'Nul komma nul procent vervuiling van het milieu'
Bewoners blijven vasthouden aan milieuonderzoek
13-03-2013
Wanneer de goudraffinaderij van Kaloti Suriname in productie gaat, komt het milieu in de omgeving van het bedrijf niet onder druk te staan. De bewoners van Wit Santi hoeven zich geen zorgen te maken over eventuele negatieve effecten van de activiteiten van het minthouse.
De Surinaamse Kaloti-vertegenwoordiger Winston Wilson tracht vandaag, woensdag 13 maart 2013, via de Ware Tijd, met deze reactie de dorpelingen gerust te stellen.
Bewoners hebben zich tegenover de krant beklaagd, dat zij in het duister tasten en niet weten of de vestiging van het minthouse nabij het dorp negatieve gevolgen zal hebben voor het milieu en de mens. Ze vrezen dat de lucht door kwikdamp vervuild wordt en het grondwater verontreinigd raakt door andere afvalstoffen.
‘We willen weten of er rekening is gehouden met vervuiling van onze leefgemeenschap. Vooral de gezondheid van de mensen moet niet in gevaar komen’, aldus kapitein Patrick Mande van Wit Santi.
‘Het instituut zal conform internationaal geaccepteerde ISO-standaarden werken, waarbij er nul komma nul procent vervuiling optreedt. Zelfs de machines zijn voorzien van een milieukeurmerk, waarbij het instituut regelmatig een audit ondergaat om deze status te behouden’, aldus Wilson.
Kaloti treft nu de laatste voorbereidingen om de aanbesteding voor het elektrotechnisch- en mechanisch deel af te ronden. Hierbij wordt het bedrijf geholpen door specialistische bedrijven uit het buitenland. ‘Pas als dit is afgerond gaat die fase van het project in en komt NIMOS in beeld. Dus logisch dat ze nog niets weten.’
Volgens Cedric Nelom, directeur van het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS) is het instituut nog niet gevraagd om advies uit te brengen over de raffinaderij. Hij weet dat het NIMOS een milieumanagementplan vraagt van een bedrijf, wanneer de overheid dat nodig vindt. Vervolgens geeft het NIMOS zijn advies over het milieumanagementplan.
‘Het NIMOS adviseert bijna nooit negatief, omdat we samen met het bedrijf aanpassingen plegen om de schade aan het milieu te minimaliseren’, beweert Nelom. Hij kan nog niet zeggen of de raffinaderij van Kaloti negatieve effecten zal hebben op het milieu.
Ondanks dat het gebouw niet wordt opgezet in het dorp, vindt Mande dat er een milieuonderzoek moest plaatsvinden. Ook zijn gemeenschap moet geraadpleegd worden. Het opzetten van de raffinaderij is volgens hem een positieve ontwikkeling voor Suriname. ‘Maar de mens en het milieu mogen hiervan niet de dupe worden. Onze kanttekeningen moeten ook meegenomen worden.’
‘We willen weten of er rekening is gehouden met vervuiling van onze leefgemeenschap. Vooral de gezondheid van de mensen moet niet in gevaar komen’, aldus kapitein Patrick Mande van Wit Santi.
‘Het instituut zal conform internationaal geaccepteerde ISO-standaarden werken, waarbij er nul komma nul procent vervuiling optreedt. Zelfs de machines zijn voorzien van een milieukeurmerk, waarbij het instituut regelmatig een audit ondergaat om deze status te behouden’, aldus Wilson.
Kaloti treft nu de laatste voorbereidingen om de aanbesteding voor het elektrotechnisch- en mechanisch deel af te ronden. Hierbij wordt het bedrijf geholpen door specialistische bedrijven uit het buitenland. ‘Pas als dit is afgerond gaat die fase van het project in en komt NIMOS in beeld. Dus logisch dat ze nog niets weten.’
Volgens Cedric Nelom, directeur van het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS) is het instituut nog niet gevraagd om advies uit te brengen over de raffinaderij. Hij weet dat het NIMOS een milieumanagementplan vraagt van een bedrijf, wanneer de overheid dat nodig vindt. Vervolgens geeft het NIMOS zijn advies over het milieumanagementplan.
‘Het NIMOS adviseert bijna nooit negatief, omdat we samen met het bedrijf aanpassingen plegen om de schade aan het milieu te minimaliseren’, beweert Nelom. Hij kan nog niet zeggen of de raffinaderij van Kaloti negatieve effecten zal hebben op het milieu.
Ondanks dat het gebouw niet wordt opgezet in het dorp, vindt Mande dat er een milieuonderzoek moest plaatsvinden. Ook zijn gemeenschap moet geraadpleegd worden. Het opzetten van de raffinaderij is volgens hem een positieve ontwikkeling voor Suriname. ‘Maar de mens en het milieu mogen hiervan niet de dupe worden. Onze kanttekeningen moeten ook meegenomen worden.’