De ordening van de goudsector, zoals die wordt aangepakt door de regering Bouterse-Ameerali, kreeg en krijgt volledige steun van het Wereld Natuur Fonds Guianas. De directeur van het WWF Guianas, Dominiek Plouvier, zei eind mei 2011 de aanpak ‘perfect’ te vinden en niet te vergelijken is met de Clean Sweep acties van de regering Venetiaan. Plouvier deed zijn uitlatingen naar aanleiding van een regionale kleinschalige goudwinning conferentie in Paramaribo.
Volgens oud-voorzitter Narpath Bissumbhar van de Kamer van Koophandel en Fabrieken hadden Surinamers een verkeerd beeld van de sector: ‘Zo’n veertigduizend mensen verdienen direct en indirect aan de sector. Daarvan zijn slechts achtduizend van Braziliaanse komaf. Heel veel Surinaamse ondernemers zijn failliet gegaan in de sector, omdat het gedreven wordt door gelukszoekers. Het is niet zo makkelijk als men denkt. De sector heeft allerlei gevaren en risico’s. Je moet bikkel zijn om te overleven in de kleinschalige goudsector.’
De Commissie Ordening Goudsector weet de eerste maanden van 2011 bijna dagelijks het nieuws te halen. De ordening is belangrijk en iedereen in de samenleving had en heeft er een mening over. Feit was en is dat de commissie haar werkzaamheden voortvarend ter hand neemt.
Na de ordening van het Meriangebied, dat vrij eenvoudig verliep, staan andere gebieden op de agenda van de commissie. Naast het ontruimen van gebieden, moet de commissie ook wel eens bemiddelen tussen kleinschalige goudzoekers en grote mijnbouwbedrijven, zoals in Brokopondo waar porknokkers en IAmGold, de Canadese eigenaar van Rosebeld Gold Mines NV, elkaar nogal eens in de haren vlogen. Vooral op Beewojo en bij de Rosebel-pit waren onenigheden tussen het bedrijf en porknokkers. Medio april ging een verhaal de ronde dat ruim vier kilo goud zou zijn gevonden in het Beewojo concessiegebied van IAmGold. Iedereen, vooral jongeren, wist hoe snel te Beewojo te komen en binnen de kortste keren escaleerde de situatie op de concessie.
De commissie heeft als tussenpersoon getracht de geschillen op te lossen. ‘Overleg zal echter moeten blijven plaatsvinden om een structurele oplossing te vinden voor deze gebieden’, aldus de Commissie Ordening Goudsector. Verder bereikte de GOC overeenstemming met de vertegenwoordiging van Paramaccaanse goudzoekers over de route van een aan te leggen ongeveer acht kilometer lange weg, door Surgold te betalen, in het Meriangebied naar een andere werklocatie binnen het concessiegebied.
Na eerdere problemen in het Meriangebied in 2010, maakte vicepresident Robert Ameerali eind maart 2011 bekend dat de porknokkers het gebied moesten gaan verlaten. Zij zouden een ander werkgebied toegewezen krijgen. Van een ontruiming in de letterlijke zin des woord zou geen sprake zijn. Overigens zou het volgens de vicepresident maar gaan om achtendertig porknokkers.
De opmerkingen van Ameerali vielen niet goed bij politicus Ronnie Brunswijk die beweerde dat er een afspraak met de porknokkers zou zijn gemaakt dat zij alleen geregistreerd zouden worden en door konden gaan met hun werk. Een week na Ameerali’s bekendmaking liet president Bouterse journalisten weten dat hij tot het uiterste zou gaan om granman Samuel Forster van de Paramaccaners achter de plannen, om porknokkers uit het Meriangebied te verwijderen, te krijgen.
Bouterse: ‘We gaan moeten ontruimen, we gaan moeten ontruimen.' Hij benadrukte dat er in het gebied ‘stoorzenders’ actief waren, die zouden willen blijven in het gebied. ‘Maar dat is niet goed, we gaan dat ding moeten corrigeren. En we willen het op een zodanige manier corrigeren dat we ook aan het belang van de mensen denken.’
De president legde op 7 april 2011 aan journalisten uit dat er feitelijk twee belangen in het spel waren. Aan de ene kant de belangen van de kleinschalige goudzoekers in het Meriangebied aan wie een zeker deel van de concessie zou worden toegezen, en aan de andere kant de belangen van de Amerikanen, Newmont, die een contract met de staat willen tekenen om in het gebied twee goudmijnen op te zetten. Alle goudzoekers moesten media april het gebied hebben verlaten. Maar, er waren geruchten dat porknokkers van de Pamaaka’s wel op een nieuwe locatie in het gebied zouden mogen gaan werken.
Maripaston
De eerstvolgende ontruimingsactie vond eind juni 2011 plaats in de omgeving van Pikin Saron in het district Para. Volgens het lid Melvin Linscheer van de Commissie Ordening Goudsector waren in een tijdsbestek van drie maanden rond de honderd goudzoekers naar Loksi Hati in het Maripastongebied, gekomen. Sommigen gebruikten zelfs dynamiet. Districtscommissaris Jerry Miranda riep de autoriteiten te hulp om het gebied af te sluiten. ‘Er was een explosieve situatie ontstaan’, aldus Linscheer. Het gebied werd ontruimd door het leger en de politie. Volgens Miranda behoort het gebied toe aan de zogenoemde economische zone van Pikin Saron. ‘Er zijn slechts vergunningen uitgegeven voor houtkap en niet voor goudwinningsactiviteiten.’ Naast gewone Surinaamse porknokkers, waren in het gebied ook Brazilianen neergestreken en investeerders en machinehouders uit de stad, Paramaribo. Het commissielid Gerold Dompig vertrok zelf naar het gebied om de situatie in ogenschouw te nemen. Hij zei dat de situatie te Maripaston getransformeerd zou worden tot ‘een model van ordening’. Vier groepen goudzoekers hadden zich bij de commissie gemeld die beweerden aanspraak te hebben op de grond in het Maripastongebied. Bewoners van Pikin Saron beweerden zelfs dat vooraanstaande burgers, waaronder een Assembleelid, belangen hadden in het gebied. Ook konden ze aantonen dat het dorp onder de regering Venetiaan een gebied van tweeëntachtigduizend hectare had gekregen voor de exploitatie van hout. Volgens de bewoners hadden goudzoekers uit omliggende dorpen zich toegang tot het gebied verschaft om illegaal goud te winnen.
De Commissie Ordening Goudsector wilde dat de goudwinning weer snel hervat kon worden, maar dan op een milieuvriendelijke manier. Zo zouden de goudzoekers gebruik moeten gaan maken van retorts, om te voorkomen dat kwik zou vrijkomen. Verder mocht geen vervuild water geloosd worden in kreken. Commissielid Dompig: ‘Het zal niet langer zo zijn dat omliggende dorpen last zullen hebben van de goudactiviteiten. Kwikvervuiling en sociaal maatschappelijke ontwrichting zijn de belangrijkste zorgen onder dorpsbewoners.’
De commissie ging het gebied herverdelen, maar daar werd door dorpsbewoners met argwaan naar gekeken. ‘Als je in een gebied van tien hectare opereerde moet je geen dertig vragen volgende week. Wij gaan zo goed mogelijk verdelen aan de hand van machines en investeringen’, aldus Dompig tegenover de media.
De drie groepen die met houtkapconcessies actief waren in Maripaston - met in totaal ongeveer vijftienhonderd arbeiders -, zouden onder supervisie van het staatsbedrijf N.V. Grassalco verder gaan met goudwinningsactiviteiten. (Grassalco heeft exploratierecht voor het winnen van goud en andere mineralen in een gebied van ongeveer 26.000 hectare op het Goliath Gebergte in het district Para, ten westen van het inheemse dorp Bigi Poika.)
De Commissie Ordening Goudsector tilt zwaar aan de overgang van goudwinning met kwik naar goudwinning op een milieuvriendelijke manier. Om dat extra te benadrukken zou medio oktober 2011 een goudbeurs worden gehouden, die het begin zou moeten inluiden van een milieuvriendelijke kleinschalige goudwinning. De voorzitter van het Beleidsteam van de commissie, Linscheer, maakte dit medio juli 2011 bekend. Na die beurs zou gestart moeten worden met een ‘School of Mining and Mineral Processing’, een soort trainersopleiding waar mensen opgeleid gaan worden om goudzoekers op te leiden. ‘De mensen moet ook worden geleerd hoe je een mijn correct opzet en ook hoe je nadien het gebied rehabiliteert’, aldus Linscheer. ‘Ondertussen zijn we als commissie bezig te sleutelen aan wetgeving, waardoor alles, ook de veiligheid van de werknemers in de sector, binnen een wettelijk kader kan worden geplaatst.‘ Het was overigens president Bouterse die de nieuwe ‘mijnschool’ wereldkundig maakte, tijdens de aanname van de begroting in de Nationale Assemblee in de nacht van 18 op 19 juli 2011. Bouterse sprak verder over herstel van het gezag in het binnenland, daarmee doelend op de werkzaamheden van de COG.
Melvin Linscheer en Gerold Dompig hielden op 28 juli 2011 een persconferentie in het Kabinet van de President waarin zij uitvoerig informatie gaven over de werkzaamheden van de Commissie Ordening Goudsector. Dompig vertelde dat in het binnenland een heuse goudkoorts was uitgebroken en dat tussen groepen en personen fikse ruzies waren uitgebroken. Beide commissieleden maakten bekend dat sinds de registratie was begonnen ongeveer zesduizend kleinschalige gouddelvers geregistreerd waren, tweehonderd machinehouders en tien goudopkopers. Van de opkopers waren er zes ook exporteurs van goud. Linscheer en Dompig gaven verder aan dat de ordening doorgaat totdat er een volgens de commissie acceptabele situatie is ontstaan in de sector, het overheidsgezag is hersteld en de staat haar rechtmatig aandeel uit de sector verkrijgt.
Nasleep Maripaston
De commissie tekende op 4 augustus 2011 een intentieverklaring met de drie belangengroepen te Maripaston en Grassalco. De intentieverklaring hield in dat niet een percentage, maar een vaste hoeveelheid van het gewonnen goud zou worden afgestaan aan Grassalco. Een deel zou worden gestort in een ontwikkelingsfonds voor de dorpen. Een ander deel van de waarde was bestemd voor onkostenvergoeding, logistieke en materiële kosten van Grassalco, als concessie- en toezichthouder. Maar, zoals zo vaak gebeurd, bleek enkele uren na de ondertekening dat toch niet iedereen zich in de verklaring kon vinden. Commissaris Kondré voelde zich zelfs gepakt en zijn groep kon zich niet langer vinden in de tekst van de intentieverklaring. De verklaring zou niet in het voordeel van de groep zijn geweest en ‘onder druk’ zijn getekend. De groep beweerde veel ingeleverd te moeten hebben en dat er dusdanige zware voorwaarden waren gesteld waar niet mee kon worden ingestemd. Kennelijk had de persoon die de verklaring had ondertekend, de inhoud niet goed in zich op genomen.
Maar, de groep legt de schuld bij de commissie die het proces te snel zou hebben laten verlopen. Dit was tegen het zere been van Gerold Dompig van de commissie: ‘Integendeel! Er is een lang proces vooraf gaan aan de ondertekening. De belangengroepen is de ruimte gelaten eerst met elkaar tot een vergelijk te komen. Toen dat niet lukte hebben wij verder leiding gegeven aan de zaak’. Maar, commissaris Kondré bleef zich verzetten en beweerde dat het aantal personen dat geregistreerd ging worden veel minder zou zijn dan de personen die deelnamen aan de goudwinningsactiviteiten in het gebied. De groep was ook van oordeel dat teveel goud betaald moest worden aan Grassalco. Ook de locatie die aangewezen was voor de groep, zou veel weinig goud bevatten.
Commissaris Kondré voelt zich benadeeld. Tegenover de media legde Dompig uit dat het ging om de inheemse groep Pikin Saron, met daarin de dorpen Matta en Bigi Poika, de marrongroep van commissaris Kondré, Matakriki en omgeving, en als derde N.V. Tak (een bedrijf dat volgens Assembleelid en oud-president Ronald Venetiaan in handen zou zijn van Chinezen: dat zei hij tijdens een vergadering van de Nationale Assemblee op 29 november 2011 waarin gesproken werd over andere een ‘invasie van buitenlanders’ in Suriname. Ook het bedrijf Mozart Security zou volgens Venetiaan in handen zijn van Chinezen.) en bijbehorende groepen. Deze groepen waren eerder aangetroffen als illegale goudzoekers in het gebied. ‘Wij hebben gemeend de mensen niet brodeloos te maken en af te houden van hun activiteiten. Wij hebben een model met hen uitgewerkt’, aldus Dompig.
Een dag na de ondertekening van de intentieverklaring, maakte de voorzitter van het Beleidsteam van de Commissie Ordening Goudsector, Melvin Linscheer, via de krant De Ware Tijd bekend, dat met ingang van eind 2012 het gebruik van kwik in de goudsector verboden is. Volgens zijn team zou anderhalf jaar nodig zijn om de totale sector op deze maatregel voor te bereiden. ‘Als iedereen meegaat met de gedachtegang, moet dit niet moeilijk zijn’, aldus Linscheer, die uitlegde dat internationaal het gebruik van kwik steeds meer onder druk komt te staan. Linscheer: ‘Wat er gebeurt, is dat er een gedoogbeleid wordt gevoerd, maar daar komt een einde aan’. Al het kwik dat nu buiten de medische sector wordt gebruikt, is door smokkel Suriname binnengekomen.
Door: Paul Kraaijer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten