden, onder leiding van het Franse Office National des Forêts (ONF), uitgekomen zestig pagina's tellende rapport ‘Monitoring the impact of gold mining on the forest cover and freshwater in the Guiana Shield’ (zie onderaan), de alarmbel over de schrikbarende aantasting van de waterwegen en bossen in het  Guyanaschild door goudwinningsactiviteiten. De West bericht hierover in haar editie van maandagavond 9 november 2015.

In 2014 bleek meer dan 9.000 kilometer van de waterwegen in direct contact te zijn met goudmijnen, ongeveer zeseneenhalf keer meer dan in 2001. De vervuiling is dieper en dieper verspreid, daardoor moeilijker aan te pakken en ongedaan te maken, vooral gezien de hoge persistentie van kwik in het milieu.

Van de drie Guyana’s en de Braziliaanse staat Amapá, welke gebieden deel uitmaken van het Guiana Shield ecosystem, beschikt Suriname over de hoogste directe/indirecte impact ratio  (1:2) en veruit het langste netwerk van waterlopen die direct in contact staan met goudmijnbouwactiviteiten (4.989 km). Dat 5.000 kilometer aan Surinaamse wateren vervuild wordt door goudwinning, kan worden verklaard door de aanwezigheid van grotere mijnen in vergelijking met de andere gebieden, maar ook door de hoge concentratie van activiteiten rond de Afobaka stuwdam en nabij de grens met Frans-Guyana. De goudwinningspraktijken hebben een grote impact op de rivieren in de regio, met name op de Marowijnerivier.

‘Veel gemeenschappen in het binnenland van Suriname zijn niet aangesloten op het openbare waternet. Vooral in het droge seizoen wanneer mensen niet kunnen vertrouwen op regenwater, veroorzaakt de slechte kwaliteit van het rivierwater grote gezondheidsproblemen, zoals diarree en andere ziekten die in dergelijke omstandigheden gedijen’, wordt aangegeven.

Het WWF-rapport meldt voorts, dat in de priode 2008-2014 meer dan 92.000 hectare aan bosgebieden in de drie landen en Amapá werd aangetast door de goudwinning, vergeleken met de circa 46.000 hectare aan ontbost areaal in de periode 2001-2008.

De ontwikkelingsgang van de ontbossing verschilt nogal per gebied. In Suriname was er ten opzichte van de voorgaande periode sprake van een verdubbeling (+ 97%), in Guyana een verslechtering met een factor 4½  (+ 354%), terwijl een vertraging werd waargenomen in Frans-Guyana (+ 16%) en een compensatie in Amapá (-14%).

'The spatial analysis of the results shows that gold mining activities are moving westward in the region where 84% of total deforestation is now located in Suriname and Guyana, compared to 66% in 2008 and 61% in 2001. It appears also that deforestation caused by gold mining is strongly correlated with the presence of the Greenstone belt, geological formation known for its large reserve of gold, especially in Suriname where the overlap reaches 99%’, aldus het WWF-rapport.

WWF slaat met recent rapport alarm over het effect van goudwinning op waterwegen en bossen in Guyanaschild

5.000 Kilometer aan wateren in Suriname door goudwinning aangetast

10-11-2015 De West/De Surinaamse Krant


Het World Wildlife Fund (WWF) Guianas luidt in haar enkele dagen geleden, onder leiding van het Franse Office National des Forêts (ONF), uitgekomen zestig pagina's tellende rapport ‘Monitoring the impact of gold mining on the forest cover and freshwater in the Guiana Shield’ (zie onderaan), de alarmbel over de schrikbarende aantasting van de waterwegen en bossen in het  Guyanaschild door goudwinningsactiviteiten. De West bericht hierover in haar editie van maandagavond 9 november 2015.

In 2014 bleek meer dan 9.000 kilometer van de waterwegen in direct contact te zijn met goudmijnen, ongeveer zeseneenhalf keer meer dan in 2001. De vervuiling is dieper en dieper verspreid, daardoor moeilijker aan te pakken en ongedaan te maken, vooral gezien de hoge persistentie van kwik in het milieu.

Van de drie Guyana’s en de Braziliaanse staat Amapá, welke gebieden deel uitmaken van het Guiana Shield ecosystem, beschikt Suriname over de hoogste directe/indirecte impact ratio  (1:2) en veruit het langste netwerk van waterlopen die direct in contact staan met goudmijnbouwactiviteiten (4.989 km). Dat 5.000 kilometer aan Surinaamse wateren vervuild wordt door goudwinning, kan worden verklaard door de aanwezigheid van grotere mijnen in vergelijking met de andere gebieden, maar ook door de hoge concentratie van activiteiten rond de Afobaka stuwdam en nabij de grens met Frans-Guyana. De goudwinningspraktijken hebben een grote impact op de rivieren in de regio, met name op de Marowijnerivier.

‘Veel gemeenschappen in het binnenland van Suriname zijn niet aangesloten op het openbare waternet. Vooral in het droge seizoen wanneer mensen niet kunnen vertrouwen op regenwater, veroorzaakt de slechte kwaliteit van het rivierwater grote gezondheidsproblemen, zoals diarree en andere ziekten die in dergelijke omstandigheden gedijen’, wordt aangegeven.

Het WWF-rapport meldt voorts, dat in de priode 2008-2014 meer dan 92.000 hectare aan bosgebieden in de drie landen en Amapá werd aangetast door de goudwinning, vergeleken met de circa 46.000 hectare aan ontbost areaal in de periode 2001-2008.

De ontwikkelingsgang van de ontbossing verschilt nogal per gebied. In Suriname was er ten opzichte van de voorgaande periode sprake van een verdubbeling (+ 97%), in Guyana een verslechtering met een factor 4½  (+ 354%), terwijl een vertraging werd waargenomen in Frans-Guyana (+ 16%) en een compensatie in Amapá (-14%).

'The spatial analysis of the results shows that gold mining activities are moving westward in the region where 84% of total deforestation is now located in Suriname and Guyana, compared to 66% in 2008 and 61% in 2001. It appears also that deforestation caused by gold mining is strongly correlated with the presence of the Greenstone belt, geological formation known for its large reserve of gold, especially in Suriname where the overlap reaches 99%’, aldus het WWF-rapport.

Den Blauwvinger: Suriname kent donders goed de gevaren van kwik voor milieu en gezondheid

COLUMN: Goed bedoelde bewustwordingscampagnes zetten weinig zoden aan dijk

Overheid onderneemt al vele jaren geen enkele actie tegen kwikgebruik 

Men kijkt nog steeds vanuit Paramaribo toe hoe de biodiversiteit en inheemsen en marrons in binnenland door kwik worden aangetast

10-11-2015  Den Blauwvinger/de Surinaamse Krant


Afgelopen week organiseerde de bewustwordingscampagne 'No Kwik' een speciale actieweek die zaterdag 7 november eindigde met een soort bewustwordingswandelloop in Paramaribo. Enkele duizenden mensen liepen mee, om toch vooral na afloop huiswaarts te kunnen keren met een gevoel van 'yeah, ik heb iets gedaan tegen kwikgebruik en ik voel me nu lekker' en ik heb er ook een mooi t-shirt aan overgehouden met het logo van de campagne erop. De 'No Kwik'-campagne heeft inmiddels via haar website zo'n 25.000 ondersteuners weten te vergaren. Allemaal mensen die ergens bij willen horen en door hun naam te verbinden aan de campagne, net als die sportieve wandelaars die bijna allemaal zichzelf in een No Kwik-shirt hadden gehesen, het gevoel willen hebben iets gedaan te hebben tegen het gebruik het kwik. Overigens geldt dat gevoel ook voor de (op dit moment) iets meer dan 19.400 zogenoemde 'likes' van de No Kwik Facebookpagina.

De zin en onzin van 'No Kwik'
Maar, heeft een campagne als 'No Kwik' wel zin? Denken de mensen erachter, waaronder Hennah Draaibaar van de Back Lot en het 10 Minuten Jeugdjournaal, werkelijk dat de regering, de vele goudzoekers in het binnenland en de goudbedrijfjes in onder andere Paramaribo, zich ook maar iets aantrekken van de ondeskundige ondersteuners en volgers van 'No Kwik'? Nee hoor, natuurlijk niet. Wat zou er nu in ene zijn veranderd, in de wetenschap dat in het verleden vanuit de overheid nooit welke actie dan ook tegen kwikgebruik is ondernomen, dat de goudzoeker geen enkele steun krijgt om over te kunnen stappen op milieuvriendelijke goudwinningsmethodes en dat de goudbedrijfjes nog steeds gewoon hun werkzaamheden in de stad kunnen uitoefenen waardoor kwikdampen boven de stad hangen?

Goudzoekers krijgen geen steun voor overstap op milieuvriendelijke winningsmethodes
Een aantal jaren geleden was er sprake van, dat een speciaal fonds zou worden opgericht. Een fonds waarop goudzoekers een beroep zouden kunnen doen voor financiële steun, waardoor zij in staat zouden worden gesteld om milieuvriendelijke goudwinningsapparatuur aan te kunnen schaffen. Dat fonds is er echter nooit gekomen.
De goudzoeker is niet dom.
De goudzoeker kent alle risico's van het werken met kwik.
De goudzoeker weet, dat hij daardoor schade toebrengt aan de biodiversiteit en aan de gezondheid van inheemsen en marrons in dorpjes in het achterland, die vaak afhankelijk zijn van door met kwik vervuild kreek- en rivierwater: ze baden in dat water, doen de was in dat water, gebruiken het water voor consumptie en eten de vis – met kwik – uit dat water.
Maar, de goudzoeker wordt nauwelijks gemotiveerd en gestimuleerd om te stoppen met kwik en om over te stappen op andere, milieuvriendelijke winningsmethodes van goud.
En de goudzoeker wil ook brood en wat beleg op de plank, dus hij blijft kwik gebruiken en dat is hem eigenlijk niet eens kwalijk te nemen....

Regering schuldig
De regering is schuldig aan en verantwoordelijk voor de door kwik veroorzaakte vernietiging van de biodiversiteit in het binnenland en voor de gezondheidsproblemen onder binnenlandbewoners. De regering kent de inhoud van de vele onderzoeksrapporten die de afgelopen jaren zijn verschenen over kwikvervuiling in het binnenland en over de aanwezigheid van te hoge concentraties kwik in de haren van bijvoorbeeld Wayana in het zuidoosten van het land en van Matawai in het dorp Kwakoegron aan de Saramaccarivier. Met de rapporten is niets gedaan. Een van de onderzoekers, de Amerikaan Daniel Peplow, mag Suriname zelfs niet meer in, zo bleek 10 april van dit jaar uit een artikel in de Amerikaanse krant Yakima Herald. De regering heeft de rapporten genegeerd.

De regering heeft het kwikprobleem nooit werkelijk serieus genomen. Immers, neem je dat probleem wel serieus, dan had je als overheid bijvoorbeeld allang het Nationaal Leger en het Korps Politie Suriname nu en dan onverwacht het binnenland ingestuurd om her en der op goudvelden kwik in beslag te nemen en goudzoekers te beboeten of voor een rechter te slepen. Maar, voor zover bekend moet de eerste hoeveelheid kwik in het binnenland nog in beslag worden genomen en is er ook nog nooit een goudzoeker beboet of veroordeeld voor het gebruik van kwik. In de stad wordt nog steeds nauwelijks gecontroleerd bij de goudbedrijfjes. Nu en dan wordt kwikuitstoot gemeten en vervolgens wordt er met de resultaten, de uitkomsten, weer niets gedaan. De bedrijfjes mogen gewoon in Paramaribo, in het centrum en tussen bewoning, operationeel blijven. De uitstoot van kwik gaat gewoon door, iedere dag. Er is nog steeds geen structureel beleid, maar een ad hoc beleid.

Bewustwordingscampagne prima, maar dan vooral gericht op producten waarin kwik is verwerkt
Suriname kent dus de gevaren van kwikgebruik en kwikuitstoot. Een bewustwordingscampagne lijkt dan ook niet echt nodig, of zij zou zich vooral en met name moeten richten op producten die bijna iedereen wel in huis heeft en waarbij men niet stilstaat bij de aanwezigheid erin van kwik, zoals in verlichtings tl-buizen en in batterijen.
Maar, als het gaat om het gebruik van kwik door goudzoekers en de daaraan verbonden risico's voor de biodiversiteit en binnenlandbewoners is iedere bewustwordingscampagne er eigenlijk een teveel en zonde van de tijd en energie erin gestoken.

Het is nu aan de overheid om in actie te komen. Het is 1 minuut voor 12.

Behoedt de bewoners en de biodiversiteit in het binnenland voor een nog grotere catastrofe. Of moet het kalf eerst verdrinken alvorens men de put dempt?

Hoogachtend,
Den Blauwvinger
10-11-2015
Amsterdam-Paramaribo

Den Blauwvinger: Suriname kent donders goed de gevaren van kwik voor milieu en gezondheid

COLUMN: Goed bedoelde bewustwordingscampagnes zetten weinig zoden aan dijk

Overheid onderneemt al vele jaren geen enkele actie tegen kwikgebruik 

Men kijkt nog steeds vanuit Paramaribo toe hoe de biodiversiteit en inheemsen en marrons in binnenland door kwik worden aangetast

10-11-2015  Den Blauwvinger/de Surinaamse Krant


Afgelopen week organiseerde de bewustwordingscampagne 'No Kwik' een speciale actieweek die zaterdag 7 november eindigde met een soort bewustwordingswandelloop in Paramaribo. Enkele duizenden mensen liepen mee, om toch vooral na afloop huiswaarts te kunnen keren met een gevoel van 'yeah, ik heb iets gedaan tegen kwikgebruik en ik voel me nu lekker' en ik heb er ook een mooi t-shirt aan overgehouden met het logo van de campagne erop. De 'No Kwik'-campagne heeft inmiddels via haar website zo'n 25.000 ondersteuners weten te vergaren. Allemaal mensen die ergens bij willen horen en door hun naam te verbinden aan de campagne, net als die sportieve wandelaars die bijna allemaal zichzelf in een No Kwik-shirt hadden gehesen, het gevoel willen hebben iets gedaan te hebben tegen het gebruik het kwik. Overigens geldt dat gevoel ook voor de (op dit moment) iets meer dan 19.400 zogenoemde 'likes' van de No Kwik Facebookpagina.

De zin en onzin van 'No Kwik'
Maar, heeft een campagne als 'No Kwik' wel zin? Denken de mensen erachter, waaronder Hennah Draaibaar van de Back Lot en het 10 Minuten Jeugdjournaal, werkelijk dat de regering, de vele goudzoekers in het binnenland en de goudbedrijfjes in onder andere Paramaribo, zich ook maar iets aantrekken van de ondeskundige ondersteuners en volgers van 'No Kwik'? Nee hoor, natuurlijk niet. Wat zou er nu in ene zijn veranderd, in de wetenschap dat in het verleden vanuit de overheid nooit welke actie dan ook tegen kwikgebruik is ondernomen, dat de goudzoeker geen enkele steun krijgt om over te kunnen stappen op milieuvriendelijke goudwinningsmethodes en dat de goudbedrijfjes nog steeds gewoon hun werkzaamheden in de stad kunnen uitoefenen waardoor kwikdampen boven de stad hangen?

Goudzoekers krijgen geen steun voor overstap op milieuvriendelijke winningsmethodes
Een aantal jaren geleden was er sprake van, dat een speciaal fonds zou worden opgericht. Een fonds waarop goudzoekers een beroep zouden kunnen doen voor financiële steun, waardoor zij in staat zouden worden gesteld om milieuvriendelijke goudwinningsapparatuur aan te kunnen schaffen. Dat fonds is er echter nooit gekomen.
De goudzoeker is niet dom.
De goudzoeker kent alle risico's van het werken met kwik.
De goudzoeker weet, dat hij daardoor schade toebrengt aan de biodiversiteit en aan de gezondheid van inheemsen en marrons in dorpjes in het achterland, die vaak afhankelijk zijn van door met kwik vervuild kreek- en rivierwater: ze baden in dat water, doen de was in dat water, gebruiken het water voor consumptie en eten de vis – met kwik – uit dat water.
Maar, de goudzoeker wordt nauwelijks gemotiveerd en gestimuleerd om te stoppen met kwik en om over te stappen op andere, milieuvriendelijke winningsmethodes van goud.
En de goudzoeker wil ook brood en wat beleg op de plank, dus hij blijft kwik gebruiken en dat is hem eigenlijk niet eens kwalijk te nemen....

Regering schuldig
De regering is schuldig aan en verantwoordelijk voor de door kwik veroorzaakte vernietiging van de biodiversiteit in het binnenland en voor de gezondheidsproblemen onder binnenlandbewoners. De regering kent de inhoud van de vele onderzoeksrapporten die de afgelopen jaren zijn verschenen over kwikvervuiling in het binnenland en over de aanwezigheid van te hoge concentraties kwik in de haren van bijvoorbeeld Wayana in het zuidoosten van het land en van Matawai in het dorp Kwakoegron aan de Saramaccarivier. Met de rapporten is niets gedaan. Een van de onderzoekers, de Amerikaan Daniel Peplow, mag Suriname zelfs niet meer in, zo bleek 10 april van dit jaar uit een artikel in de Amerikaanse krant Yakima Herald. De regering heeft de rapporten genegeerd.

De regering heeft het kwikprobleem nooit werkelijk serieus genomen. Immers, neem je dat probleem wel serieus, dan had je als overheid bijvoorbeeld allang het Nationaal Leger en het Korps Politie Suriname nu en dan onverwacht het binnenland ingestuurd om her en der op goudvelden kwik in beslag te nemen en goudzoekers te beboeten of voor een rechter te slepen. Maar, voor zover bekend moet de eerste hoeveelheid kwik in het binnenland nog in beslag worden genomen en is er ook nog nooit een goudzoeker beboet of veroordeeld voor het gebruik van kwik. In de stad wordt nog steeds nauwelijks gecontroleerd bij de goudbedrijfjes. Nu en dan wordt kwikuitstoot gemeten en vervolgens wordt er met de resultaten, de uitkomsten, weer niets gedaan. De bedrijfjes mogen gewoon in Paramaribo, in het centrum en tussen bewoning, operationeel blijven. De uitstoot van kwik gaat gewoon door, iedere dag. Er is nog steeds geen structureel beleid, maar een ad hoc beleid.

Bewustwordingscampagne prima, maar dan vooral gericht op producten waarin kwik is verwerkt
Suriname kent dus de gevaren van kwikgebruik en kwikuitstoot. Een bewustwordingscampagne lijkt dan ook niet echt nodig, of zij zou zich vooral en met name moeten richten op producten die bijna iedereen wel in huis heeft en waarbij men niet stilstaat bij de aanwezigheid erin van kwik, zoals in verlichtings tl-buizen en in batterijen.
Maar, als het gaat om het gebruik van kwik door goudzoekers en de daaraan verbonden risico's voor de biodiversiteit en binnenlandbewoners is iedere bewustwordingscampagne er eigenlijk een teveel en zonde van de tijd en energie erin gestoken.

Het is nu aan de overheid om in actie te komen. Het is 1 minuut voor 12.

Behoedt de bewoners en de biodiversiteit in het binnenland voor een nog grotere catastrofe. Of moet het kalf eerst verdrinken alvorens men de put dempt?

Hoogachtend,
Den Blauwvinger
10-11-2015
Amsterdam-Paramaribo

maandag 9 november 2015

NH-minister Dodson daagt scalianhouders uit naar rechter te stappen

Bewindsman: 'Ik heb niet gewerkt met een gedoogbeleid'

09-11-2015  De Surinaamse Krant/Dagblad Suriname


Minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) daagt de zes scalianhouders uit om naar de rechter te stappen. 'Ik ben nimmer deel geweest van het voeren van een gedoogbeleid ten aanzien van de scalians. De stukken zijn er inderdaad. Wat wel vast staat, is dat zij ondanks het zogenaamde gedoogbeleid, geen vergunning hadden om goudwinningswerkzaamheden in het gebied te verrichten. Dus het is hun recht als Surinamer om recht te gaan zoeken bij de rechter. Wij wachten af wat er dan gebeurt', aldus de bewindsman vandaag, maandag 9 november 2015, in het Dagblad Suriname. 

De scalianeigenaren Pieter Peneux van JPP International NV, Soenil Kalloe van Maxi Goldmining en Moreira Santos van Armadillo Mining NV, die op het stuwmeer naar goud zochten, overwegen de Staat voor het gerecht te slepen. Volgens de eigenaren, zo liet Peneux gisteren via Starnieuws weten, zouden zij over documenten beschikken die aangeven dat de overheid, de lokale bevolking, de Belastingdienst en de Commissie Ordening Goudsector (COG) lange tijd op de hoogte zijn geweest van de activiteiten op het stuwmeer. Er zijn volgens hun stukken die aangeven, dat er toestemming is verleend voor de bouw van de goudponton. De scalianeigenaren zijn er gebelgd over dat Gerold Dompig, manager van de commissie, de indruk heeft gewekt hen niet te kennen.

Dodson zegt gehandeld te hebben op basis van een klacht vanuit De Nationale Assemblee (DNA). 'Ik was genoodzaakt te handelen, omdat zij een direct bevel van mij hebben genegeerd, terwijl zij tegelijkertijd geen vergunning hadden. Ik heb niet gewerkt met gedoogbeleid', aldus Dodson.

Op NH zijn in oktober documenten opgedoken over afspraken, waarin scalianeigenaren toestemming van de vorige top van het ministerie (toenmalig minister Jim Hok, PALU) hadden om hun goudwinningsactiviteiten op het stuwmeer voort te zetten. Uit documentatie zou nu blijken, dat de voormalige top van NH meer de nadruk zou hebben gelegd op het economisch aspect van het mijnen van goud op de bodem van het stuwmeer.

Dodson zegt, dat het dossier over de toestemming die de scalianhouders zouden hebben van NH om goud te zoeken op de bodem van het stuwmeer, inmiddels aan waarnemend procureur generaal Roy Baidjnath Panday is overhandigd. Wat hiermee verder is gebeurd en hoeveel mensen tot nu toe de boetes hebben betaald, is hem vooralsnog niet bekend. De topman bij het Openbaar Ministerie heeft de minister nog niet op de hoogte gesteld van het resultaat. Vast staat, dat de eigenaren een boete is opgelegd van miljoenen Surinaamse dollars. Zij weigeren vooralsnog de boete te betalen.

Dodson zegt, dat hij vooralsnog niet zal reageren om het recente commentaar van zijn voorganger Jim Hok, die publiekelijk kenbaar maakte dat hij niets weet van enige toestemming. 'Laat de minister de papieren met harde afspraken over de scalians op het stuwmeer, die boven water zijn gekomen, zo snel mogelijk drogen en het in de publiciteit brengen. En ze naar de De Nationale Assemblee en whatever instantie sturen om de verdachtmakingen om te zetten in beschuldigingen. De zaken die hij aanhaalt, moet hij hard maken. Anders gaat men zeggen, dat Dodson liegt en allerlei zaken verzint om zijn voorganger in een kwaad daglicht te stellen. Het gaat niet gemakkelijk zijn voor hem om met zoiets te leven. Wie stuurt hem aan, in wiens belang past het', zei Hok eerder in de media.

Hij stelt, dat het helemaal niet waar is, dat hij concessies heeft verleend aan de scalianhouders tijdens zijn bewind. Volgens de PALU-voorzitter heeft het Kabinet van de President steeds in de weg gestaan, waardoor de aanpak niet kon worden gepleegd. 

Dodson zegt, dat in tegenstelling tot wat de scalianeigenaren beweren, hij tot nu toe nimmer rapportage van Dompig heeft gehad over het voeren van gedoogbeleid. Dompig heeft eerder aan de krant laten weten, dat inderdaad politieke toppers op NH en in de regering het optreden van de commissie tegenhielden.

Dompig zei, dat de Brokopondo-overeenkomst duidelijk aangeeft dat er geen aardverschuivende of verstorende werkzaamheden mogen plaatsvinden in het stuwmeer. Deze kunnen namelijk de stuwdam en hulpdammen in gevaar brengen. Erger nog kan een eventuele overstroming voor één van de grootste rampen zorgen. Volgens hem zijn er ongeveer tussen de 70 en 100 kleine vaartuigen op de Marowijne-, Suriname- en Lawarivier waarvan de meeste vergunningen hebben voor het graven van zand en grind. Wat volgens Dompig gebeurt, is dat de meeste van deze zandpontons kleine boxen hebben om ook wat goud op te vangen. Dit, terwijl zij geen vergunning daarvoor hebben.

De goudpontons ofwel grotere vaartuigen zijn volgens hem overgewaaid vanuit Brazilië en Guyana. In het begin waren zij op de Marowijnerivier, Surinamerivier en de Lawa. Wat de commissie volgens hem deed, was de registratie en de eigenaren verwijzen naar de belastingdienst en de GMD (Geologisch Mijnbouwkundige Dienst). Op den duur begon een deel zich echter te verschuiven naar het stuwmeer. De drijvende goudbedrijven zitten al ruim twee maanden aan de ketting bij een post van de commissie te Lebi Doti.

NH-minister Dodson daagt scalianhouders uit naar rechter te stappen

Bewindsman: 'Ik heb niet gewerkt met een gedoogbeleid'

09-11-2015  De Surinaamse Krant/Dagblad Suriname


Minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) daagt de zes scalianhouders uit om naar de rechter te stappen. 'Ik ben nimmer deel geweest van het voeren van een gedoogbeleid ten aanzien van de scalians. De stukken zijn er inderdaad. Wat wel vast staat, is dat zij ondanks het zogenaamde gedoogbeleid, geen vergunning hadden om goudwinningswerkzaamheden in het gebied te verrichten. Dus het is hun recht als Surinamer om recht te gaan zoeken bij de rechter. Wij wachten af wat er dan gebeurt', aldus de bewindsman vandaag, maandag 9 november 2015, in het Dagblad Suriname. 

De scalianeigenaren Pieter Peneux van JPP International NV, Soenil Kalloe van Maxi Goldmining en Moreira Santos van Armadillo Mining NV, die op het stuwmeer naar goud zochten, overwegen de Staat voor het gerecht te slepen. Volgens de eigenaren, zo liet Peneux gisteren via Starnieuws weten, zouden zij over documenten beschikken die aangeven dat de overheid, de lokale bevolking, de Belastingdienst en de Commissie Ordening Goudsector (COG) lange tijd op de hoogte zijn geweest van de activiteiten op het stuwmeer. Er zijn volgens hun stukken die aangeven, dat er toestemming is verleend voor de bouw van de goudponton. De scalianeigenaren zijn er gebelgd over dat Gerold Dompig, manager van de commissie, de indruk heeft gewekt hen niet te kennen.

Dodson zegt gehandeld te hebben op basis van een klacht vanuit De Nationale Assemblee (DNA). 'Ik was genoodzaakt te handelen, omdat zij een direct bevel van mij hebben genegeerd, terwijl zij tegelijkertijd geen vergunning hadden. Ik heb niet gewerkt met gedoogbeleid', aldus Dodson.

Op NH zijn in oktober documenten opgedoken over afspraken, waarin scalianeigenaren toestemming van de vorige top van het ministerie (toenmalig minister Jim Hok, PALU) hadden om hun goudwinningsactiviteiten op het stuwmeer voort te zetten. Uit documentatie zou nu blijken, dat de voormalige top van NH meer de nadruk zou hebben gelegd op het economisch aspect van het mijnen van goud op de bodem van het stuwmeer.

Dodson zegt, dat het dossier over de toestemming die de scalianhouders zouden hebben van NH om goud te zoeken op de bodem van het stuwmeer, inmiddels aan waarnemend procureur generaal Roy Baidjnath Panday is overhandigd. Wat hiermee verder is gebeurd en hoeveel mensen tot nu toe de boetes hebben betaald, is hem vooralsnog niet bekend. De topman bij het Openbaar Ministerie heeft de minister nog niet op de hoogte gesteld van het resultaat. Vast staat, dat de eigenaren een boete is opgelegd van miljoenen Surinaamse dollars. Zij weigeren vooralsnog de boete te betalen.

Dodson zegt, dat hij vooralsnog niet zal reageren om het recente commentaar van zijn voorganger Jim Hok, die publiekelijk kenbaar maakte dat hij niets weet van enige toestemming. 'Laat de minister de papieren met harde afspraken over de scalians op het stuwmeer, die boven water zijn gekomen, zo snel mogelijk drogen en het in de publiciteit brengen. En ze naar de De Nationale Assemblee en whatever instantie sturen om de verdachtmakingen om te zetten in beschuldigingen. De zaken die hij aanhaalt, moet hij hard maken. Anders gaat men zeggen, dat Dodson liegt en allerlei zaken verzint om zijn voorganger in een kwaad daglicht te stellen. Het gaat niet gemakkelijk zijn voor hem om met zoiets te leven. Wie stuurt hem aan, in wiens belang past het', zei Hok eerder in de media.

Hij stelt, dat het helemaal niet waar is, dat hij concessies heeft verleend aan de scalianhouders tijdens zijn bewind. Volgens de PALU-voorzitter heeft het Kabinet van de President steeds in de weg gestaan, waardoor de aanpak niet kon worden gepleegd. 

Dodson zegt, dat in tegenstelling tot wat de scalianeigenaren beweren, hij tot nu toe nimmer rapportage van Dompig heeft gehad over het voeren van gedoogbeleid. Dompig heeft eerder aan de krant laten weten, dat inderdaad politieke toppers op NH en in de regering het optreden van de commissie tegenhielden.

Dompig zei, dat de Brokopondo-overeenkomst duidelijk aangeeft dat er geen aardverschuivende of verstorende werkzaamheden mogen plaatsvinden in het stuwmeer. Deze kunnen namelijk de stuwdam en hulpdammen in gevaar brengen. Erger nog kan een eventuele overstroming voor één van de grootste rampen zorgen. Volgens hem zijn er ongeveer tussen de 70 en 100 kleine vaartuigen op de Marowijne-, Suriname- en Lawarivier waarvan de meeste vergunningen hebben voor het graven van zand en grind. Wat volgens Dompig gebeurt, is dat de meeste van deze zandpontons kleine boxen hebben om ook wat goud op te vangen. Dit, terwijl zij geen vergunning daarvoor hebben.

De goudpontons ofwel grotere vaartuigen zijn volgens hem overgewaaid vanuit Brazilië en Guyana. In het begin waren zij op de Marowijnerivier, Surinamerivier en de Lawa. Wat de commissie volgens hem deed, was de registratie en de eigenaren verwijzen naar de belastingdienst en de GMD (Geologisch Mijnbouwkundige Dienst). Op den duur begon een deel zich echter te verschuiven naar het stuwmeer. De drijvende goudbedrijven zitten al ruim twee maanden aan de ketting bij een post van de commissie te Lebi Doti.

vrijdag 6 november 2015

Scalianeigenaar Peneux: 'Alle scalians, eigenaren en werknemers staan geregistreerd bij Commissie Ordening Goudsector' - Dompig valt door de mand

Verontwaardiging onder scalianeigenaren over beweringen Dompig dat hij hen niet zou kennen


Eigenaren overwegen de Staat voor de rechter te slepen


De eigenaren van de scalians die in het stuwmeer naar goud zochten, overwegen de Staat voor het gerecht te slepen. 'We hebben alle bewijs om aan te tonen dat wij niet illegaal op het stuwmeer bezig waren. Iedereen was op de hoogte, het werd gedoogd', zegt Pieter Peneux namens de eigenaren vandaag, vrijdag 6 november 2015, op Starnieuws. 

Hij haalt een dikke enveloppe uit een brandkast. Daarin zitten de documenten die aantonen dat de scalianoperaties gedoogd werden door de overheid, de lokale bevolking, de Belastingdienst en de Commissie Ordening Goudsector (COG).

De drijvende goudbedrijven zijn al ruim twee maanden aan de ketting bij een post van de COG te Lebi Doti. De eigenaren is een boete opgelegd van miljoenen Srd’s. Zij zijn geenszins van plan om te betalen. 'Dat vertikken wij, omdat op grond van alle bewijzen die we hebben het moeilijk is aan te nemen, dat wij deze boetes moeten betalen. We hebben altijd geprobeerd zaken legaal te doen.'

Peneux toont documenten uit 2011 die aangeven, dat de overheid en het lokale bestuur lange tijd op de hoogte zijn geweest van de activiteiten op het stuwmeer.


Peneux geeft aan dat ruim 20 jaar scalians actief zijn in Suriname. De meeste zijn actief op de Marowijnerivier. Alle zestien draaien op volle toeren terwijl die van het stuwmeer gestopt zijn. De eerste scalian is in 2011 op het meer opgedoken. Er zijn stukken die aangeven, dat er toestemming is verleend voor de bouw van de goudponton.

De scalianeigenaren zijn er gebelgd over, dat Gerold Dompig, manager van de COG, de indruk heeft gewekt hen niet te kennen. 'We hebben nooit op het stuwmeer gewerkt zonder afspraken met meneer Dompig. Alle scalians, de eigenaren en werknemers staan geregistreerd bij de commissie. We betalen loonbelasting en self assesment. Met de leiding van de dorpen zijn ook afspraken gemaakt over percentages van de opbrengsten of vaste betalingen. Ook de districtscommissarissen weten van ons.'

Peneux meent, dat de scalians niet vernietigend bezig zijn geweest op het stuwmeer. 'We hebben altijd bij kreken gewerkt en niet hard op het stuwmeer. Ik kan bewijzen, dat waar de scalians gewerkt hebben het gebied na zes weken weer schoon is. Met kwik werken we niet. Wij halen juist met het zuigen van het materiaal het kwik uit de bodem, kwik dat door de goudzoekers op land in het water is terechtgekomen. We maken juist schoon.' 

Doordat de skalians nu werkeloos liggen aangemeerd, lijden de ondernemers veel schade. 'De machines moeten nog steeds draaien, de mensen die dat doen moeten we onderhouden, daarnaast onderhouden we ook het personeel van de overheid omdat die geen foerage stuurt.'

De eigenaren, Peneux van JPP International NV, Soenil Kalloe van Maxi Goldmining en Moreira Santos van Armadillo Mining NV, die samen negen scalians op het stuwmeer hebben, overwegen naar de rechter te stappen. 'We moeten ons gelijk gaan zoeken. De bewijzen liggen er, we waren niet illegaal zoals men het bracht. De stukken liggen bij minister van Natuurlijke Hulpbronnen en de procureur-generaal. We hebben no way out. We gaan tegen de Staat procederen, omdat het niet de procureur-generaal is die ons heeft gestopt. Dat heeft de minister van Natuurlijke Hulpbronnen gedaan.'

De vraag die nu gesteld kan worden is waarom scalianeigenaren als Peneux nooit eerder openheid van zaken hebben gegeven.....

(Red. De Surinaamse Krant/Starnieuws)

Noot:
De opmerkingen van Peneux bevestigen feitelijk hetgeen ik inzake de goudpontons heb betoogd: ze worden gedoogd door de regering, onder andere om op die manier forse bedragen te kunnen van de eigenaren via de Belastingdienst. Daarnaast blijkt uit zijn verhaal dat Gerold Dompig zich de afgelopen jaren van de domme heeft gehouden, terwijl hij donders goed alle ins en outs van de pontons wist. Dompig is dus werkelijk niet te vertrouwen en daarom was zijn commissie de afgelopen jaren ook nooit echt open naar de burgers toe, werd en wordt er nauwelijks actuele informatie via de website van de commissie gedeeld en daarom zijn er ook nimmer inhoudelijke- en financiële jaarverslagen verschenen.

Scalianeigenaar Peneux: 'Alle scalians, eigenaren en werknemers staan geregistreerd bij Commissie Ordening Goudsector' - Dompig valt door de mand

Verontwaardiging onder scalianeigenaren over beweringen Dompig dat hij hen niet zou kennen


Eigenaren overwegen de Staat voor de rechter te slepen


De eigenaren van de scalians die in het stuwmeer naar goud zochten, overwegen de Staat voor het gerecht te slepen. 'We hebben alle bewijs om aan te tonen dat wij niet illegaal op het stuwmeer bezig waren. Iedereen was op de hoogte, het werd gedoogd', zegt Pieter Peneux namens de eigenaren vandaag, vrijdag 6 november 2015, op Starnieuws. 

Hij haalt een dikke enveloppe uit een brandkast. Daarin zitten de documenten die aantonen dat de scalianoperaties gedoogd werden door de overheid, de lokale bevolking, de Belastingdienst en de Commissie Ordening Goudsector (COG).

De drijvende goudbedrijven zijn al ruim twee maanden aan de ketting bij een post van de COG te Lebi Doti. De eigenaren is een boete opgelegd van miljoenen Srd’s. Zij zijn geenszins van plan om te betalen. 'Dat vertikken wij, omdat op grond van alle bewijzen die we hebben het moeilijk is aan te nemen, dat wij deze boetes moeten betalen. We hebben altijd geprobeerd zaken legaal te doen.'

Peneux toont documenten uit 2011 die aangeven, dat de overheid en het lokale bestuur lange tijd op de hoogte zijn geweest van de activiteiten op het stuwmeer.


Peneux geeft aan dat ruim 20 jaar scalians actief zijn in Suriname. De meeste zijn actief op de Marowijnerivier. Alle zestien draaien op volle toeren terwijl die van het stuwmeer gestopt zijn. De eerste scalian is in 2011 op het meer opgedoken. Er zijn stukken die aangeven, dat er toestemming is verleend voor de bouw van de goudponton.

De scalianeigenaren zijn er gebelgd over, dat Gerold Dompig, manager van de COG, de indruk heeft gewekt hen niet te kennen. 'We hebben nooit op het stuwmeer gewerkt zonder afspraken met meneer Dompig. Alle scalians, de eigenaren en werknemers staan geregistreerd bij de commissie. We betalen loonbelasting en self assesment. Met de leiding van de dorpen zijn ook afspraken gemaakt over percentages van de opbrengsten of vaste betalingen. Ook de districtscommissarissen weten van ons.'

Peneux meent, dat de scalians niet vernietigend bezig zijn geweest op het stuwmeer. 'We hebben altijd bij kreken gewerkt en niet hard op het stuwmeer. Ik kan bewijzen, dat waar de scalians gewerkt hebben het gebied na zes weken weer schoon is. Met kwik werken we niet. Wij halen juist met het zuigen van het materiaal het kwik uit de bodem, kwik dat door de goudzoekers op land in het water is terechtgekomen. We maken juist schoon.' 

Doordat de skalians nu werkeloos liggen aangemeerd, lijden de ondernemers veel schade. 'De machines moeten nog steeds draaien, de mensen die dat doen moeten we onderhouden, daarnaast onderhouden we ook het personeel van de overheid omdat die geen foerage stuurt.'

De eigenaren, Peneux van JPP International NV, Soenil Kalloe van Maxi Goldmining en Moreira Santos van Armadillo Mining NV, die samen negen scalians op het stuwmeer hebben, overwegen naar de rechter te stappen. 'We moeten ons gelijk gaan zoeken. De bewijzen liggen er, we waren niet illegaal zoals men het bracht. De stukken liggen bij minister van Natuurlijke Hulpbronnen en de procureur-generaal. We hebben no way out. We gaan tegen de Staat procederen, omdat het niet de procureur-generaal is die ons heeft gestopt. Dat heeft de minister van Natuurlijke Hulpbronnen gedaan.'

De vraag die nu gesteld kan worden is waarom scalianeigenaren als Peneux nooit eerder openheid van zaken hebben gegeven.....

(Red. De Surinaamse Krant/Starnieuws)

Noot:
De opmerkingen van Peneux bevestigen feitelijk hetgeen ik inzake de goudpontons heb betoogd: ze worden gedoogd door de regering, onder andere om op die manier forse bedragen te kunnen van de eigenaren via de Belastingdienst. Daarnaast blijkt uit zijn verhaal dat Gerold Dompig zich de afgelopen jaren van de domme heeft gehouden, terwijl hij donders goed alle ins en outs van de pontons wist. Dompig is dus werkelijk niet te vertrouwen en daarom was zijn commissie de afgelopen jaren ook nooit echt open naar de burgers toe, werd en wordt er nauwelijks actuele informatie via de website van de commissie gedeeld en daarom zijn er ook nimmer inhoudelijke- en financiële jaarverslagen verschenen.