zaterdag 20 december 2014

Vier jaar ordening goudsector in Suriname heeft te weinig opgeleverd: het failliet van een commissie

Presidentiële Commissie Ordening Goudsector bestaat vier jaar

Illegale goudwinning tiert welig, kwik wordt onverminderd gebruikt, goudpontons actief op stuwmeer en rivieren en biodiversiteit vernietigd

Registratie en 'biomedische pas' goudzoekers leveren niets op

20-12-2014  Door: Paul Kraaijer/De Surinaamse Krant


De presidentiële Commissie Ordening Goudsector bestaat vandaag, zaterdag 20 december 2014, precies vier jaar. Vier jaren van ordening van de kleinschalige goudsector zal ongetwijfeld het nodige hebben opgeleverd. Maar, terugkijkend op de afgelopen vier jaren ordening moet helaas geconcludeerd worden, dat er nog bar weinig werkelijk structureel geordend is. Van ordening lijkt nauwelijks sprake te zijn. Het is een beleid dat drijft op gedogen en pappen en nat houden.

De commissie werkt vaak ad hoc, reageert op problemen in het veld, is weinig tot niet proactief, lijkt een gesloten commissie waarvan een van de woordvoerders, de leider van het Managementteam Gerold Dompig, moeite heeft met kritieken op het functioneren van zijn commissie en die zelden tot nooit naar buiten treedt met eigen persberichten, verklaringen, laat staan met rapporten en financiële verantwoordingen en van gedane toezeggingen en beloften is weinig tot niets terechtgekomen.
Daarenboven worden nu en dan wat illegale goudzoekers (porknokkers) uit bepaalde gebieden verwijderd, die binnen de kortste keren weer terug zijn, omdat ze niet snel genoeg nieuwe werkgebieden toegewezen krijgen.

Een van de eerste taken van de commissie was het registreren van goudzoekers. Ook werden zij voorzien van een zogenoemde biomedische pas. Maar, wat die registratie en het verstrekken, tegen een forse betaling overigens, van die pas hebben opgeleverd is vandaag de dag onduidelijk. Tegen het gebruik van kwik wordt niet opgetreden. De grenzen van Suriname zijn zo lek als een mandje, dus zolang er niet tegen het gebruik van kwik op de goudvelden wordt opgetreden, blijft kwik Suriname binnen gesmokkeld worden. Tegen de aanwezigheid van de zogenoemde scalians ofwel goudpontons op rivieren en het stuwmeer is ook niet of nauwelijks opgetreden. Neen, omdat de eigenaren van deze vernietigende drijvende goudfabrieken de staatskas flink vullen via forse opgelegde belastingaanslagen.

De website van de commissie is verre van actueel. Zo is bij de 'Agenda' dit te lezen als laatste agendapunt:

'De ordening goudsector heeft diverse activiteiten en werkzaamheden. Op dit moment staat gepland:
Registratie van goudopkopers
vanaf woensdag 6 juli 2011 (ongoing)
maandag - vrijdag tussen 8.00 en 15.00 uur
Hoofdkantoor: Mr. J. Lachmonstraat 181, Paramaribo'

Onder het kopje 'Documenten' is het laatste gepubliceerde document een presentatie van Gerold Dompig over de stand van zaken van de werkzaamheden van de commissie van 14 maart 2013.

De commissie lijkt niet echt veel actuele informatie te willen delen met het publiek via haar website. Verantwoording wordt niet door de commissie afgelegd, terwijl er miljoenen Surinaamse dollars in het functioneren van de commissie worden gepompt. (In de ontwerpbegroting 2013 van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen was ruim Srd 26 miljoen hiervoor uitgetrokken. Vergeleken met 2012 betekende dat een stijging van ruim Srd 9,5 miljoen.)

Kritiek uit oppositie en coalitie
Van veel toegezegde en beloofde zaken door de commissie is de afgelopen vier jaren nauwelijks iets tot helemaal niets terechtgekomen. Begin dit jaar kwam er meer en meer kritiek op het functioneren van de commissie en zelfs de roep om het opheffen ervan, vooral uit de politiek en zowel uit de oppositie als uit de coalitie in het parlement.

'De commissie Ordening Goudsector (...) heeft haar langste tijd gehad. Het is een totale flop waarin de Staat elk jaar steeds weer miljoenen stopt.' Dit zei (coalitie) parlementariër Marinus Bee (A Combinatie/ABOP). Volgens hem is het de hoogste tijd dat de president deze commissie ontbindt, zo liet hij op 10 februari dit jaar via de nieuwswebsite Starnieuws weten. Bee: 'De illegale porknokkers zouden een legale status krijgen en ook terrein om te werken. De Staat zou meer aan belasting innen uit deze kleinschalige goudsector. Niets hiervan is bereikt, het rendement evenaart de nul, terwijl we elk jaar zien dat er miljoenen worden opgebracht op de begroting van Natuurlijke Hulpbronnen voor de ordening. Ik ben bereid de discussie aan te gaan met wie dan ook over de output. Een van de belangrijkste reden voor het falen van de ordening in de goudsector is ook dat het vertrouwen tussen het veld en de commissie totaal is geschaad.'

Ruim een maand later, 14 maart, kwam het parlementslid Asiskumar Gajadien van de Verenigde Hervormings Partij (VHP) met documenten op de proppen in De Nationale Assemblee (het parlement) waar moest blijken dat te veel betaald was voor de zogenoemde Mining Service Center-kantoortjes van de commissie in het dorp Atjoni. Volgens Gajadien ontving Global Vastgoed-directeur Ajai Bhiekhemsing voor de post te Brownsweg, kilometer 34, 352.750 Surinaamse dollar. ‘Over het algemeen kosten bouwwerken die wij in het binnenland opzetten vaak het dubbele van wat aannemers in de kustvlakte zouden vragen’, was de reactie van Dompig tegenover Starnieuws. Hij stelde dat de transportkosten van materialen hoger zijn. Ook moet extra voor arbeidskosten worden betaald, omdat overnachting en voeding van de arbeiders ingecalculeerd moeten worden. In de praktijk blijken volgens hem ook maar weinig aannemers bereid te zijn in de verre binnenlanden hun arbeiders voor langere tijd uit te besteden.

Vrij recent, zei het BEP-Assembleelid Ronny Asabina in het Dagblad Suriname: ‘De Commissie Ordening Goudsector is een vloek voor de goudsector. Waar de binnenlandbewoners met veel fanfare deze commissie hebben verwelkomd, blijkt dat ze nu opgescheept zitten met een regelrechte vloek.’ Volgens de politicus bezorgt de commissie slechts problemen binnen de sector in plaats van dat zij de goudsector daadwerkelijk ordent. ‘Nog nooit heb ik zoveel roofovervallen en moorden meegemaakt op de goudvelden.’
Asabina hekelt vooral het feit, dat er te weinig wordt gecommuniceerd met de belanghebbenden. ‘Ordening moet inhouden, dat het delven van goud in de illegale sfeer wordt gelegaliseerd. Maar, deze is nog steeds niet gerealiseerd. Ook is het onduidelijk wat de functie en de taakstelling zijn van de leden van de commissie die riante salarissen uitbetaald krijgen.’
Er bestaat volgens Asabina geen twijfel over, dat er met geld over de balk is gegooid ten behoeve van deze commissie.

Waar blijft fonds voor goudzoekers?
In het ‘Ontwikkelingsplan 2012 – 2016 – Suriname in Transformatie’ van de regering Bouterse-Ameerali daterend van februari 2012, is onder ‘III.5.1. Goud en Ordening Goudsector' onder andere te lezen:

‘(...) De Regering zal op korte termijn een staatsbesluit slaan, betreffende de instelling van een investeringsfonds, ten behoeve van de ontwikkeling van de goudsector. Dit fonds zal het financieren van activiteiten in de sector die ondersteunend zijn naar de complete ordening en de duurzame ontwikkeling van de sector ter hand nemen. Kleine en middelgrote ondernemers alsook de overheid en Niet Gouvernementele Organisaties, NGO’s, zullen in aanmerking kunnen komen voor financiering van initiatieven en activiteiten, gericht op het opheffen van de chaotische, illegale en onveilige situatie in de goudrijke gebieden.’

Al op 6 november 2011 liet Gerold Dompig, weten dat er een investeringsfonds moest komen om kleinschalige goudzoekers te voorzien van een financiering. 'Er zijn nog wat haken en ogen hieraan. Wat doe je als de mijnbouwer failliet gaat of de lening niet kan betalen? Dit alles moet nog uitgewerkt worden en volgend jaar wordt het gepresenteerd', zei Dompig op de nieuwswebsite Starnieuws.
Inmiddels is het bijna 2015 en het fonds is er nog steeds niet. Wel blijkt de commissie recent de beschikking te hebben over een eigen verplaatsbaar milieuvriendelijke goudwinningsmachine waarbij voor de winning van goud geen kwik hoeft te worden gebruikt, zo blijkt uit een promovideo van de commissie (zie elders in dit artikel de video). Maar, wat is nu een van zo'n machine in het complete binnenland? Een druppel op een gloeiende plaat.....

Kwik, ondanks toezegging, nog steeds niet uitgebannen
Een andere door Gerold Dompig gedane toezegging is ook niet bewaarheid geworden, integendeel. Hij verkondigde in 2012 dat per 1 januari 2013 kwik zou zijn uitgebannen van de Surinaamse goudvelden. Feitelijk een onzinnige aankondiging. Iedereen weet immers, dat de grenzen van het land zo lek zijn als een mandje en dat kwik ongemerkt vanuit buurlanden als Guyana het land in wordt gesmokkeld. Nu en dan wordt er wat kwik bij Burnside, in het district Coronie, bij toeval, tijdens een routine verkeerscontrole, onderschept. Porknokkers en garimpeiro's (Braziliaanse goudzoekers) maken nog steeds op grote schaal gebruik van kwik (worden in geen enkel opzicht vanuit Paramaribo gestimuleerd en gemotiveerd om over te stappen op milieuvriendelijke winningsmethoden en –apparatuur) en verontreinigen daardoor het water in de kreken en rivieren en schaden de gezondheid van de inheemsen en marrons in het binnenland die van dat water dagelijks gebruikmaken. Denk aan de bewoners van Apetina en Anapaike (Wayana’s) bij de Lawarivier, bij wie een aantal jaren geleden uit onderzoek bleek, dat zij een te hoog kwikgehalte in hun haren hadden.

Geen enkele controle op kwikgebruik door goudzoekers binnenland
De regering en dus de Commissie Ordening Goudsector neemt echter nog steeds geen 'stevige' maatregelen om het gebruik van kwik uit te bannen. Er wordt op het gebruik ervan niet tot nauwelijks structureel gecontroleerd, bijvoorbeeld door onaangekondigde veldbezoeken, door agenten en/of militairen ofwel door de gewapende machten. De eerste hoeveelheid kwik moet nog in het binnenland in beslag worden genomen en de eerste goudzoeker die deze stof gebruikt moet nog beboet worden.

Voor milieu schadelijke goudpontons (scalians) worden gedoogd om staatskas te spekken
Medio juli 2011 werkte de Commissie Ordening Goudsector aan een plan om alle goudpontons te verwijderen. Dat was nog netjes, aldus Dompig, gelet op de manier waarop Frankrijk in buurland Frans-Guyana hiermee omging: ‘De Fransen zagen ze in tweeën door.’ Tegenover De Ware Tijd van 21 juli zei Dompig, dat het beleid van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen ‘duidelijk’ is. ‘Er worden geen vergunningen verstrekt om goud te winnen in de wateren van Suriname.’
Dompig liet eind juli tijdens een persconferentie weten dat het verboden is om naar goud te zoeken in het stuwmeer. ‘Niemand mag goud zoeken op het meer. Zelfs een kind kan begrijpen dat als je daar iets op de bodem gaat doen, de stuwdam kan worden ondermijnd. Vandaar dat er geen vergunningen worden afgegeven voor het goudzoeken of andere materialen zoals grind, zand of wat dan ook’, aldus de woordvoerder van de Commissie Ordening Goudsector. Over een geheimzinnige ‘scalian’ op het stuwmeer zei Dompig: ‘Dat ding mag daar niet zijn, vandaar dat wij hebben gezegd vanaf dag één, u moet hier weg, en uiteindelijk is het gevaarte daar weggehaald. In het kader van algemeen beleid gaan we kijken wat we gaan doen met deze grote ‘scalian’, maar ook met die tweehonderd kleintjes die staan op de Marowijnerivier, Surinamerivier en alle andere rivieren.’

Het bleken weer loze woorden van Dompig. De ‘scalian’ bleek op 27 december 2011 nog steeds niet te zijn verwijderd. Waarom dat niet was gebeurd, ondanks de woorden van Dompig, bleef onbekend.

Goudponton op stuwmeer. (Bron foto: Ronny Asabina)
Op 20 juli 2012 werd bekend, dat de Commissie Ordening Goudsector de goudwinningsactiviteiten van een groot ponton in de Marowijnerivier bij Langetabbetje had stopgezet, op verzoek van een van de lokale gezagsdragers. Volgens Gerold Dompig waren de goudzoekers bezig de structuur van het eiland aan te tasten. Naast het stopzetten van de activiteiten van het ponton werden ook de bouwwerkzaamheden van een ander ponton stopgezet. Ook in de Surinamerivier tussen de recreatieoorden White Beach en Berg en Dal zijn goudwinningsactiviteiten. ‘Ten aanzien van de pontons op de Surinaamse wateren is er een belangrijke operatie op komst’, aldus Dompig in de Times of Suriname van 20 juli. Die operatie gaat uitgevoerd worden, omdat goudzoekers al jaren illegaal op het water opereren en zich verrijken zonder dat ze een kopercent aan belasting betalen, aldus de krant. Dompig: ‘Inmiddels hebben eigenaren van de meeste actieve pontons op het water forse belastingaanslagen gehad van de Belastingdienst.’

Het optreden tegen goudpontons bleek begin september 2012 niets meer en niets minder dan een wassen neus te zijn. Bekend werd toen, dat de eigenaren van zestien grote goudpontons belastingaanslagen van gemiddeld vijf miljoen Surinaamse dollars hadden ontvangen. Volgens Dompig zouden ook eigenaren van kleine pontons aanslagen gaan ontvangen. De pontons riskeren verwijderd te worden als na onderzoek blijkt dat het milieu teveel schade van hun activiteiten ondervindt, zo berichtte De Ware Tijd op zaterdag 8 september 2012. De regering leek hiermee de aanwezigheid van goudpontons in de Surinaamse wateren te gedogen om de staatskas te kunnen spekken. De overheid gaat totaal voorbij aan eigen wetgeving die het zoeken naar goud in wateren in het land verbiedt. De regering kijkt toe hoe de bodem van diverse rivieren en van het stuwmeer op plaatsen wordt omgewoeld, wordt vernietigd door die drijvende goudfabrieken.

Nog recentelijk, donderdag 4 december, werd bekend dat negen goudpontons actief zijn op het stuwmeer en op diverse rivieren. Volgens het parlementslid Asiskumar Gajadien van de Verenigde Hervormingspartij, VHP, in het Dagblad Suriname op die dag, zouden die vaartuigen 'toebehoren aan personen die dichtbij de contreien van president Desi Bouterse zitten'.

Registratie en 'biomedische pas' leveren niets op
De commissie startte haar werkzaamheden op 10 januari 2011 voortvarend met de registratie van werknemers in de kleinschalige goudsector. In twee dagen tijd hadden zich al ruim zevenentwintighonderd personen gemeld bij de diverse registratieposten. Meer dan vijfentwintighonderd mensen hadden zich gemeld bij de posten te Merian, in het oosten van het land, en Afobaka en in Paramaribo bij het kantoor van de commissie in het onderkomen van de Geologische Mijnbouwkundige Dienst tweehonderdentien, vooral concessie- en machinehouders. Iedereen die werkzaam is in de goudsector of directe verdiensten heeft uit die sector was opgeroepen om zich te melden. Bij de registratie moesten mensen hun naam, werkgebied en nationaliteit doorgeven.
Tien maanden later zei Dompig in het STVS/SRS-programma 'Mmanten Taki', dat in 2011 ruim tienduizend goudzoekers waren geregistreerd en tweehonderd machinehouders. Er zouden ongeveer dertigduizend porknokkers actief zijn in het binnenland. Begin maart 2012 maakte het lid van de Commissie Ordening Goudsector Melvin Linscheer bekend dat 14.500 goudzoekers waren geregistreerd. Daarvan slechts 3.827 Surinamers en maar liefst 10.849 buitenlanders, voornamelijk Braziliaanse garimpeiro's.

In de tweede week van juli 2012 begon de commissie met het verstrekken van legitimatiebewijzen aan alle geregistreerde goudzoekers. Volgens Dompig vormt het pasjessysteem een belangrijk onderdeel van de herstructurering van de goudsector. Het gaat om ID- kaarten, waarop alle biomedische gegevens van de houder, zoals vingerafdrukken, zijn opgenomen. Het pasjessysteem is een kostbare, maar noodzakelijke, operatie geweest. De software zou rond de 200.000 Surinaamse dollar hebben gekost. De ID-kaarten hebben een watervast laminaat laagje met ingebouwde chip, waarop de persoonsinformatie van de goudzoeker is vastgelegd. De beveiliging van de chip was nodig om te voorkomen, dat de gegevens gemakkelijk gekopieerd kunnen worden voor fraudegevoelige handelingen. De chip registreert alle bewegingen van de kaarthouder, waardoor de verantwoordelijke instanties exact kunnen weten in welke mijn een goudzoeker zich bevindt. Vanwege de hoge kosten van de operatie wordt eenmalig een bedrag van Srd 700 voor lokale goudzoekers in rekening gebracht. Buitenlandse goudzoekers moeten Srd 1.700 moeten betalen voor hun pas.

(Born foto: Dagblad Suriname)
De eerste mijnbouwpas voor goudzoekers werd pas op vrijdag 7 september 2012 door Dompig overhandigd aan een Braziliaanse goudzoeker uit het Meriangebied. De Commissie Ordening Goudsector was twee maanden eerder begonnen met de tweede registratiefase van goudzoekers die in aanmerking kwamen voor de pas. Volgens Dompig liet de pas iets langer op zich wachten vanwege technische problemen en problemen met de stroom- en internetvoorziening. ‘Wij konden geen vingerafdrukken naar Paramaribo sturen voor onze database. Maar gelukkig zijn de problemen al opgelost’, zo zei Dompig tegenover de Times of Suriname van 8 september. Maar, volgens die krant, waren er slechts tien pasjes gereed die spoedig verstrekt zouden worden.
De pas heeft voor zowel de overheid als de goudzoeker voordelen. Met de pas wordt een goudzoeker gekoppeld aan het belastingsysteem van de overheid, mag de goudzoeker werken in de goudsector en wordt hij lid van de School of Mining. Als lid van de School of Mining kan de goudzoeker gratis trainingen volgen die verzorgd zullen worden door de Commissie Ordening Goudsector.

'Het is belachelijk als ik bij moet houden hoeveel pasjes er zijn verstrekt'
Nadat op 7 september 2012 de eerste biomedische pas aan een goudzoeker was overhandigd, werd al snel duidelijk dat de meeste porknokkers en garimpeiro's niet zaten te springen om een dergelijke pas. Twee maanden later moest Gerold Dompig erkennen, dat de verstrekking van de identiteitspass een ‘klein onderdeel’ was in vergelijking met het andere werk dat zijn commissie moet verzetten. Hij bleek niet eens te weten hoeveel pasjes waren verstrekt. ‘Het zou belachelijk zijn als ik bij moest houden hoeveel van die pasjes al verstrekt zijn’, zo zei hij in de Ware Tijd van 9 november 2012. '

Februari 2013: slechts 100 pasjes verstrekt
De Commissie Ordening Goudsector maakte op 7 februari 2013 bekend, dat 20.000 goudzoekers waren geregistreerd, maar dat het verstrekken van pasjes aan de goudzoekers om toegang te kunnen verkrijgen tot aangewezen gebieden door de commissie, stroef verliep. Slechts honderd personen beschikten op 7 februari 2013 over een pasje.....
Sindsdien is er geen enkele informatie meer door de commissie verstrekt over de gang van zaken rond de pasjes, hoeveel goudzoekers inmiddels een dergelijk pasje hebben en of en zo ja, hoeveel, er aan belasting wordt afgedragen door geregistreerde goudzoekers.

Commissie rommelt en weet zich geen raad met Brownsberg Natuurpark
Zoals eerder aangegeven heeft de commissie zo nu en dan goudzoekers her en der uit illegale goudwinningsgebieden laten verwijderen. Maar, dat bleek geen zoden aan de dijk te zetten, omdat de uitgezette goudzoekers in een mum van tijd weer terugkeerden en verder gingen met hun voor het milieu vernietigende werk.

Commissie aan het werk in Brownsberg Natuurpark.
Dat was en is ook het geval in het beschermde (!) Brownsberg Natuurpark dat onder beheer staat van de Stichting Natuurbehoud Suriname, Stinasu. Het unieke natuurgebied, wereldwijd geroemd vanwege haar biodiversiteit, is onder toeziend oog en met instemming van de overheid (lees: Commissie Ordening Goudsector) deels verwoest door illegale goudzoekers. Goudzoekers zijn er uit gezet, maar kwamen weer snel terug.

Uiteindelijk zag de commissie in het uitgeven van een stuk grond van het natuurpark aan porknokkers de beste manier om het probleem van de aanwezigheid van de vernietigende illegale kleinschalige goudzoekers in het natuurgebied op te lossen. Dat curieuze voorstel heeft de commissie al in mei van dit jaar gedaan aan het ministerie van Ruimtelijke ordening Grond- en Bosbeheer (RGB), waaronder Stinasu valt. De overheid wil 1.000 hectare grond in dat natuurpark toegewezen krijgen voor goudzoekers om legaal naar goud te mogen mijnen. Aan het zuidelijke deel van het natuurgebied zou ter compensatie een stuk gebied ter grootte van 4.000 hectare worden toegevoegd, als goedmakertje. Maar, op 15 november dit jaar liet de nieuwe directeur van Stinasu, Lucien Tholen, weten geen hectare grond te willen afstaan aan goudzoekers. 'Als we dat gaan doen, gaan we dweilen met de kraan open, want al worden er grenzen vastgesteld de goudzoekers zullen toch over de grenzen gaan', aldus Tholen. Het lijkt er nu dan ook op, dat het zoveelste plan van Dompig de grond in dreigt te worden geboord. Opmerkelijk genoeg wordt dat absurde plan wel gesteund door het WWF Guianas. Woordvoerster Karin Spong ziet het zelfs als een duurzame en realistische oplossing en zei 17 mei van dit jaar in de Ware Tijd: 'Vooral, omdat die ruim 1.000 hectare toch al helemaal vernietigd is door goudzoekersactiviteiten. En het feit dat er in het zuiden van het park 4.000 hectare bij komt, is positief.'

Dus, omdat een groot aantal hectares en dus een unieke biodiversiteit toch al kapot is gemaakt door de illegale porknokkers, zouden ze, als het aan de Commissie Ordening Goudsector ligt, elders in het gebied een nieuw stuk grond hebben gekregen om vervolgens dat ook weer te vernietigen en dat zou in de ogen van het WWF een 'duurzame' oplossing zijn. Kennelijk zien zowel de overheid als het WWF niet, dat met deze 'oplossing' een probleem wordt verschoven naar de toekomst en ook nog eens letterlijk naar een ander deel van het natuurpark en dat dit natuurlijk dweilen met de kraan wagenwijd open is.
  
Commissie in aanvaring met president

Dat de commissie kennelijk slecht communiceert met de kleinschalige goudzoekers werd 17 december 2014 pijnlijk duidelijk, toen bekend werd dat president Desi Bouterse een actie van de commissie heeft uitgesteld en mogelijk zelfs geheel niet door wilde laten gaan. De commissie had aangekondigd om tezamen met politie en het Nationaal Leger de wegen naar de Roma-goudput, in het concessiegebied van de Canadese goudmijnmultinational IAmGold, af te sluiten. Met die actie wilde de commissie de in het gebied actieve illegale goudzoekers, uit vooral Nieuw Koffiekamp, afsluiten van de aanvoer van bijvoorbeeld materialen, waardoor hun het mijnen feitelijk onmogelijk zou worden gemaakt. Maar, Bouterse heeft gesproken met een vertegenwoordiging van de vereniging Makamboa, de organisatie van kleinschalige goudzoekers in Nieuw Koffiekamp, en naar aanleiding van dat gesprek besloten de afsluiting van de wegen vooralsnog uit te stellen. Hieruit zou geconcludeerd kunnen worden, dat Bouterse kennelijk meer oog en oor heeft voor de problemen van de goudzoekers dan de heer Dompig van de Commissie Ordening Goudsector. Er zijn dus scheurtjes zichtbaar geworden in de relatie tussen de president en zijn eigen presidentiële commissie

Dweilen met de kraan open
Dweilen met de kraan open, dat is feitelijk wat de Commissie Ordening Goudsector de afgelopen vier jaren vooral heeft gedaan. Een aaneengeschakelde exercitie van mislukkingen, loze beloften, een goudconferentie, een goudbeurs, mooie bestickerde 4-wheel drives voor het eigen personeel om het binnenland te doorkruisen, de ene na de andere helikoptervlucht, de laatste maanden een paar promovideo's met als titel 'Goudkoorts onder gezag' (waar absoluut na vier jaren nog steeds geen sprake is) laten samenstellen over de werkzaamheden, een milieuvriendelijke operationele goudwinningsmachine en vele weggegooide Surinaamse dollars. Het rendement laat zich nauwelijks zien en verantwoording afleggen door de leiding van de commissie (lees: Gerold Dompig) blijft vooralsnog achterwege. Dompig lijkt verantwoording afleggen uit de weg te gaan.

(Bron foto: de Ware Tijd)
Dompig wil alleen vragen beantwoorden op zijn voorwaarden
Ook deed hij moeilijk om een zevental vragen van de redactie van De Surinaamse Krant te beantwoorden over voornoemde aangehaalde zaken. Bij herhaling werd hem vriendelijk verzocht onderstaande vragen te beantwoorden. Slechts een reactie kwam 26 november binnen van de commissie bij monde van Raisa R. van het secretariaat van het Managementteam en die luidt:

'Meneer Dompig wenst te weten welke burgers u wenst te informeren verwijzend naar de laatste alinea van uw brief. Hebt u het over de burgers in Nederland?
Deze vraag vanwege het feit dat de burgers in Suriname uitgebreid geïnformeerd zijn van onze werkzaamheden via televisieprogramma's in Suriname.'

De redactie van De Surinaamse Krant had in haar brief c.q. e-mail aan de commissie deze, laatste, zin opgenomen:
'Wij hopen dat u de zeven vragen spoedig wilt beantwoorden om de burgers zo volledig mogelijk te informeren over de actuele stand van zaken in de kleinschalige goudwinning en over het werk van uw commissie.'

De e-mail met vragen aan de heer Dompig van 23 november 2014:



Uiteindelijk bereikte de redactie dit bericht van de commissie op vrijdag 5 december:

'Dhr. Dompig heeft aandachtig uw email berichten gelezen en heeft besloten niet op uw verzoek in te gaan om schriftelijk te antwoorden op uw 7 vragen. Uw krijgt echter wel de mogelijkheid om uw vragen telefonisch beantwoord te krijgen onder voorwaarde dat dit gesprek door ons wordt opgenomen.'

Kennelijk moet alles gebeuren op een wijze zoals de heer Dompig het wil. Ook laat hij via zijn secretariaat in de e-mail weten, dat het telefonisch gesprek alleen op een bepaalde dag en op een bepaald uur kan plaatsvinden. De redactie heeft de heer Dompig laten weten niet akkoord te kunnen gaan met zijn voorstel en dat zij graag ziet dat hij de antwoorden via email beantwoord, hetgeen alsdan aan duidelijkheid niets te wensen kan overlaten na publicatie. 'Aan de inhoud van een geschreven beantwoording valt niet te tornen en de verzender slaat altijd zijn of haar verzonden e-mail op. Telefonische interviews, of die nu wel of niet en door wie of wat dan ook worden geregistreerd ofwel opgenomen, zijn vatbaar voor verkeerde weergaven van het gesprokene vooral op een telefoonverbinding tussen Nederland en Suriname die niet altijd optimaal is.'

Het is de redactie volstrekt onduidelijk waarom de heer Dompig weigert om de vragen via e-mail te beantwoorden.

Dat de commissie de burgers in Suriname uitgebreid informeert over haar werkzaamheden via televisieprogramma's, is natuurlijk onzin. Immers, die beelden zijn niets meer en niets minder dan promovideo's waarin Dompig door een presentatrice wordt geïnterviewd die geen enkele kritische vraag stelt over de werkzaamheden van de Commissie Ordening Goudsector.


Dompig krijgt juist in die programma's de mogelijkheid een positief beeld te schetsen, maar dat is een onvolledig en deels onjuist beeld.

Met het weigeren om vragen via email te beantwoorden toont voor de zoveelste keer de wijze waarop Dompig en zijn commissie naar het publiek toe werken. Dompig, als de woordvoerder en de spreekbuis van de commissie, vertoont arrogant, hautain gedrag en lijkt alleen zichzelf serieus te nemen.

Vier jaar ordening goudsector in Suriname heeft te weinig opgeleverd: het failliet van een commissie

Presidentiële Commissie Ordening Goudsector bestaat vier jaar

Illegale goudwinning tiert welig, kwik wordt onverminderd gebruikt, goudpontons actief op stuwmeer en rivieren en biodiversiteit vernietigd

Registratie en 'biomedische pas' goudzoekers leveren niets op

20-12-2014  Door: Paul Kraaijer/De Surinaamse Krant


De presidentiële Commissie Ordening Goudsector bestaat vandaag, zaterdag 20 december 2014, precies vier jaar. Vier jaren van ordening van de kleinschalige goudsector zal ongetwijfeld het nodige hebben opgeleverd. Maar, terugkijkend op de afgelopen vier jaren ordening moet helaas geconcludeerd worden, dat er nog bar weinig werkelijk structureel geordend is. Van ordening lijkt nauwelijks sprake te zijn. Het is een beleid dat drijft op gedogen en pappen en nat houden.

De commissie werkt vaak ad hoc, reageert op problemen in het veld, is weinig tot niet proactief, lijkt een gesloten commissie waarvan een van de woordvoerders, de leider van het Managementteam Gerold Dompig, moeite heeft met kritieken op het functioneren van zijn commissie en die zelden tot nooit naar buiten treedt met eigen persberichten, verklaringen, laat staan met rapporten en financiële verantwoordingen en van gedane toezeggingen en beloften is weinig tot niets terechtgekomen.
Daarenboven worden nu en dan wat illegale goudzoekers (porknokkers) uit bepaalde gebieden verwijderd, die binnen de kortste keren weer terug zijn, omdat ze niet snel genoeg nieuwe werkgebieden toegewezen krijgen.

Een van de eerste taken van de commissie was het registreren van goudzoekers. Ook werden zij voorzien van een zogenoemde biomedische pas. Maar, wat die registratie en het verstrekken, tegen een forse betaling overigens, van die pas hebben opgeleverd is vandaag de dag onduidelijk. Tegen het gebruik van kwik wordt niet opgetreden. De grenzen van Suriname zijn zo lek als een mandje, dus zolang er niet tegen het gebruik van kwik op de goudvelden wordt opgetreden, blijft kwik Suriname binnen gesmokkeld worden. Tegen de aanwezigheid van de zogenoemde scalians ofwel goudpontons op rivieren en het stuwmeer is ook niet of nauwelijks opgetreden. Neen, omdat de eigenaren van deze vernietigende drijvende goudfabrieken de staatskas flink vullen via forse opgelegde belastingaanslagen.

De website van de commissie is verre van actueel. Zo is bij de 'Agenda' dit te lezen als laatste agendapunt:

'De ordening goudsector heeft diverse activiteiten en werkzaamheden. Op dit moment staat gepland:
Registratie van goudopkopers
vanaf woensdag 6 juli 2011 (ongoing)
maandag - vrijdag tussen 8.00 en 15.00 uur
Hoofdkantoor: Mr. J. Lachmonstraat 181, Paramaribo'

Onder het kopje 'Documenten' is het laatste gepubliceerde document een presentatie van Gerold Dompig over de stand van zaken van de werkzaamheden van de commissie van 14 maart 2013.

De commissie lijkt niet echt veel actuele informatie te willen delen met het publiek via haar website. Verantwoording wordt niet door de commissie afgelegd, terwijl er miljoenen Surinaamse dollars in het functioneren van de commissie worden gepompt. (In de ontwerpbegroting 2013 van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen was ruim Srd 26 miljoen hiervoor uitgetrokken. Vergeleken met 2012 betekende dat een stijging van ruim Srd 9,5 miljoen.)

Kritiek uit oppositie en coalitie
Van veel toegezegde en beloofde zaken door de commissie is de afgelopen vier jaren nauwelijks iets tot helemaal niets terechtgekomen. Begin dit jaar kwam er meer en meer kritiek op het functioneren van de commissie en zelfs de roep om het opheffen ervan, vooral uit de politiek en zowel uit de oppositie als uit de coalitie in het parlement.

'De commissie Ordening Goudsector (...) heeft haar langste tijd gehad. Het is een totale flop waarin de Staat elk jaar steeds weer miljoenen stopt.' Dit zei (coalitie) parlementariër Marinus Bee (A Combinatie/ABOP). Volgens hem is het de hoogste tijd dat de president deze commissie ontbindt, zo liet hij op 10 februari dit jaar via de nieuwswebsite Starnieuws weten. Bee: 'De illegale porknokkers zouden een legale status krijgen en ook terrein om te werken. De Staat zou meer aan belasting innen uit deze kleinschalige goudsector. Niets hiervan is bereikt, het rendement evenaart de nul, terwijl we elk jaar zien dat er miljoenen worden opgebracht op de begroting van Natuurlijke Hulpbronnen voor de ordening. Ik ben bereid de discussie aan te gaan met wie dan ook over de output. Een van de belangrijkste reden voor het falen van de ordening in de goudsector is ook dat het vertrouwen tussen het veld en de commissie totaal is geschaad.'

Ruim een maand later, 14 maart, kwam het parlementslid Asiskumar Gajadien van de Verenigde Hervormings Partij (VHP) met documenten op de proppen in De Nationale Assemblee (het parlement) waar moest blijken dat te veel betaald was voor de zogenoemde Mining Service Center-kantoortjes van de commissie in het dorp Atjoni. Volgens Gajadien ontving Global Vastgoed-directeur Ajai Bhiekhemsing voor de post te Brownsweg, kilometer 34, 352.750 Surinaamse dollar. ‘Over het algemeen kosten bouwwerken die wij in het binnenland opzetten vaak het dubbele van wat aannemers in de kustvlakte zouden vragen’, was de reactie van Dompig tegenover Starnieuws. Hij stelde dat de transportkosten van materialen hoger zijn. Ook moet extra voor arbeidskosten worden betaald, omdat overnachting en voeding van de arbeiders ingecalculeerd moeten worden. In de praktijk blijken volgens hem ook maar weinig aannemers bereid te zijn in de verre binnenlanden hun arbeiders voor langere tijd uit te besteden.

Vrij recent, zei het BEP-Assembleelid Ronny Asabina in het Dagblad Suriname: ‘De Commissie Ordening Goudsector is een vloek voor de goudsector. Waar de binnenlandbewoners met veel fanfare deze commissie hebben verwelkomd, blijkt dat ze nu opgescheept zitten met een regelrechte vloek.’ Volgens de politicus bezorgt de commissie slechts problemen binnen de sector in plaats van dat zij de goudsector daadwerkelijk ordent. ‘Nog nooit heb ik zoveel roofovervallen en moorden meegemaakt op de goudvelden.’
Asabina hekelt vooral het feit, dat er te weinig wordt gecommuniceerd met de belanghebbenden. ‘Ordening moet inhouden, dat het delven van goud in de illegale sfeer wordt gelegaliseerd. Maar, deze is nog steeds niet gerealiseerd. Ook is het onduidelijk wat de functie en de taakstelling zijn van de leden van de commissie die riante salarissen uitbetaald krijgen.’
Er bestaat volgens Asabina geen twijfel over, dat er met geld over de balk is gegooid ten behoeve van deze commissie.

Waar blijft fonds voor goudzoekers?
In het ‘Ontwikkelingsplan 2012 – 2016 – Suriname in Transformatie’ van de regering Bouterse-Ameerali daterend van februari 2012, is onder ‘III.5.1. Goud en Ordening Goudsector' onder andere te lezen:

‘(...) De Regering zal op korte termijn een staatsbesluit slaan, betreffende de instelling van een investeringsfonds, ten behoeve van de ontwikkeling van de goudsector. Dit fonds zal het financieren van activiteiten in de sector die ondersteunend zijn naar de complete ordening en de duurzame ontwikkeling van de sector ter hand nemen. Kleine en middelgrote ondernemers alsook de overheid en Niet Gouvernementele Organisaties, NGO’s, zullen in aanmerking kunnen komen voor financiering van initiatieven en activiteiten, gericht op het opheffen van de chaotische, illegale en onveilige situatie in de goudrijke gebieden.’

Al op 6 november 2011 liet Gerold Dompig, weten dat er een investeringsfonds moest komen om kleinschalige goudzoekers te voorzien van een financiering. 'Er zijn nog wat haken en ogen hieraan. Wat doe je als de mijnbouwer failliet gaat of de lening niet kan betalen? Dit alles moet nog uitgewerkt worden en volgend jaar wordt het gepresenteerd', zei Dompig op de nieuwswebsite Starnieuws.
Inmiddels is het bijna 2015 en het fonds is er nog steeds niet. Wel blijkt de commissie recent de beschikking te hebben over een eigen verplaatsbaar milieuvriendelijke goudwinningsmachine waarbij voor de winning van goud geen kwik hoeft te worden gebruikt, zo blijkt uit een promovideo van de commissie (zie elders in dit artikel de video). Maar, wat is nu een van zo'n machine in het complete binnenland? Een druppel op een gloeiende plaat.....

Kwik, ondanks toezegging, nog steeds niet uitgebannen
Een andere door Gerold Dompig gedane toezegging is ook niet bewaarheid geworden, integendeel. Hij verkondigde in 2012 dat per 1 januari 2013 kwik zou zijn uitgebannen van de Surinaamse goudvelden. Feitelijk een onzinnige aankondiging. Iedereen weet immers, dat de grenzen van het land zo lek zijn als een mandje en dat kwik ongemerkt vanuit buurlanden als Guyana het land in wordt gesmokkeld. Nu en dan wordt er wat kwik bij Burnside, in het district Coronie, bij toeval, tijdens een routine verkeerscontrole, onderschept. Porknokkers en garimpeiro's (Braziliaanse goudzoekers) maken nog steeds op grote schaal gebruik van kwik (worden in geen enkel opzicht vanuit Paramaribo gestimuleerd en gemotiveerd om over te stappen op milieuvriendelijke winningsmethoden en –apparatuur) en verontreinigen daardoor het water in de kreken en rivieren en schaden de gezondheid van de inheemsen en marrons in het binnenland die van dat water dagelijks gebruikmaken. Denk aan de bewoners van Apetina en Anapaike (Wayana’s) bij de Lawarivier, bij wie een aantal jaren geleden uit onderzoek bleek, dat zij een te hoog kwikgehalte in hun haren hadden.

Geen enkele controle op kwikgebruik door goudzoekers binnenland
De regering en dus de Commissie Ordening Goudsector neemt echter nog steeds geen 'stevige' maatregelen om het gebruik van kwik uit te bannen. Er wordt op het gebruik ervan niet tot nauwelijks structureel gecontroleerd, bijvoorbeeld door onaangekondigde veldbezoeken, door agenten en/of militairen ofwel door de gewapende machten. De eerste hoeveelheid kwik moet nog in het binnenland in beslag worden genomen en de eerste goudzoeker die deze stof gebruikt moet nog beboet worden.

Voor milieu schadelijke goudpontons (scalians) worden gedoogd om staatskas te spekken
Medio juli 2011 werkte de Commissie Ordening Goudsector aan een plan om alle goudpontons te verwijderen. Dat was nog netjes, aldus Dompig, gelet op de manier waarop Frankrijk in buurland Frans-Guyana hiermee omging: ‘De Fransen zagen ze in tweeën door.’ Tegenover De Ware Tijd van 21 juli zei Dompig, dat het beleid van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen ‘duidelijk’ is. ‘Er worden geen vergunningen verstrekt om goud te winnen in de wateren van Suriname.’
Dompig liet eind juli tijdens een persconferentie weten dat het verboden is om naar goud te zoeken in het stuwmeer. ‘Niemand mag goud zoeken op het meer. Zelfs een kind kan begrijpen dat als je daar iets op de bodem gaat doen, de stuwdam kan worden ondermijnd. Vandaar dat er geen vergunningen worden afgegeven voor het goudzoeken of andere materialen zoals grind, zand of wat dan ook’, aldus de woordvoerder van de Commissie Ordening Goudsector. Over een geheimzinnige ‘scalian’ op het stuwmeer zei Dompig: ‘Dat ding mag daar niet zijn, vandaar dat wij hebben gezegd vanaf dag één, u moet hier weg, en uiteindelijk is het gevaarte daar weggehaald. In het kader van algemeen beleid gaan we kijken wat we gaan doen met deze grote ‘scalian’, maar ook met die tweehonderd kleintjes die staan op de Marowijnerivier, Surinamerivier en alle andere rivieren.’

Het bleken weer loze woorden van Dompig. De ‘scalian’ bleek op 27 december 2011 nog steeds niet te zijn verwijderd. Waarom dat niet was gebeurd, ondanks de woorden van Dompig, bleef onbekend.

Goudponton op stuwmeer. (Bron foto: Ronny Asabina)
Op 20 juli 2012 werd bekend, dat de Commissie Ordening Goudsector de goudwinningsactiviteiten van een groot ponton in de Marowijnerivier bij Langetabbetje had stopgezet, op verzoek van een van de lokale gezagsdragers. Volgens Gerold Dompig waren de goudzoekers bezig de structuur van het eiland aan te tasten. Naast het stopzetten van de activiteiten van het ponton werden ook de bouwwerkzaamheden van een ander ponton stopgezet. Ook in de Surinamerivier tussen de recreatieoorden White Beach en Berg en Dal zijn goudwinningsactiviteiten. ‘Ten aanzien van de pontons op de Surinaamse wateren is er een belangrijke operatie op komst’, aldus Dompig in de Times of Suriname van 20 juli. Die operatie gaat uitgevoerd worden, omdat goudzoekers al jaren illegaal op het water opereren en zich verrijken zonder dat ze een kopercent aan belasting betalen, aldus de krant. Dompig: ‘Inmiddels hebben eigenaren van de meeste actieve pontons op het water forse belastingaanslagen gehad van de Belastingdienst.’

Het optreden tegen goudpontons bleek begin september 2012 niets meer en niets minder dan een wassen neus te zijn. Bekend werd toen, dat de eigenaren van zestien grote goudpontons belastingaanslagen van gemiddeld vijf miljoen Surinaamse dollars hadden ontvangen. Volgens Dompig zouden ook eigenaren van kleine pontons aanslagen gaan ontvangen. De pontons riskeren verwijderd te worden als na onderzoek blijkt dat het milieu teveel schade van hun activiteiten ondervindt, zo berichtte De Ware Tijd op zaterdag 8 september 2012. De regering leek hiermee de aanwezigheid van goudpontons in de Surinaamse wateren te gedogen om de staatskas te kunnen spekken. De overheid gaat totaal voorbij aan eigen wetgeving die het zoeken naar goud in wateren in het land verbiedt. De regering kijkt toe hoe de bodem van diverse rivieren en van het stuwmeer op plaatsen wordt omgewoeld, wordt vernietigd door die drijvende goudfabrieken.

Nog recentelijk, donderdag 4 december, werd bekend dat negen goudpontons actief zijn op het stuwmeer en op diverse rivieren. Volgens het parlementslid Asiskumar Gajadien van de Verenigde Hervormingspartij, VHP, in het Dagblad Suriname op die dag, zouden die vaartuigen 'toebehoren aan personen die dichtbij de contreien van president Desi Bouterse zitten'.

Registratie en 'biomedische pas' leveren niets op
De commissie startte haar werkzaamheden op 10 januari 2011 voortvarend met de registratie van werknemers in de kleinschalige goudsector. In twee dagen tijd hadden zich al ruim zevenentwintighonderd personen gemeld bij de diverse registratieposten. Meer dan vijfentwintighonderd mensen hadden zich gemeld bij de posten te Merian, in het oosten van het land, en Afobaka en in Paramaribo bij het kantoor van de commissie in het onderkomen van de Geologische Mijnbouwkundige Dienst tweehonderdentien, vooral concessie- en machinehouders. Iedereen die werkzaam is in de goudsector of directe verdiensten heeft uit die sector was opgeroepen om zich te melden. Bij de registratie moesten mensen hun naam, werkgebied en nationaliteit doorgeven.
Tien maanden later zei Dompig in het STVS/SRS-programma 'Mmanten Taki', dat in 2011 ruim tienduizend goudzoekers waren geregistreerd en tweehonderd machinehouders. Er zouden ongeveer dertigduizend porknokkers actief zijn in het binnenland. Begin maart 2012 maakte het lid van de Commissie Ordening Goudsector Melvin Linscheer bekend dat 14.500 goudzoekers waren geregistreerd. Daarvan slechts 3.827 Surinamers en maar liefst 10.849 buitenlanders, voornamelijk Braziliaanse garimpeiro's.

In de tweede week van juli 2012 begon de commissie met het verstrekken van legitimatiebewijzen aan alle geregistreerde goudzoekers. Volgens Dompig vormt het pasjessysteem een belangrijk onderdeel van de herstructurering van de goudsector. Het gaat om ID- kaarten, waarop alle biomedische gegevens van de houder, zoals vingerafdrukken, zijn opgenomen. Het pasjessysteem is een kostbare, maar noodzakelijke, operatie geweest. De software zou rond de 200.000 Surinaamse dollar hebben gekost. De ID-kaarten hebben een watervast laminaat laagje met ingebouwde chip, waarop de persoonsinformatie van de goudzoeker is vastgelegd. De beveiliging van de chip was nodig om te voorkomen, dat de gegevens gemakkelijk gekopieerd kunnen worden voor fraudegevoelige handelingen. De chip registreert alle bewegingen van de kaarthouder, waardoor de verantwoordelijke instanties exact kunnen weten in welke mijn een goudzoeker zich bevindt. Vanwege de hoge kosten van de operatie wordt eenmalig een bedrag van Srd 700 voor lokale goudzoekers in rekening gebracht. Buitenlandse goudzoekers moeten Srd 1.700 moeten betalen voor hun pas.

(Born foto: Dagblad Suriname)
De eerste mijnbouwpas voor goudzoekers werd pas op vrijdag 7 september 2012 door Dompig overhandigd aan een Braziliaanse goudzoeker uit het Meriangebied. De Commissie Ordening Goudsector was twee maanden eerder begonnen met de tweede registratiefase van goudzoekers die in aanmerking kwamen voor de pas. Volgens Dompig liet de pas iets langer op zich wachten vanwege technische problemen en problemen met de stroom- en internetvoorziening. ‘Wij konden geen vingerafdrukken naar Paramaribo sturen voor onze database. Maar gelukkig zijn de problemen al opgelost’, zo zei Dompig tegenover de Times of Suriname van 8 september. Maar, volgens die krant, waren er slechts tien pasjes gereed die spoedig verstrekt zouden worden.
De pas heeft voor zowel de overheid als de goudzoeker voordelen. Met de pas wordt een goudzoeker gekoppeld aan het belastingsysteem van de overheid, mag de goudzoeker werken in de goudsector en wordt hij lid van de School of Mining. Als lid van de School of Mining kan de goudzoeker gratis trainingen volgen die verzorgd zullen worden door de Commissie Ordening Goudsector.

'Het is belachelijk als ik bij moet houden hoeveel pasjes er zijn verstrekt'
Nadat op 7 september 2012 de eerste biomedische pas aan een goudzoeker was overhandigd, werd al snel duidelijk dat de meeste porknokkers en garimpeiro's niet zaten te springen om een dergelijke pas. Twee maanden later moest Gerold Dompig erkennen, dat de verstrekking van de identiteitspass een ‘klein onderdeel’ was in vergelijking met het andere werk dat zijn commissie moet verzetten. Hij bleek niet eens te weten hoeveel pasjes waren verstrekt. ‘Het zou belachelijk zijn als ik bij moest houden hoeveel van die pasjes al verstrekt zijn’, zo zei hij in de Ware Tijd van 9 november 2012. '

Februari 2013: slechts 100 pasjes verstrekt
De Commissie Ordening Goudsector maakte op 7 februari 2013 bekend, dat 20.000 goudzoekers waren geregistreerd, maar dat het verstrekken van pasjes aan de goudzoekers om toegang te kunnen verkrijgen tot aangewezen gebieden door de commissie, stroef verliep. Slechts honderd personen beschikten op 7 februari 2013 over een pasje.....
Sindsdien is er geen enkele informatie meer door de commissie verstrekt over de gang van zaken rond de pasjes, hoeveel goudzoekers inmiddels een dergelijk pasje hebben en of en zo ja, hoeveel, er aan belasting wordt afgedragen door geregistreerde goudzoekers.

Commissie rommelt en weet zich geen raad met Brownsberg Natuurpark
Zoals eerder aangegeven heeft de commissie zo nu en dan goudzoekers her en der uit illegale goudwinningsgebieden laten verwijderen. Maar, dat bleek geen zoden aan de dijk te zetten, omdat de uitgezette goudzoekers in een mum van tijd weer terugkeerden en verder gingen met hun voor het milieu vernietigende werk.

Commissie aan het werk in Brownsberg Natuurpark.
Dat was en is ook het geval in het beschermde (!) Brownsberg Natuurpark dat onder beheer staat van de Stichting Natuurbehoud Suriname, Stinasu. Het unieke natuurgebied, wereldwijd geroemd vanwege haar biodiversiteit, is onder toeziend oog en met instemming van de overheid (lees: Commissie Ordening Goudsector) deels verwoest door illegale goudzoekers. Goudzoekers zijn er uit gezet, maar kwamen weer snel terug.

Uiteindelijk zag de commissie in het uitgeven van een stuk grond van het natuurpark aan porknokkers de beste manier om het probleem van de aanwezigheid van de vernietigende illegale kleinschalige goudzoekers in het natuurgebied op te lossen. Dat curieuze voorstel heeft de commissie al in mei van dit jaar gedaan aan het ministerie van Ruimtelijke ordening Grond- en Bosbeheer (RGB), waaronder Stinasu valt. De overheid wil 1.000 hectare grond in dat natuurpark toegewezen krijgen voor goudzoekers om legaal naar goud te mogen mijnen. Aan het zuidelijke deel van het natuurgebied zou ter compensatie een stuk gebied ter grootte van 4.000 hectare worden toegevoegd, als goedmakertje. Maar, op 15 november dit jaar liet de nieuwe directeur van Stinasu, Lucien Tholen, weten geen hectare grond te willen afstaan aan goudzoekers. 'Als we dat gaan doen, gaan we dweilen met de kraan open, want al worden er grenzen vastgesteld de goudzoekers zullen toch over de grenzen gaan', aldus Tholen. Het lijkt er nu dan ook op, dat het zoveelste plan van Dompig de grond in dreigt te worden geboord. Opmerkelijk genoeg wordt dat absurde plan wel gesteund door het WWF Guianas. Woordvoerster Karin Spong ziet het zelfs als een duurzame en realistische oplossing en zei 17 mei van dit jaar in de Ware Tijd: 'Vooral, omdat die ruim 1.000 hectare toch al helemaal vernietigd is door goudzoekersactiviteiten. En het feit dat er in het zuiden van het park 4.000 hectare bij komt, is positief.'

Dus, omdat een groot aantal hectares en dus een unieke biodiversiteit toch al kapot is gemaakt door de illegale porknokkers, zouden ze, als het aan de Commissie Ordening Goudsector ligt, elders in het gebied een nieuw stuk grond hebben gekregen om vervolgens dat ook weer te vernietigen en dat zou in de ogen van het WWF een 'duurzame' oplossing zijn. Kennelijk zien zowel de overheid als het WWF niet, dat met deze 'oplossing' een probleem wordt verschoven naar de toekomst en ook nog eens letterlijk naar een ander deel van het natuurpark en dat dit natuurlijk dweilen met de kraan wagenwijd open is.
  
Commissie in aanvaring met president

Dat de commissie kennelijk slecht communiceert met de kleinschalige goudzoekers werd 17 december 2014 pijnlijk duidelijk, toen bekend werd dat president Desi Bouterse een actie van de commissie heeft uitgesteld en mogelijk zelfs geheel niet door wilde laten gaan. De commissie had aangekondigd om tezamen met politie en het Nationaal Leger de wegen naar de Roma-goudput, in het concessiegebied van de Canadese goudmijnmultinational IAmGold, af te sluiten. Met die actie wilde de commissie de in het gebied actieve illegale goudzoekers, uit vooral Nieuw Koffiekamp, afsluiten van de aanvoer van bijvoorbeeld materialen, waardoor hun het mijnen feitelijk onmogelijk zou worden gemaakt. Maar, Bouterse heeft gesproken met een vertegenwoordiging van de vereniging Makamboa, de organisatie van kleinschalige goudzoekers in Nieuw Koffiekamp, en naar aanleiding van dat gesprek besloten de afsluiting van de wegen vooralsnog uit te stellen. Hieruit zou geconcludeerd kunnen worden, dat Bouterse kennelijk meer oog en oor heeft voor de problemen van de goudzoekers dan de heer Dompig van de Commissie Ordening Goudsector. Er zijn dus scheurtjes zichtbaar geworden in de relatie tussen de president en zijn eigen presidentiële commissie

Dweilen met de kraan open
Dweilen met de kraan open, dat is feitelijk wat de Commissie Ordening Goudsector de afgelopen vier jaren vooral heeft gedaan. Een aaneengeschakelde exercitie van mislukkingen, loze beloften, een goudconferentie, een goudbeurs, mooie bestickerde 4-wheel drives voor het eigen personeel om het binnenland te doorkruisen, de ene na de andere helikoptervlucht, de laatste maanden een paar promovideo's met als titel 'Goudkoorts onder gezag' (waar absoluut na vier jaren nog steeds geen sprake is) laten samenstellen over de werkzaamheden, een milieuvriendelijke operationele goudwinningsmachine en vele weggegooide Surinaamse dollars. Het rendement laat zich nauwelijks zien en verantwoording afleggen door de leiding van de commissie (lees: Gerold Dompig) blijft vooralsnog achterwege. Dompig lijkt verantwoording afleggen uit de weg te gaan.

(Bron foto: de Ware Tijd)
Dompig wil alleen vragen beantwoorden op zijn voorwaarden
Ook deed hij moeilijk om een zevental vragen van de redactie van De Surinaamse Krant te beantwoorden over voornoemde aangehaalde zaken. Bij herhaling werd hem vriendelijk verzocht onderstaande vragen te beantwoorden. Slechts een reactie kwam 26 november binnen van de commissie bij monde van Raisa R. van het secretariaat van het Managementteam en die luidt:

'Meneer Dompig wenst te weten welke burgers u wenst te informeren verwijzend naar de laatste alinea van uw brief. Hebt u het over de burgers in Nederland?
Deze vraag vanwege het feit dat de burgers in Suriname uitgebreid geïnformeerd zijn van onze werkzaamheden via televisieprogramma's in Suriname.'

De redactie van De Surinaamse Krant had in haar brief c.q. e-mail aan de commissie deze, laatste, zin opgenomen:
'Wij hopen dat u de zeven vragen spoedig wilt beantwoorden om de burgers zo volledig mogelijk te informeren over de actuele stand van zaken in de kleinschalige goudwinning en over het werk van uw commissie.'

De e-mail met vragen aan de heer Dompig van 23 november 2014:



Uiteindelijk bereikte de redactie dit bericht van de commissie op vrijdag 5 december:

'Dhr. Dompig heeft aandachtig uw email berichten gelezen en heeft besloten niet op uw verzoek in te gaan om schriftelijk te antwoorden op uw 7 vragen. Uw krijgt echter wel de mogelijkheid om uw vragen telefonisch beantwoord te krijgen onder voorwaarde dat dit gesprek door ons wordt opgenomen.'

Kennelijk moet alles gebeuren op een wijze zoals de heer Dompig het wil. Ook laat hij via zijn secretariaat in de e-mail weten, dat het telefonisch gesprek alleen op een bepaalde dag en op een bepaald uur kan plaatsvinden. De redactie heeft de heer Dompig laten weten niet akkoord te kunnen gaan met zijn voorstel en dat zij graag ziet dat hij de antwoorden via email beantwoord, hetgeen alsdan aan duidelijkheid niets te wensen kan overlaten na publicatie. 'Aan de inhoud van een geschreven beantwoording valt niet te tornen en de verzender slaat altijd zijn of haar verzonden e-mail op. Telefonische interviews, of die nu wel of niet en door wie of wat dan ook worden geregistreerd ofwel opgenomen, zijn vatbaar voor verkeerde weergaven van het gesprokene vooral op een telefoonverbinding tussen Nederland en Suriname die niet altijd optimaal is.'

Het is de redactie volstrekt onduidelijk waarom de heer Dompig weigert om de vragen via e-mail te beantwoorden.

Dat de commissie de burgers in Suriname uitgebreid informeert over haar werkzaamheden via televisieprogramma's, is natuurlijk onzin. Immers, die beelden zijn niets meer en niets minder dan promovideo's waarin Dompig door een presentatrice wordt geïnterviewd die geen enkele kritische vraag stelt over de werkzaamheden van de Commissie Ordening Goudsector.


Dompig krijgt juist in die programma's de mogelijkheid een positief beeld te schetsen, maar dat is een onvolledig en deels onjuist beeld.

Met het weigeren om vragen via email te beantwoorden toont voor de zoveelste keer de wijze waarop Dompig en zijn commissie naar het publiek toe werken. Dompig, als de woordvoerder en de spreekbuis van de commissie, vertoont arrogant, hautain gedrag en lijkt alleen zichzelf serieus te nemen.