vrijdag 10 maart 2017

Medische Zending en RadboudUMC Nijmegen brengen rapport uit over onderzoek naar kwik goudvelden

Onderzoek (2015-2016) met name gericht gevolgen kwikgebruik voor gezondheid

'Er is een grote behoefte onder goudzoekers aan informatie over het gebruik van kwik-vrije alternatieven'

10-03-2017  De Surinaamse Krant


In 2015 en 2016 werd een gezamenlijk kwik project - Promoting Health in Small Artisanal Mining of Gold (PROSAMIGO) - uitgevoerd door De Medische Zending Primary Health Care Suriname en RadboudUMC, Nijmegen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn verwerkt in een eindrapport dat 3 maart 2017 door de MZ is gepubliceerd (zie hieronder).

Er is vooral onderzoek gedaan om zicht te krijgen op de situatie rond kwik en de gezondheidseffecten daarvan in de goudvelden in het binnenland van Suriname. Op basis van de gepresenteerde resultaten is een gezondheidsvoorlichtingsprogramma ontwikkeld en geïmplementeerd.

Het effect van de voorlichtingscampagne is gemeten door voorafgaand een baseline vast te stellen door middel van interviews met bewoners van de geselecteerde grondgebieden en omliggende dorpen. Na implementatie van het ontwikkeld voorlichtingsmateriaal is er een nameting van de kennis onder de gekozen doelgroep gedaan.


In het rapport zijn de resultaten van dit onderzoek te zien. Ook geeft het rapport aan hoe het onderzoek heeft plaatsgevonden.

Op basis van dit onderzoek zijn er op maat voorlichtingsmaterialen ontwikkeld voor de gemeenschappen die behoefte hieraan hebben. Er zijn drie posters ontwikkeld die vooral informatie verschaffen over kwikopname, de gezondheidseffecten en de grote risicogroepen.



Hieronder de conclusies en aanbevelingen uit het rapport

5. Conclusies en aanbevelingen
5.1. Conclusies

Bij dorpsbewoners en goudzoekers is al veel kennis aanwezig over kwik en gezondheid. In het onderzoek zijn aanwijzingen gevonden dat deelname aan de nieuwe voorlichtingscampagne van Medische Zending PHCS leidt tot een hogere waardering van eigen kennis en inzicht over dit onderwerp. Daarmee draagt dit programma bij aan een verbeterd inzicht in welke gezondheidsklachten kunnen worden gerelateerd aan kwik (en welke niet). Ook is inzicht ontstaan in het verhoogde gezondheidsrisico van kwik voor kinderen, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven. Het toegenomen inzicht leidt ook tot meer vragen en zorgen over kwik en gezondheid en over een mogelijke relatie van al bestaande gezondheidsklachten met opname van kwik. Onder goudzoekers bestaat interesse in informatie over methoden van goudwinning zonder het gebruik van kwik. Voordat de transitie naar kwik-vrije goudwinning is gerealiseerd, kunnen de gevolgen voor gezondheid en milieu al op korte termijn worden beperkt door een meer verantwoord (her)gebruik van kwik. Deze maatregelen zullen ook op korte termijn al bijdragen aan een verlaging van de opname van kwik tijdens de goudwinning (zie 5.2).Voor dorpsbewoners is voeding waarschijnlijk de belangrijkste bron van kwikopname. Adviezen over het voedingspatroon moeten zoveel als mogelijk zijn gebaseerd op objectieve en betrouwbare informatie die voor iedereen toegankelijk gemaakt wordt (zie 5.2). Blootstelling aan kwik door het uitdampen van materialen en kleding die wordt meegenomen uit het goudveld is nog onderbelicht. Ook verminderde persoonlijke hygiëne van de goudzoeker die samenleeft met zijn familie kan leiden tot het uitdampen van besmette huid en haren. Dorpsbewoners en goudzoekers willen graag weten hoeveel kwik ze in hun lichaam hebben. Zij zijn bereid daarvoor lichaamsmateriaal beschikbaar te stellen en toestemming te geven om dit materiaal ook bij hun kinderen te laten verzamelen. Op basis van dit gegeven lijkt de haalbaarheid van een biomonitoringprogramma groot. Voor het slagen van een dergelijk programma is het wel van belang dat de uitkomsten zorgvuldig naar alle deelnemers worden teruggekoppeld met informatie over mogelijke oplossingen en adequate zorgverlening toegesneden op de situatie van betrokkene.

Meer inzicht over kwik en gezondheid leidt ook tot meer vragen, o.a. over een mogelijke relatie van bestaande gezondheidsklachten met de blootstelling aan kwik. Daarom is het van belang dat Medische Zending PHCS het voorlichtingsprogramma over kwik en gezondheid structureel inbedt in haar dienstverlening. Met dit project is daarvoor de basis gelegd doordat gezondheidszorg assistenten professionele kennis en voorlichtingsmateriaal hebben verkregen die zij in het binnenland in praktijk kunnen brengen. Gezondheidszorg assistenten kunnen daarbij goed inspelen op vragen van zwangere vrouwen, jonge moeders en nierpatiënten omdat is gebleken dat men voor de risicogroepen eerder bereid is om extra moeite te doen de inname van kwik te beperken. Uitbreiding, verjning en verdieping van de kennis bij deze groep gezondheidszorg assistenten is van belang om gelijke tred te houden met de toenemende behoefte aan informatie. Zij zullen daarom verder getraind moeten worden om adequaat te kunnen blijven reageren op deze vragen.

Er zijn aanwijzingen gevonden dat de deelnemers aan het voorlichtingsprogramma inzicht hebben verworven in bronnen en opnameroutes van kwik in hun eigen omgeving. De bijdrage van visconsumptie aan opname van kwik verdient meer onderbouwing en nuancering, zodat dorpsbewoners daarin hun eigen (best haalbare) keuze kunnen maken. Binnen een gezond voedingspatroon zijn er namelijk slechts beperkt mogelijkheden om de opname van kwik uit visconsumptie terug te dringen: beschikbaar onderzoek wijst in de richting van verminderde consumptie van grote/oude in het voordeel van kleine/jonge vissen en meer herbivoren (plantenetende vissen) soorten in plaats van carnivoren (roofvissen). Vis gevangen buiten de goudgebieden bevat niet bewezen minder kwik dan vis uit de goudgebieden. Adviezen gericht op aanpassing van het voedingspatroon moet steeds worden afgewogen in de context van het gehele voedingspakket en de situatie van betrokkenen, vooral als het personen uit de risicogroepen betreft. Kinderen, zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en nierpatiënten kunnen ook in en rondom de woning worden blootgesteld aan kwikdampen. Goudzoekers die bij hun gezin wonen moeten daarom extra voorzorgsmaatregelen nemen. Daarom wordt aangeraden geen amalgaam in en om de woning te verbranden, de kwikvoorraad en met kwik besmette materialen en kleding niet binnen bewaren. Persoonlijke hygiëne (meteen douchen na terugkeer uit de goudvelden) en het (dagelijks) wassen van vervuilde kleding en schoeisel draagt bij aan een verminderd vrijkomen van kwikdampen in de woning.

Het onderzoek laat ook zien dat het nuttig is te blijven inspelen op de informatiebehoefte van goudzoekers. Het merendeel van de ondervraagde goudzoekers rapporteert direct onbeschermd contact met kwik en heeft amalgaam verbrand. Het gebruik van een retort wordt door de helft van de respondenten positief gewaardeerd. Goudzoekers zijn zich niet voldoende bewust van de bijdrage van indirecte besmetting. De meeste van hen denken dat zij zich nog beter zouden kunnen beschermen tegen kwik. Er is een grote behoefte aan informatie over het gebruik van kwik-vrije alternatieven voor kwik bij het winnen van goud. Het is goed hierop te blijven inspelen, zeker als goudzoekers aan hun eigen situatie (inkomen/milieu/gezondheid) motivatie ontlenen om hun werkwijze te veranderen.Gezondheidseffecten van kwik zijn niet speciek genoeg om in een vroeg stadium te worden herkend. Daarom is informatie over kwikblootstelling in de bevolking nuttig om tijdig te kunnen sturen op vermindering van kwikopname (nog voordat gezondheidseffecten optreden). Een biomonitoringsprogramma voorziet daarnaast ook in de individuele behoefte om het lichaamskwikgehalte te kennen. Deelnemers zullen zich meer gemotiveerd voelen om hun gedrag duurzaam te veranderen als zij zich gesteund weten door een daling van kwikgehaltes in hun lichaam.
.
(Red. De Surinaamse Krant, donderdag 10 maart 2017)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten