Directeur liet tegen betaling goudzoekers in natuurgebied toe
De eerste Clean Sweep actie werd uitgevoerd in september 2007 in het natuurpark Brownsberg. Aanleiding voor die gerichte actie was de in augustus van dat jaar door onder andere Stinasu, de beheerder van het natuurgebied, geconstateerde aanzienlijke toename van illegale goudvelden in dat gebied. De natuurbeschermingsorganisatie moest van afstand toezien hoe in haar natuurpark grote gebieden werden vernietigd en vervuild.
Van de in totaal 14.400 hectare van Brownsberg zou in de afgelopen jaren ruim 661 hectare vernietigd zijn door de praktijken van illegale kleinschalige goudzoekers. Minister Michael Jong Tjien Fa van het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer was al in juli 2007 over de misstanden in het natuurpark geïnformeerd. Volgens hem was de toestemming die aan inwoners van de gemeenschap Brownsweg was gegeven om op kleine schaal goud in het natuurreservaat te winnen, misbruikt voor grootschalige commerciële goudwinning. Boswachters en jachtopzieners hadden gerapporteerd dat met zwaar materiaal complete heuvels werden ‘weggespoten’. Sommige goudzoekers bleken zelfs met vuurwapens op zak rond te lopen en enkele zouden zelfs gewapende bewakers in dienst hebben. Minister Chandrikapersad Santokhi van het ministerie van Justitie en Politie kondigde aan een onderzoek in het gebied te laten instellen door het Korps Politie Suriname en het Nationaal Leger. Dat onderzoek leidde tot de eerste Clean Sweep actie.
Gedurende drie dagen werd het gebied uitgekamd door militairen, politie, bosopzichters van ’s Lands Bosbeheer en medewerkers van Stinasu. De aanwezige illegale goudzoekers werden gesommeerd het natuurpark onmiddellijk te verlaten. Zij bleken vooral actief te zijn in het Wakibasoegebied, bij de Irenevallen, de Witi- en Jokabakreek.Tijdens de actie werden vierentwintig Braziliaanse goudzoekers en dertien Surinamers gearresteerd. Enkele kampen van de goudzoekers werden vernield en er werd beslag gelegd op hun bezittingen. De autoriteiten hoopten hiermee te voorkomen dat de goudzoekers hun activiteiten toch weer zouden voortzetten.
Begin november 2007, nauwelijks twee maanden na de eerste Clean Sweep actie van president Ronald Venetiaan, kwam het natuurpark Brownsberg weer in beeld vanwege illegale goudwinningspraktijken. Deze keer richtte de aandacht zich op het Assembleelid Ronnie Brunswijk, het ‘enfant terrible’ in de Surinaamse politiek met een verleden als junglerebel (in de tweede helft van de jaren tachtig van de 20e eeuw was hij leider van het beruchte Junglecommando en streed een bikkelharde en zeer gewelddadige strijd tijdens de Binnenlandse Oorlog tegen het regime van Desi Bouterse, van wie hij eerder persoonlijk lijfwacht was geweest), mislukt voetballer, pistooltrekker, houtondernemer en goudzoeker. Een Assembleelid kan in Suriname naast het functioneren als volksvertegenwoordiger, ook gewoon goudzoeker, medewerker bij de Belastingdienst of arts zijn. Brunswijk zou illegaal goud exploiteren in het Brownsberg natuurpark. Minister Gregory Rusland van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen liet een onderzoek instellen naar mogelijke onjuistheden rond nieuwe en oude concessieaanvragen van de politicus. Ondertussen toonde Brunswijk zich hevig verontwaardigd, toen hij met eigen ogen tijdens de Clean Sweep op 31 oktober 2007 zag hoe medewerkers van Stinasu tekeer waren gegaan in kampjes van goudzoekers in het natuurpark bij de Lombékreek. Tegenover aanwezige journalisten liet een gebelgde Brunswijk weten dat hij een zakelijke titel op de grond had en er dus werkzaamheden kon uitoefenen. ‘Stinasu kan hier niets doen. Hier is het concessiegebied van Brunswijk.’ Ene ‘oom Leo’, die in het concessiegebied optrad als vertegenwoordiger van Brunswijk, verklaarde tegenover de pers: ‘Ik was in het veld toen de politie en de vertegenwoordiger van Stinasu bij onze aanmeerplaats arriveerden. Ik heb vernomen dat het eerste wat zij hebben gedaan het aanbrengen van een bord was dat dit gebied beschermd gebied is van Stinasu. Er is geen enkele waarschuwing vooraf geweest. Ze hebben mij als hoogste man niet voorgehouden dat ze van plan waren vernielingen aan te brengen. Ik heb nog met de inspecteur en de man van Stinasu proberen te praten en probeerde hen met de juiste bescheiden te overtuigen dat we niet verkeerd bezig zijn. De inspecteur was ook van plan ons te verwijderen, maar bij het zien van de stukken heeft hij zich anders opgesteld, terwijl Erlan Sleur (Kraaijer: de public relations manager van Stinasu tussen mei 2006 en februari 2008) bleef aandringen dat het om valse stukken gaat. Op een gegeven moment vertrok Sleur naar het kamp en heeft alles, meer dan vijf woonkampen met inboedel, in de fik gestoken. Er was haast niets dat wij konden redden. Al onze bezittingen zijn door brand verwoest en enkele van de werknemers zitten zonder kleren.’
Behalve vernielingen in het kamp, werden twee graafmachines, een bulldozer, een tractor, een boot met buitenboordmotor en twee zogenoemde ATV’s (All Terrain Vehicles) in beslag genomen. Een aantal dagen later werd bekend dat Stinasu geen enkele zakelijke titel had op het 4.800 hectare groot gebied in het Brownsberg natuurpark, dat in concessie zou toebehoren aan Ronnie Brunswijk. Het ministerie van Natuurlijke hulpbronnen zou in 2002 een terbeschikkingstelling van de grond voor Stinasu hebben verstrekt voor uitbreiding van het natuurpark. Van enig zakelijk recht was echter geen sprake. Stinasu had simpelweg verzuimd de grond op haar naam aan te vragen, waardoor het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer op elk moment kon beslissen de grond uit te geven voor andere doeleinden. Brunswijk daarentegen beschikte wel over een vergunning van de Geologische Mijnbouwkundige Dienst, die was verstrekt op basis van de Mijnbouwwet. Minister Rusland bevestigde dat het Assembleelid al binnen een maand over zijn vergunning beschikte na een aanvraag ingediend te hebben bij het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen. Het bleek in de eerste week van november 2007 voor journalisten nauwelijks mogelijk een reactie te krijgen van Stinasu.
Eind 2010 was het Erlan Sleur die zijn persoonlijke verhaal deed in Surinaamse maandelijkse magazine Parbode. Hij was inmiddels vertrokken bij Stinasu, waar eind 2007 de bom tussen hem en zijn werkgever was ontploft door de kwestie Stinasu-Brunswijk. Sleur: ‘Ik hoorde geruchten dat er aan kleinschalige goudwinning werd gedaan in het Brownsberggebied. Maar er bleek geen sprake te zijn van kleinschaligheid. Groot materieel, zoals bulldozers, vernietigden grote delen van het beschermd gebied. In juli 2007 kregen de jachtopzieners van de toenmalige minister van Ruimtelijke Ordening, Grond en Bosbeheer (RGB), Michael Jong Tjien Fa, opdracht om een verkenningsvlucht boven de Brownsberg te maken naar aanleiding van enkele gepubliceerde artikelen over goudwinning. Ik werd gevraagd om mee te gaan en filmopnames te maken. Ik schrok me rot. Vanuit de lucht leek het bos op gatenkaas. Het was vreselijk om te zien, bijna alle kreken waren vernietigd. (...) De lauwe reactie van sommige collega’s betekende voor mij dat men hiervan wist. Achteraf bleek alles al tot in details te zijn beschreven in het in 2005 door veldbioloog Pieter Teunissen samengestelde managementrapport over het Brownsberg Natuurpark, BNP. (...) De directeur van Stinasu, Marijem Djosetro, gaf mij te kennen dat ze in de top van de Pertjajah Luhur zat en haar positie sterk koesterde. Duidelijk was dat zij prioriteit gaf aan haar politieke loopbaan, boven het belang van onze natuur. Ik besloot de vernietiging van het BNP publiekelijk te maken via het STVS-programma Suriname Vandaag. (...) Ik vernam vanuit de media dat president Venetiaan het leger en politie had ingeschakeld om een einde te maken aan de illegale goudwinning op de Brownsberg. Operatie Clean Sweep was geboren. Ik was als enige van Stinasu aanwezig om logistieke ondersteuning aan de politie en het leger te geven. Mijn collega’s bleven verdacht ver uit de buurt. Mijnen bij de Witikreek, Kumbukreek en Kriki Negi werden ontmanteld. Er werden ook machines in beslag genomen die op naam stonden van parlementariër Brunswijk. Hij beweerde de machines te hebben uitgeleend. Er werd uit die mijn vier tot vijf kilo goud per week geoogst. Ze zaten op een goudader.’ Op 31 oktober 2007 was Sleur betrokken bij Operatie Clean Sweep. ‘Ene oom Leo was samen met een groep Brazilianen weer neergestreken in het zuiden van de Brownsberg. Later begreep ik dat deze Leo een gevaarlijk mannetje van Brunswijk was. Hij wees me een document waaruit zou blijken dat het gebied aan hen was toegewezen. Naam op de beschikking: Ronnie Brunswijk. Ik schoot uit mijn slof en zei dat iedereen moest verdwijnen en dat het kamp zou worden afgebrand. Ik werd door een agent verzocht me in te houden. Na vele valse documenten die we tegen waren gekomen, was dit de zoveelste, dacht ik. Wist ik veel dat mijn eigen ministerie en het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) in de tussentijd concessies en mijnbouwvergunningen hadden geregeld voor Brunswijk, nota bene terwijl ik daar nog bezig was met de politie! Dit was in mijn ogen hoogverraad. En een dolk in de rug van een ieder die had gezweet om dit soort misdaden te bestrijden. De restanten van het goudzoekerskamp stak ik in brand aangezien ze al in opdracht van de procureur-generaal door de politie waren ontmanteld.’ Sleur heeft een nare bijsmaak overgehouden aan de kwestie. Zijn werkgever was waarschijnlijk op de hoogte van de illegale praktijken van Brunswijk in het natuurpark. ‘Vanwege politieke belangen had Stinasu de illegale goudwinning liever binnenkamers gehouden. Toenmalig minister Gregory Rusland van NH en zijn RGB-collega Jong Tjien Fa gaven elkaar de schuld en de directeur van RGB, Frans Kasantaroeno, maakte de opmerking dat Stinasu geen zakelijke titel had op de grond waardoor het ministerie gerechtigd was om de grond uit te geven. Ik wist toen dat ik niet bij deze boevenbende wilde horen.’
De acties van de regering Venetiaan om een einde te maken aan het mijnen van goud in het beschermde Brownsberg natuurpark, blijken vruchteloos te zijn geweest. In december 2010 werd bekend dat een groep goudzoekers uit Brownsweg die zich hadden georganiseerd in de stichting Ahala, een gebied van ongeveer duizend hectare van het natuurpark Brownsberg wilde innemen voor het mijnen van goud. Nadat dat gebied is uitgemijnd zou het gereed moeten worden gemaakt voor de aanplant van agrarische gewassen. De voorzitter van de stichting, Bisai Alida, verklaarde dat er goud in het natuurpark is en dat ‘lokale mensen moeten eten’. Verder liet hij weten dat zijn stichting erop zou toezien dat de toeristische trekpleisters Irene- en Leovallen niet zouden worden verontreinigd door de activiteiten van goudzoekers. De pas een paar maanden in dienst zijnde nieuwe directeur van Stinasu, de beheerder van het natuurpark, - Frans Kasantaroeno - liet aan de media weten ‘geen voorstander te zijn van gouddelvers in het natuurpark’ en dat zij ‘op een vredige wijze’ de kwestie wilde oplossen met de bevolking. Mocht er geen overeenstemming worden bereikt, dan zou voor Stinasu als enige optie overblijven het terrein terug te geven aan de overheid. Dat zou natuurlijk de makkelijkste weg zijn voor Stinasu, de natuurbeschermingsorganisatie en beheerder van het Brownsberg natuurpark die al jarenlang geconfronteerd werd met illegale goudzoekers in haar natuurpark. De stichting wilde officieel vastleggen dat de tientallen porknokkers daadwerkelijk in haar concessie aan het werk waren. Met Ahala werd afgesproken onderzoek te laten verrichten door de Anton de Kom Universiteit van Suriname in Paramaribo, onder andere naar de conditie van het gebied. Alida zei zeker te weten dat goudzoekers, uit vooral Brownsweg, in het natuurpark bezig waren. Verder verklaarde hij dat Stinasu begin 2000 al duizend hectare had moeten afstoten vanwege illegale activiteiten van Braziliaanse garimpeiro’s. Zij hebben echter het natuurpark verlaten en eind 2010 waren alleen nog dorpelingen actief in de omgeving van Witikreek en langs het Stuwmeer. Kasantaroeno zat in zijn maag met de situatie in ‘zijn’ Brownsberg natuurpark. Hij nam zich voor om afspraken met bewoners van Brownsweg te maken om niet verder het gebied in te gaan. ‘Goudwinning tast de doelstelling van mijn stichting aan’, zo liet hij weten. Feitelijk een overbodige opmerking en conclusie. De nieuwe Stinasu-directeur vond zelfs dat Ahala zich positief en coöperatief had opgesteld. ‘Je moet blijven praten, monitoren en contact houden met de lokale bewoners’, aldus Kasantaroeno. Recent onderzoek had nog uitgewezen dat de (water)vallen, de belangrijkste attracties op Brownsberg, eind 2010 niet waren vervuild. De porknokkers waren op een afstand van ongeveer vier kilometer van de watervallen aan het werk. Na december 2010 werd het stil. Niets meer werd vernomen van de stichting Ahala en de Brownsweg porknokkers. Maar, dat veranderde in augustus 2011.
De directeur van de Nationale Zoölogische Collectie Suriname, Paul Ouboter, liet op 13 augustus 2011 via de krant De Ware Tijd weten dat illegale goudzoekers actief zijn aan de Witikreek. Er bleek een illegale weg te zijn aangebracht die leidt naar de zijtak van de Witkreek, waar veel toeristen komen. Ouboter toonde zich verontrust over de ontwikkelingen in het natuurpark. ‘In de hoofdkreek van de Witikreek merkte ik de laatste tijd al op dat ze steeds verder trokken. Nu ook bij de zijtak goud wordt gewonnen, moet er aan de rem worden getrokken’, aldus Ouboter tegenover de krant. Stinasu was niet bereikbaar voor commentaar. Deze stichting zou haar natuurpark moeten beschermen, maar zij blijkt zich meer en meer te richten op het organiseren van ecoreizen dan op natuurbescherming en is dus feitelijk een onderneming geworden. Een niet met naam genoemde touroperator verklaarde tegenover De Ware Tijd er zeker van te zijn dat er goud wordt gezocht bij Witikreek. ‘Toeristen denken op hun reis brulapen te gaan horen, maar in werkelijkheid horen ze het gebrul van machines.’
De strijd tegen de goudzoekers in het Brownsberg Natuurpark ging in maart 2012 door. Toen werd duidelijk dat de illegale goudzoekers in het gebied nog steeds een grote bron voor zorg waren voor de directeur van Stinasu, Frans Kasantaroeno. Weer moesten porknokkers uit het natuurpark verwijderd worden. ‘Het is de zoveelste keer in de geschiedenis van Brownsberg, dat er illegale gouddelvers worden ontruimd’, aldus Kasantaroeno tegenover de Times of Suriname. Volgens de directeur van de organisatie die het park zou moeten beschermen, kwamen de goudzoekers na een ontruimingsactie door de in december 2010 ingestelde presidentiële Commissie Ordening Goudsector snel weer in het gebied opduiken. ‘Je haalt ze weg, maar na enkele maanden komen ze toch weer’. Kasantaroeno zag als mogelijke oplossing het aanbieden van alternatieve werklocaties voor de ontruimde porknokkers.
De directeur van Stinasu, Frans Kasantaroeno, viel op 12 maart 2012 door de mand. Hij stond illegale goudzoekersactiviteiten in het door zijn organisatie te beschermen natuurgebied, Brownsberg Natuurpark, toe in ruil voor goud. De vraag kan gesteld worden in hoeverre hij nog directeur kan blijven van Stinasu, een organisatie die in essentie tot doel heeft het beschermen van in haar beheer toevertrouwde natuurgebieden, waaronder het bekende Brownsberg Natuurpark. De Commissie Ordening Goudsector heeft 12 maart de illegale porknokkers uit het natuurgebied verwijderd. Volgens de goudzoekers hadden zij echter een mondelinge afspraak met Stinasu om twee maanden goud te delven in het natuurgebied, in ruil voor een deel van de goudopbrengsten. Het opmerkelijke gedrag van Kasantaroeno werd 13 maart onthuld door een artikel in De Ware Tijd. Gerold Dompig van de Commissie Ordening Gousector bevestigde de handelwijze van de Stinasu-directeur. Natuurlijk schoot Kasantaroeno in de verdediging en ontkende goud te hebben ontvangen in ruil voor het toestaan van goudwinning in het Brownsberg Natuurpark. Tientallen porknokkers hebben 12 maart uit protest korte tijd de weg naar Brownsberg gebarricadeerd. Het Assembleelid Frederik Finisie weersprak meteen de ontkenning van de Stinasu-directeur. Hij verklaarde tegenover de krant dat de porknokkers beschikken over kwitanties als bewijs voor betaling. Hij was in het bezit van enkele kwitanties, met daarop een stempel van Stinasu, met een waarde van ongeveer vijftig gram goud, wat neerkomt op een bedrag van ongeveer tienduizend Surinaamse dollars. Kasantaroeno werd op 17 april 2012 door de politie gearresteerd. Eerder was ook al de beheerder van het Brownsberg Natuurpark, ene ‘Paul K.’ opgepakt.
Ruim een maand na de arrestatie van Kasantaroeno bleek dat zich nog steeds illegale porknokkers in het ‘geruimde’ Brownsberg Natuurpark bevonden. In de week van 14 mei 2012 deed zich een schietincident voor tussen een onbekend aantal porknokkers in het natuurpark en drie politieagenten. De agenten waren er plekke om de actuele situatie in het natuurgebied in ogenschouw te nemen. Ondanks alle gedane toezeggingen van onder andere de Commissie Ordening Goudsector konden zich nog steeds porknokkers in het natuurgebied bevinden. Ook was nog steeds niet bekend wie de door ruim tweeduizend aangerichte schade in het natuurpark zou herstellen. De toekomst van het unieke natuurgebied zag er half mei 2012 nog steeds zeer onzeker uit.
Waar velen voor vreesden werd bewaarheid begin september 2012. De krant Times of Suriname berichtte op 7 september dat in het Brownsberg Natuurpark weer illegale goudzoekers aan het werk zijn. Weer zou op grote school vernietiging van het natuurgebied plaatsvinden. Op zeker vijfentwintig locaties in het gebied zouden illegalen bezig zijn geweest in het gebied. Er werd aan kaalkap gedaan en met zwaar materieel was men bezig de grond om te ploegen op zoek naar goud, aldus de krant. De Stichting Natuurbehoud Suriname (Stinasu) was op de hoogte van de situatie, maar deed niets. Gerold Dompig, voorzitter van de Commissie Ordening Goudsector, bevestigde dat de goudzoekers weer actief waren in het gebied. Hij noemde deze situatie dweilen met een open kraan. Volgens hem is het natuurpark een gigantisch gebied waar je geen overzicht op hebt. ‘Pas als je over het gebied vliegt, kan je zien waar men bezig is’, aldus Dompig tegenover de Times of Suriname. Het Brownsberg Natuurpark is een gebied onder de paraplu van Stinasu. Daarom moet die stichting erop toezien dat goudzoekers het gebied niet ingaan. Helaas beschikt Stinasu niet over de middelen om toezicht te houden in haar eigen gebied. Volgens Dompig hield zijn commissie wel toezicht te Maripaston, totdat het staatsmijnbedrijf Grassalco de verantwoordelijkheid op zich nam. Dompig: ‘Maar dat wil niet zeggen dat OGS een instantie is die babysitter moet spelen voor Stinasu.’ Doordat de illegalen keer op keer terugkomen in het natuurpark lijkt het erop dat de Commissie Ordening Goudsector niets anders te doen heeft dan hen ook steeds weer te verjagen uit het gebied. ‘En zolang de stichting er geen werk van maakt om het park af te sluiten of bewakers inzet in het gebied, zullen we dit probleem blijven houden’, aldus Dompig.
Een dag later al, zaterdag 8 september, kwam Dompig plotseling met een wit konijn uit zijn hoge hoed. Zijn commissie en de Geologische Mijnbouwkundige Dienst (GMD) bleken een plan te hebben bedacht om 12.000 hectare grond in de omgeving van Brownsweg ter beschikking te stellen aan de illegale goudzoekers in het Brownsberg Natuurpark. De autoriteiten wilden dit gebied conform de wettelijke regelingen ter beschikking stellen van de dorpsgemeenschap in het gebied. ‘Maar daar zijn er natuurlijk voorwaarden aan verbonden’, zo liet Dompig via de media weten. De goudzoekers moeten zich organiseren en zich houden aan een aantal criteria voor de bescherming van de natuur. Volgens hem was het nooit de bedoeling van de commissie geweest om goudzoekers die productief bezig zijn van hun werkgebied te verwijderen. ‘Ons streven is om ze te brengen van illegaal naar legaal, want dan heeft de Staat ook inkomsten uit deze sector.’ Maar, het plan van de commissie en de GMD lijkt eerder op het belonen van illegale porknokkers die een natuurpark hebben vernietigd, in plaats van dat die goudzoekers voor hun gedrag beboet of veroordeeld worden.
In de laatste week van november 2012 werd het natuurgebied getroffen door een brand. Een gebied van minstens vijftien hectare in het natuurpark brandde af. Tijdens twee verschillende veldbezoeken van studenten van de Anton de Kom Universiteit en het Instituut Opleiding Leraren werden bij Witikreek branden en smeulend hout opgemerkt. Vermoedelijk was de brand door illegale goudzoekers aangestoken. Het was de studenten opgevallen dat het bos grenzend aan de goudvelden in brand stond. De brand trof vooral het zogenaamde rotssavannebos. Daar bevond zich ook een zeldzaam stukje open rotssavanne, dat niet meer kon worden teruggevonden. De brandweer en de Commissie Ordening Goudsector werden meteen van de brand in kennis gesteld, maar de brandweer was niet in staat om naar het natuurgebied te gaan om de brand en smeulende resten te blussen. Iedereen hoopte op zware regenval......
Op 5 december 2012 maakte het Dagblad Suriname bekend dat de op 17 april gearresteerde directeur van Stinasu, Kasantaroeno, niet zou worden gedagvaard. De medeverdachte, de beheerder van het Brownsberg Natuurpark, zat echter nog in hechtenis. Op 18 mei 2012 had de rechter-commissaris het verzoek van de advocaat van de ex-directeur tot in vrijheidstelling van zijn cliënt gehonoreerd. Kasantaroeno werd bij zijn voorgeleiding voor bewaring bij de rechter-commissaris in vrijheid gesteld met als verklaring ,dat er geen ernstige bezwaren waren gevonden om hem langer vast te houden. Officier van Justitie Roy Elgin bevestigde tegenover de krant, dat de ex- directeur van Stinasu niet was gedagvaard. Hij kon ten tijde van het gesprek met de krant nog niet aangeven of Kasantaroeno al dan niet verder vervolgd zou worden. De directeurspost bij de stichting was nog steeds vacant.
Door: Paul Kraaijer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten