vrijdag 6 december 2013

Parlementsleden uit binnenland willen einde gedogen door overheid van goudpontons - Gedoogbeleid om belasting te innen van eigenaren skalians

Dompig (Commissie Ordening Goudsector): ‘Delen van dorpen hebben belangen bij goudpontons’

Werkelijke reden gedogen pontons: spekken staatskas door belasting te innen

06-12-2013


Paramaribo - Assembleeleden uit het binnenland willen een einde aan het regerings gedoogbeleid van goudpontons op rivieren en het stuwmeer. Maar, volgens Gerold Dompig, voorzitter van het Managementteam van de Commissie Ordening Goudsector, is die aanwezigheid van de drijvende goudfabrieken te wijten aan de belangen, die delen van dorpen hieraan hebben. De mensen innen geld van eigenaren van goudpontons en zijn hiervan afhankelijk om in hun levensonderhoud te voorzien.

‘Als we de pontons verwijderen, zullen gezinnen in geldnood komen te verkeren. Wij moeten kiezen voor het algemeen belang’, stelt Dompig. Hiermee wordt de goudsector echter niet geordend, maar een illegaal deel ervan toegestaan onder toeziend oog van de commissie en dus van de regering! Een zeer kwalijke zaak, waarin vernietiging van de oh zo geroemde biodiversiteit in het binnenland ondergeschikt is gemaakt aan het vullen van de staatskas.

‘Dit is een drogreden om niet tegen goudpontons op te treden van wie de eigenaren invloedrijke kapitalisten zijn. De belangen van deze personen worden veiliggesteld’, zegt BEP-parlementariër Ronny Asabina van Brokopondo. Hij beweert enkele namen te kennen, maar wil deze niet prijsgeven. De namen zijn volgens hem bekend bij de commissie.

Een grote skalian op het stuwmeer gefotografeerd door het BEP-Assembleelid Asabina.

'Misschien worden de belangen van deze personen beschermd, die het gedoogbeleid uitvoeren’, reageert Walter Bonjaski, volksvertegenwoordiger namens de ABOP van Sipaliwini. Ook hij waagt zich er niet aan om namen te noemen. ‘Ik ken geen enkel gedoogbeleid. De commissie moet alle goudpontons verwijderen, want die vervuilen de rivieren.’
Als gevolg van deze goudwinning in open wateren wordt ook zand en grind opgehoopt, waardoor vaargeulen dichtgaan. ABOP-Assembleelid Marinus Bee van Marowijne vraagt zich af waarom de commissie wel lokale goudzoekers heeft verwijderd die activiteiten ontplooien aan land. De dorpelingen hadden ook belangen bij deze manier van goudwinning. ‘Er is wel tegen deze jongens opgetreden, maar nu niet tegen de goudpontons.’

Volgens de parlementariërs gaat het om kleine groepen mensen die geld innen. Er moet tegen deze personen worden opgetreden, zodat ze zich net als iedereen houden aan de wet. Asabina wijst erop dat hij, samen met basya’s, kapiteins, jongeren- en vrouwenorganisatie van Sarakreek zijn misnoegen heeft geuit over goudpontons in het stuwmeer.

‘Er is een breed draagvlak, maar nu zijn er drie goudpontons in het meer.’ De parlementariër zal tijdens de begrotingsbehandeling een motie indienen voor het verwijderen van alle goudpontons in de rivieren. De Commissie Ordening Goudsector is volgens hem in het leven geroepen om de goudsector te ordenen en niet om de illegaliteit te reguleren.

Het gedoogbeleid wordt gevoerd in afwachting van het maken van wetten voor deze vorm van goudwinning. Volgens Dompig heeft de commissie zestien skalians en ruim honderd kleine pontons geregistreerd en deze dienen belasting te betalen. De skalians zijn voornamelijk actief op de Suriname- en Marowijnerivier. Volgens hem zijn goudpontons aan regels gebonden en deze mogen onder meer geen goud zoeken in het stuwmeergebied.

Goudpontons zijn aan regels gebonden en een van die regels is, dat er geen goud mag worden gewonnen in open wateren in Suriname en dus ook niet in rivieren. Toch wordt dat toegestaan door de commissie.

Parlementsleden uit binnenland willen einde gedogen door overheid van goudpontons - Gedoogbeleid om belasting te innen van eigenaren skalians

Dompig (Commissie Ordening Goudsector): ‘Delen van dorpen hebben belangen bij goudpontons’

Werkelijke reden gedogen pontons: spekken staatskas door belasting te innen

06-12-2013


Paramaribo - Assembleeleden uit het binnenland willen een einde aan het regerings gedoogbeleid van goudpontons op rivieren en het stuwmeer. Maar, volgens Gerold Dompig, voorzitter van het Managementteam van de Commissie Ordening Goudsector, is die aanwezigheid van de drijvende goudfabrieken te wijten aan de belangen, die delen van dorpen hieraan hebben. De mensen innen geld van eigenaren van goudpontons en zijn hiervan afhankelijk om in hun levensonderhoud te voorzien.

‘Als we de pontons verwijderen, zullen gezinnen in geldnood komen te verkeren. Wij moeten kiezen voor het algemeen belang’, stelt Dompig. Hiermee wordt de goudsector echter niet geordend, maar een illegaal deel ervan toegestaan onder toeziend oog van de commissie en dus van de regering! Een zeer kwalijke zaak, waarin vernietiging van de oh zo geroemde biodiversiteit in het binnenland ondergeschikt is gemaakt aan het vullen van de staatskas.

‘Dit is een drogreden om niet tegen goudpontons op te treden van wie de eigenaren invloedrijke kapitalisten zijn. De belangen van deze personen worden veiliggesteld’, zegt BEP-parlementariër Ronny Asabina van Brokopondo. Hij beweert enkele namen te kennen, maar wil deze niet prijsgeven. De namen zijn volgens hem bekend bij de commissie.

Een grote skalian op het stuwmeer gefotografeerd door het BEP-Assembleelid Asabina.

'Misschien worden de belangen van deze personen beschermd, die het gedoogbeleid uitvoeren’, reageert Walter Bonjaski, volksvertegenwoordiger namens de ABOP van Sipaliwini. Ook hij waagt zich er niet aan om namen te noemen. ‘Ik ken geen enkel gedoogbeleid. De commissie moet alle goudpontons verwijderen, want die vervuilen de rivieren.’
Als gevolg van deze goudwinning in open wateren wordt ook zand en grind opgehoopt, waardoor vaargeulen dichtgaan. ABOP-Assembleelid Marinus Bee van Marowijne vraagt zich af waarom de commissie wel lokale goudzoekers heeft verwijderd die activiteiten ontplooien aan land. De dorpelingen hadden ook belangen bij deze manier van goudwinning. ‘Er is wel tegen deze jongens opgetreden, maar nu niet tegen de goudpontons.’

Volgens de parlementariërs gaat het om kleine groepen mensen die geld innen. Er moet tegen deze personen worden opgetreden, zodat ze zich net als iedereen houden aan de wet. Asabina wijst erop dat hij, samen met basya’s, kapiteins, jongeren- en vrouwenorganisatie van Sarakreek zijn misnoegen heeft geuit over goudpontons in het stuwmeer.

‘Er is een breed draagvlak, maar nu zijn er drie goudpontons in het meer.’ De parlementariër zal tijdens de begrotingsbehandeling een motie indienen voor het verwijderen van alle goudpontons in de rivieren. De Commissie Ordening Goudsector is volgens hem in het leven geroepen om de goudsector te ordenen en niet om de illegaliteit te reguleren.

Het gedoogbeleid wordt gevoerd in afwachting van het maken van wetten voor deze vorm van goudwinning. Volgens Dompig heeft de commissie zestien skalians en ruim honderd kleine pontons geregistreerd en deze dienen belasting te betalen. De skalians zijn voornamelijk actief op de Suriname- en Marowijnerivier. Volgens hem zijn goudpontons aan regels gebonden en deze mogen onder meer geen goud zoeken in het stuwmeergebied.

Goudpontons zijn aan regels gebonden en een van die regels is, dat er geen goud mag worden gewonnen in open wateren in Suriname en dus ook niet in rivieren. Toch wordt dat toegestaan door de commissie.