
Dat er van alles gebeurde op de Surinaamse goudvelden in het binnenland was al vele jaren bekend bij de overheid en bij milieuorganisaties. Halverwege 1994 kreeg Suriname meer en meer last van vooral – illegale - Braziliaanse goudzoekers. In die tijd was de president van het land Ronald Runaldo Venetiaan. Hij was de onrust op de goudvelden meer dan zat en besloot om de illegale Brazilianen hard aan te pakken.
Het Nederlands Dagblad schreef hierover, onder de kop ‘Actie Suriname tegen illegale goudzoekers’ in haar editie van 18 juni 1994:
‘(...) Onlangs arresteerde de politie 33 Brazilianen. Ze moeten een boete van vijfduizend dollar betalen, worden het land uitgezet en mogen nooit meer een voet in Suriname zetten. Voor deze harde aanpak is gekozen, omdat de veelal tot de tanden bewapende illegale goudzoekers de lokale bevolking intimideren, en bovendien het milieu vervuilen met zware metalen, door de methoden deze gebruiken. ‘We moeten ze niet met fluwelen handschoenen aanpakken, maar met bokshandschoenen’, aldus de Surinaamse minister van Justitie en Politie, Soeshiel Girjasingh. Maar hij gaf ook al aan dat het geen gemakkelijke zaak zal worden. ‘De goudzoekers werken niet voor zichzelf. Hun bazen zijn vaak Surinamers uit Paramaribo of uit het binnenland.’ (...) Ook om economische redenen wil Suriname van de gouddelvers af. Doordat het goud dat ze vinden het land illegaal verlaat, beroven ze in theorie de schatkist. Het goud in de Surinaamse bodem is een van de weinige lichtpuntjes voor de zwakke economie van het arme land. De regering heeft een contract gesloten met de Amerikaanse maatschappij Golden Star, die in Suriname de grootste goudmijn van Zuid-Amerika wil openen.’
In december van datzelfde jaar dreigde de situatie totaal uit de hand te lopen. De regering dreigde de ongeveer 2.000 vooral Braziliaanse illegale goudzoekers in het binnenland met luchtaanvallen. Het Canadese goudmijnbedrijf Golden Star, dat een concessie had in het binnenland van Suriname, dreigde haar mijn te Brokopondo te sluiten en de 200 werknemers te ontslaan, tenzij de overheid de illegale goudzoekers voor 2 januari 1995 had weten te verwijderd. Zij gebruikten veel giftig kwik, dat in de nabijgelegen rivieren stroomde, vochten onderling en verspreidden malaria.

Op 3 juli 2007 werd op het ministerie van Defensie de commissie Operatie Clean Sweep geïnstalleerd. Hierin kregen vertegenwoordigers van diverse ministeries zitting, waaronder Justitie en Politie, Defensie, Regionale Ontwikkeling en Natuurlijke Hulpbronnen. Door de minister van Regionale Ontwikkeling, Michel Felisie, werd op die dag met nadruk erop gewezen dat de goudwinning lokale bewoners helpt om te overleven. Het ontstaan van de situatie rond de kleinschalige goudwinning had echter een voorgeschiedenis, te weten de Binnenlandse Oorlog, waardoor bewoners in een isolement terecht waren gekomen. Om niet om te komen van de honger, gingen zij hun geluk gaan beproeven in de goudsector. Maar, ook Brazilianen kwamen hun geluk zoeken in Suriname, met als gevolg een losbandige leef- en werksituatie in de goudvelden.
De Clean Sweep operatie werd leven in geblazen en werd een begrip in Suriname. Het werd feitelijk de ‘harde’ en in zekere zin mislukte voorloper van de eind 2010 geïnstalleerde succesvol te noemen ‘zachte’ presidentiële Commissie Ordening Goudsector van de regering Bouterse-Ameerali.
Door: Paul Kraaijer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten